De eerste twee weekeinden in november staat Haarlem weer in het teken van beeldende kunst. Kunstlijn Haarlem biedt bezoekers maar liefst vier dagen de gelegenheid een kijkje te nemen in ateliers, galeries, musea en meer. We besteden aandacht aan drie deelnemende beeldend kunstenaars.
Cora Verhoog volgde de Modeacademie Charles Montaigne in Amsterdam en studeerde Textiel aan de lerarenopleiding in Haarlem. Daarna heeft ze Kunst, Cultuur en Educatie aan de Hogeschool Holland in Amsterdam gestudeerd. Tijdens Kunstlijn Haarlem is haar werk te zien in het atelier van Erna Adema op de Planetenlaan.

‘Ik verbeeld wat de mens bezielt’
“Mijn keramiek zit tussen toegepast en vrij werk in. Ik heb een voorliefde voor het maken van gebruiksgoed, zoals schalen, kannen en vazen. Ik ben geïnteresseerd in de oorsprong en de geschiedenis van dit soort voorwerpen. Door de eeuwen heen is het materiaal veranderd van aardewerk tot weggooiplastic. De vormen zijn ongeveer hetzelfde gebleven. Ik vind het heerlijk om met klei te werken, om met mijn handen het materiaal te voelen en te vormen. Het is bijna meditatief, maar ook een strijd. Er gaat veel kapot. Als je de oven opent, is het iedere keer een verrassing of het werk gelukt is. Met keramiek moet je geduld hebben en tegenslag aankunnen. Het is spannend te spelen met vorm, functie en techniek en de verschillende mogelijkheden te onderzoeken. Ik werk veel met zelf gemaakte gietmallen, je kunt daar eindeloos mee variëren. Vandaar dat er verwantschap zit in mijn werk. Gebruiksvoorwerpen veranderen in objecten die kunnen hangen, liggen of staan.”
Geïnspireerd door ex voto’s in Zuid-Europa
“Naast op gebruiksvoorwerpen geïnspireerd 3D werk maak ik silhouetten van stroken klei. Losse lichaamsdelen handen, voeten, hoofden en harten. Dat werk gaat over het mens zijn. Wat bezielt een mens? Wat betekent een gebaar? Ik voeg objecten en silhouetten samen en associeer verder. Ik denk na over de betekenis van een hoofd in combinatie met een hart en een vogel, dat is fascinerend. Mijn inspiratiebronnen zijn de ex voto’s (beloftegeschenken) die in Spanje en Italië in kerken te zien zijn. Gelovigen plaatsen kleine zilveren handen, voeten, harten en andere lichaamsdelen bij een altaar. Ze vragen de heiligen met de voorwerpen om hulp of tonen er dankbaarheid mee. Van die symbolen maak ik weer mijn eigen verhaal. Ik laat zien wat de mens meemaakt. Tijdens de hete zomerdagen zag ik mensen daar gek van worden. In mijn beeldtaal wordt het een heethoofd in terracotta klei met een zigzaglijn. Sommigen zien hier een schizofreen persoon in, dat mag ook natuurlijk. We maken ons zorgen over het klimaat, onze leefwijze en de invloed van de mens op aarde. Vanuit dit spanningsveld heb ik een heel mens gemaakt in negentien stukken en uitgestrekt getoond met als titel: de reikwijdte van de mens. Gaan we niet te ver met z’n allen? Aan dit soort thema ’s geef ik graag vorm, maar wel op een decoratieve manier. De toeschouwer kan er zijn eigen interpretatie aangeven. Je kunt een hart puur als object mooi vinden, maar het kan ook staan voor verliefdheid of juist voor liefdesverdriet. Voor mij is het belangrijk dat het werk ook esthetisch is en dat de vorm op de een of andere manier ‘fijn’ aanvoelt.”
Chrystl Rijkeboer studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Tijdens Kunstlijn Haarlem is haar werk te zien in de Smedestraat.

‘In klei kan ik me goed uitdrukken’
“Het afgelopen jaar heb ik gewerkt aan een ruimtevullende installatie van keramiek bestaande uit onder meer drie karren, een optocht. In de eerste wagen staat een beeld van man met een rattenkop. Het is een bankier, industrieel en dictator tegelijk. De kar wordt getrokken door zwarte wezens. Ze zijn onderweg naar een ‘andere wereld’, het einde der tijden door te veel CO2-uitstoot en opwarming van de aarde. Die figuur is de veroorzaker, hij staat voor de gigantische welvaart die we hebben. In de tweede wagen zit een struisvogel die zijn kop in het zand steekt. Dat zijn wij. We weten wat er aan de hand, maar grijpen niet in. In de derde wagen zitten meerdere wezentjes. Ze staan voor de mensen in de tweede- en derdewereldlanden die nu al de vreselijke gevolgen van de klimaatcrisis ondervinden. Ze kunnen er niets meer aan doen en moeten de ellende ondergaan. Voor aan de wanden heb ik van zwarte klei emoticons gemaakt. De symbolen en gezichtsuitdrukkingen die we op social media gebruiken en meesturen met onze appjes. Ik vind Facebook, Instagram en Twitter zeer ontwrichtend. Mensen schelden elkaar uit om niets, nepnieuws wordt voor waar aangenomen, heel kwalijk. Ook heb ik van klei ‘tien geboden’ gemaakt, maar dan met teksten over polarisatie en het uitsluiten van mensen. Medeveroorzakers van deze rare tijd waarin we leven.”
Kritische houding weer terug
“Deze nieuwe installatie ziet er heel anders uit dan mijn werk van de laatste jaren. Dat waren meer esthetische en kleurrijke beelden. In de coronaperiode plaatste ik op het gezicht van bestaande beeldjes een mondkapje, gaf ze een dierenkop of het stekelige bolletje dat symbool staat voor het coronavirus. Ik haalde zo’n kitsch beeldje naar de hedendaagse tijd. Het was leuk om daarmee te spelen. Mijn huis staat er nog vol mee, ik struinde alle kringloopwinkels af en kreeg beeldjes van vrienden. In die tijd zorgde ik voor mijn ouders, dat waren echt tropenjaren. Ik had weinig ruimte in mijn hoofd voor andere zaken. De ruimtevullende installatie vind veel inhoudelijker én mooier dan die beeldjes. Kwalitatief van een ander niveau. De kritische houding zoals in mijn vroegere werk is weer terug. Eigenlijk ben ik als oude schooljuf heel geëngageerd met een belerend vingertje. Ik laat me inspireren door wat ik om me heen zie, en vereenzelvig me dan eerder met zaken die fout gaan dan met wat goed gaat. In klei kan ik me uitdrukken, ik kan het vormen naar mijn gedachten. Het is fijn materiaal, makkelijk te kneden en ik kan ermee maken wat ik wil. Het is heerlijk om weer zelf beelden te maken, in plaats van alleen maar bestaande beeldjes aan te passen. Dat voelt toch meer eigen.”

Maria Niessen studeerde Beeldende Vorming in Tilburg. In 2022 rondde ze de opleiding voor glaskunst af aan het Instituut voor Kunst en Ambacht in Mechelen. Tijdens Kunstlijn Haarlem is haar werk te zien in haar atelier aan huis in Heemstede.

‘De reflectie en transparantie van glas vind ik uitdagend’
“Ik maak objecten van glas, steen, metaal en keramiek. Sinds 2016 werk ik vooral met glas. De laatste tijd combineer ik vaak verschillende materialen in één kunstwerk. Ik werk meestal vanuit thema’s als verbinding, contrast, blokken of natuur, en probeer de hoofdzaak van zo’n thema in glas weer te geven. Mijn werk oogt minimalistisch, het gaat terug tot de essentie van vorm of materiaal. Reflectie en transparantie spelen hierbij de belangrijkste rol. Ik grijp een beetje terug op het werk van beeldend kunstenaars in de jaren zeventig. Zij probeerden ook tot de kern te komen, tot wat werkelijk belangrijk is. Mijn werk gaat momenteel steeds weer richting beeldhouwen. Het object moet voor zichzelf spreken en hopelijk mensen boeien. Naast thema’s laat ik me ook inspireren door gevonden voorwerpen. Bijvoorbeeld een stuk verwrongen staal waar ik verder op borduur. In mijn atelier liggen nog drie stukken staal waar ik glas bij wil voegen. Ik ga uit van de vorm die ik aantref, het verwrongen staal probeer ik te accentueren. Die bepaalde vorm versterk ik met glas. Ik doe dat ook met stenen, door laagjes glas aan te brengen verleng ik de steen. Eerst een stuk steen dan een laagje transparant glas, een laagje zwart glas, nog een laagje transparant en zwart glas en dan weer een stuk steen. Het object behoudt daarbij zijn basisvorm. Door de combinatie met glas wordt de essentie van de vorm nog beter uitgelicht.”
Onverwachtse elementen in glasbewerking
“Glas vind ik fascinerend, het heeft verassende aspecten zoals reflectie en transparantie. Doordat glas transparant is, zie je soms meer dan van te voren gepland. Ook zijn er onverwachts reflecties door de vorm of verstoringen in het glas. Dat kan zowel positief als negatief uitpakken. Bij glasbewerking gebeuren er interessante zaken die je niet onder controle hebt. Daarom is glas zo boeiend voor mij om mee te werken. Ik schilder niet op glas, maar maak er vormen mee. Ik gebruik weinig kleur. Allemaal kleurtjes door elkaar, daar heb ik niks mee. Als ik al kleur gebruik, dan is het er maar één en geen felle kleur. De techniek van glasbewerking is interessant én spannend. Bij het blazen van een vorm weet je niet hoe het uitpakt. Het kleurverloop is eveneens niet geheel te beheersen. In het begin maakte ik bij het blazen gebruik van andere materialen. Bijvoorbeeld door het glas in netjes of gaas te blazen waardoor het glas textuur krijgt. Soms verbrandt het materiaal als de temperatuur van het glas te hoog is en verdwijnt het. Een volgende keer is het glas weliswaar minder heet, maar blijft het materiaal er in vastzitten wat ook niet de bedoeling is. Je kunt je het best overgeven aan het verloop van het proces van de glasbewerking en het voor een deel gewoon laten gebeuren. Vaak gaat het goed, maar je weet het nooit zeker met glas.”

Tekst: Meta van der Meijden Foto’s: Christhilde Klein en Edwin Roelofs
De interviews zijn tevens gepubliceerd in HRLM Haarlemse Stadsglossy nummer 87