‘Tekenen is voor mij als ademhalen’

Met zuivere lijnen verbindt Emma van Drongelen menselijke, dierlijke en natuurlijke elementen met elkaar. Haar tekeningen zijn zowel anatomisch en natuurgetrouw als fantasievol en geheimzinnig. Ze is gefascineerd door het mysterie van het leven. “Ik probeer het aan te raken, te vatten en te verbeelden.”

Emma studeerde af aan de Gerrit Rietveldacademie in Amsterdam. Sindsdien werkt ze als kunstenaar en kunstdocent. Haar atelier bevindt zich in het souterrain van het voormalige FLUOR-gebouw in Haarlem. Beneden aan een lange gang zitten verschillende werkruimten. Emma heeft een royale werkplek, door kleine ramen komt licht binnen. De elektrische kachel loeit. “Het is met kou niet makkelijk om mijn atelier warm te krijgen. Als we allemaal de kachel hoog zetten, slaan de stoppen door en hebben we geen stroom.” Aan de wanden hangen getekende bosdieren. Herten, hazen en wolven staan alleen of met elkaar afgebeeld. Omgeven door struiken, rotsen of bloemachtige vormen. Op tafels liggen gevonden schelpen, takken, geweien en gedroogde bloemen. Op een werkblad in het midden van de ruimte staat een schotel met verf en kwasten, daarnaast een opengeslagen atlas.

De kunstenaar maakt met potlood kleine en grote tekeningen op papier. Met zorgvuldige lijnen verbindt ze menselijke, dierlijke en natuurlijke elementen met elkaar. Ze werkt aan de hand van een geschetst idee, wat ze vervolgens verder uitwerkt. De losstaande figuren en structuren vormen op papier één geheel. Het zijn open tekeningen, je kijkt er dwars doorheen. De lijnen koppelen binnen met buiten. “Voor mij is in het universum ook alles met elkaar verbonden. Het één kan niet zonder het ander of het één vloeit voort uit het andere. Dat komt telkens terug in mijn tekeningen. Wij mensen zijn geneigd de wereld op te delen in contrasten of tegenstellingen, maar er is altijd een overlap. Een grijs gebied tussen goed en kwaad, leven en dood of tussen vaste en vloeibare vormen. Ik vind het mysterie van het leven dat ongrijpbaar groot is heel interessant. Ik probeer het aan te raken, te vatten en te verbeelden.”

Emma van Drongelen

Een schemerdier

Op de scheidslijn waar de ogenschijnlijke contrasten elkaar raken, het schemergebied, voelt Emma zich prettig. “Waarschijnlijk ben ik zelf een schemerdier”, zegt ze lachend. “Ik heb altijd moeite gehad om mezelf bij één groep te plaatsen, er leven meerdere aspecten in mij. Ik sta open, ik heb geen uitgesproken mening en zoek graag de nuances op. Zo blijf ik ook nieuwsgierig. Een stellige mening is zo rigide, dan voel ik weerstand. De mens probeert met tegenstellingen controle te krijgen op het leven, maar dat kan helemaal niet. Uiteindelijk gaat het om durven loslaten. Het is niet eenvoudig om in woorden uit te leggen, daarom teken ik.” Het gedetailleerde tekenen helpt Emma het leven in kaart te brengen. Niet uit behoefte aan controle, haar tekeningen gaan juist over overgave, het tegenovergestelde. “Ik vind het ook fijn dat we het leven niet altijd begrijpen, dat wil ik laten zien in mijn werk. Mijn tekeningen blijven voor de toeschouwer vaak een mysterie, net als het leven zelf.”

Emma is van jongs af aan geïntrigeerd door de grootsheid en de wildheid van de natuur. Het liefst dwaalt ze alleen door het bos en probeert alles tot zich te nemen. “Op zulke momenten voel ik me één met wat ik om me heen zie, dat sensitieve hoort bij mij. Ik ben spiritueel, maar het wetenschappelijke trekt mij ook. Een aantal jaren heb ik geneeskunde gestudeerd. De werking van het menselijk lichaam interesseert mij en dat komt terug in mijn tekeningen. Ik probeer de essentie te verbeelden van de wilde natuur, maar mijn werk is niet chaotisch. Er zit rust in. Ik heb die verstilling ook nodig om te kunnen tekenen. Pas dan komt die verbinding met het geheel en verschijnt de afbeelding. Ik raak in een flow, het is bijna meditatief.”

Emma van Drongelen

Roedel rennende wolven

Midden in het atelier ligt op de vloer een grote rol schilderdoek. Emma rolt het canvas uit van 5,5 bij 1,5 meter. Er verschijnt een gigantische tekening van een roedel rennende wolven. Het is wat losser getekend, geen strakke lijnen, maar meer organisch en gelaagd. Er zit vaart in de tekening. “Deze beweging komt voort uit een soort levenskracht die eruit moest bij mij na een burn-out waarin ik totaal vast zat. Het leven ging weer stromen, de rennende wolven kwamen vanzelf uit mijn potlood. Het dier staat voor levensenergie.”

De afgebeelde wolven lijken geheel ontleed. De toeschouwer kijkt bij het dier naar binnen. Uitgescheurde stukken landkaart en plaatjes van een hart, delen ruggengraat en beenderen uit oude studieboeken van haar vader zitten vastgelijmd op het doek. Als aderen verbinden rode lijnen de verschillende elementen met elkaar. “Ik hou van die openheid in een tekening en van het experiment. Er zit zeker een suggestie van ontleden in, maar als je goed kijkt klopt er niets van. Voor mij gaat het voornamelijk om de verbinding, het geheel. Mensen denken dat ik expres de wolf teken omdat hij zo in het nieuws is, maar dat is puur toevallig. De wolf staat voor wat ik belangrijk vind in het leven. Als roedeldier leven ze respectvol samen. Niet voor hun eigen gewin, maar voor de groep. Ze gaan niet zomaar vechten, daar moet echt een reden voor zijn. De wolf rent vooruit en laat zich in de stroom van het leven mee bewegen. Daar gaat dit werk over. De natuur gaat zijn gang, wij mensen vinden dat maar lastig.”

Emma van Drongelen

Metamorfoses tekenen

Niet alleen de wolf, maar alle dieren uit de Europese bossen inspireren Emma. Zo ook uilen, slangen en beren. Van deze laatste drie heeft ze een klein werk gemaakt. Ze pakt de tekening erbij. De figuren gaan in elkaar over of komen voort uit elkaar, beiden zijn mogelijk. Op het moment is metamorfose een favoriet thema van de kunstenaar. “Je komt dit onderwerp veel tegen in de mythologie, oude verhalen over transformaties van het een in het ander.” Ze wijst op een boek op haar werkblad. “Deze verhalen bijvoorbeeld van de Romeinse schrijver Ovidius. Er zijn zoveel kunstwerken gemaakt over de mythe van Daphne die in een boom verandert. Momenteel ben ik bezig met een beer die overgaat in een ander wezen. Ik wil ook een groot werk maken met meerdere dieren die veranderen in mensfiguren of andersom. Metamorfose is een intrigerend thema, ook het leven is één grote transformatie. We zijn niet meer dezelfde mens als degene die we tien jaar geleden waren, zowel lichamelijk als geestelijk. Ook na de dood veranderen we in de grond in bouwstoffen waar weer planten uit voortkomen. Ik vind dat een gaaf proces. Als je mee durft te bewegen in transformatie, en dat lukt mij steeds beter, groei je. Een fantastisch cadeau. Als je erin meegaat, komt het goud. Wij mensen proberen altijd alles vast te zetten, bang voor verandering en controleverlies.”

Emma van Drongelen

Aan de wand hangen twee grote tekeningen met een liggende vrouw tussen bloemen. Deze serie van vijf heet ‘Deditionem’, de Latijnse term voor overgave. De vrouwfiguren liggen in verschillende houdingen en zijn transparant getekend. De sfeer is spiritueel. “Deze tekeningen gaan over het stoppen met vechten, het hoeft niet meer. Ik heb zelf gemerkt tijdens mijn burn-out dat ik zo in gevecht was met het leven, dat ik alles vastzette en helemaal uitgeput raakte. Op het moment dat ik het vechten opgaf en waar ik bang voor was op me af durfde te laten komen, ging ik pas echt leven. We zijn allemaal wel bang voor iets in grotere of kleinere mate. Het leven is niet alleen maar fijn en mooi, juist door ook de heftigheid te voelen, leef je echt. Laat het stromen in plaats van belemmeren.”

Onderdeel van het grote geheel

Emma hoopt dat ze met haar tekeningen mensen inspireert opener naar de wereld te kijken, en met een minder rigide houding op elkaar te reageren. “Ik wil laten zien dat de aarde en de mensheid de stromende beweging van het leven nodig hebben. We moeten niet vergeten dat we verbonden zijn met elkaar. Mensen onderling, mens en dier en mens en natuur. Dat vind ik een actueel onderwerp op het moment. Kijk hoe we met ziekte omgaan en met elkaar. Waarom botsen we zo terwijl we allemaal uit dezelfde stof zijn ontstaan? Waarom voeren we oorlogen? In wezen zijn we hetzelfde en hebben we elkaar hard nodig. Het is belangrijk om die verbondenheid te blijven zien, we zijn onderdeel van het grote geheel. Het is allemaal veelomvattend wat ik wil zeggen. Ik weet niet of ik dat in een paar tekeningen kan verbeelden, maar ik ben een tekenaar en geen prater. Tekenen is belangrijk voor mij. Het is een uitingsvorm die ik nodig heb. Het is bijna als ademhalen. Als ik niet teken, word ik echt ongelukkig.“

Tekst: Meta van der Meijden                                                                              Fotografie: Daan Ruijter

Dit interview is ook gepubliceerd in HRLM nummer 90

Emma van Drongelen

Drie krachtige individualisten: zo worden de exposanten omschreven waarvan momenteel werk te zien in in De Vishal aan de Grote Markt. De titel verwijst naar wat voor effect het geheel bij de bezoeker kan opleveren: een kijk-ervaring die indruk maakt en waar je de komende tijd nog eens aan terugdenkt. Marinus Fuit, Reinier Lucassen en Arjanne van der Spek dagen de kijker elk op hun eigenzinnige wijze uit.

door Paul Lips

Marinus Fuit en Reinier Lucassen tijdens de opening van de tentoonstelling. Daarachter leunend tegen de pilaar Arjanne van der Spek.

Bij de opening van de tentoonstelling werd direct duidelijk dat de beeldend kunstenaar Marinus Fuit zich op grote populariteit mag verheugen in het Haarlemse. Veel stadgenoten hebben werk van Fuit hangen of bezoeken trouw zijn exposities. Sommigen hebben speciaal voor deze tentoonstelling een thuishangend werk uitgeleend.
De eerste keer dat ik die bijzondere kunst van Marinus Fuit zag was vermoedelijk in 1973 in De Hallen, ook aan de Grote Markt gevestigd. Ik was als 15-jarige direct geïmponeerd door deze zogeheten Nieuwe Figuratie. Vanaf dat moment zou het handschrift met de strenge lijnvoering van Marinus Fuit nimmer uit mijn geheugen verdwijnen; ik zou een Fuit voortaan direct herkennen. Niet dat ik er altijd enthousiast over was: dat wisselt wel eens. Soms roept het keurig ‘kleuren-binnen-de lijntjes’ een verlangen op naar een woeste pollockiaanse verftoets. Maar de unieke Fuit-stijl is onmiskenbaar. Met portlood, O.-I. Inkt, aquarelverf, soms gouache.

Niet veel later kwam ik in contact met het werk van Reinier Lucassen, vaak simpelweg aangeduid als ‘Lucassen’. Ook zijn werk intrigeerde me. Pop-art-achtig, met ogenschijnlijk simpel geschilderde figuren, soms een pin-up maar ook vaak losse – soms alledaagse – gebruiksvoorwerpen in een ruimte, van schemerlanp tot palm of pijp. En dan waren er nog de schilderijen met letters en cijfers, waarachter zich een wereld van verbeelding bevond maar die op het eerste gezicht lastig te begrijpen viel.

‘Maison d’essence’, © Marinus Fuit

Het werk van Arjanne van der Spek is voor mij op deze expositie een kennismaking. Wie haar naam googelt merkt dat ze al van alles heeft gedaan en dat er verschillende monumentale werken van haar te zien zijn in allerlei openbare ruimtes. Arjanne is beeldhouwer, glassschilder, installatiekunstenaar en graficus. Haar werk is niet puur abstract, zegt ze er zelf over. Meer er tussenin. “Ik noem het wel eens organisch abstract; vormen van wolken, stenen, stormen, kleden, planten, trossen, lippen, vingerafdrukken, enzovoort”, aldus de kunstenaar.

Wandelend langs de werken met de looplijst in de hand valt direct de rust op die te vinden is in de poëtische werken van Marinus Fuit (Koog aan de Zaan, 1934). De helblauwe luchten, de spaarzame aanwezige verschijningen in de vorm van ballen, wapperende gordijnen, industriële objecten, scheepskokers, palen of gebouwen enzovoort. Lang geleden wilden er nog wel eens menselijke figuren (voetballers, zwemmers, gymnasten) opduiken in het werk van Fuit, maar deze zijn inmiddels geheel verdwenen. De staalblauwe luchten steevast wolkloos. Een zon zul je als kijker niet ontwaren.
Ondanks de leegte en het schijnbare niet-aan-de-hand-gevoel dat het werk oproept, zou je kunnen stellen dat er sprake kan zijn van een onzichtbare dreiging, zo legde Fuit onlangs uit in een interview. Die dreiging kan – hoewel niet zichtbaar – te maken hebben met het fenomeen ‘oorlog’. Buiten beeld zouden er zomaar bommenwerpers aan de horizon kunnen verschijnen.
In feite zijn wij mensen slechts passanten in een wereld die we zelf aardig om zeep helpen, mag men stellen. Daarom kan zo’n raam met ‘Wapperend gordijn in kustomgeving‘ zo geruststellend werken. Zijn er personen binnen in dat etablissement? En wat zijn ze aan het doen?
Apart is het werk ‘Springplank met busje‘, waar naast blauw en zwart, de kleuren geel, groen en oranjerood zijn gebruikt. Doorsnedes zijn aangebracht met stippellijnen, als wiskundige formules.

Mysterieuze formules vinden we eveneens in het werk van (Reinier) Lucassen (Amsterdam, 1939). Daar zijn hele verhandelingen over geschreven. Lucassen heeft ook internationaal geëxposeerd en richtte in 1967 met Jan Dibbets en Ger van Elk zelfs een Instituut voor Herscholing van Kunstenaars op. Lucassen was tevens jarenlang hoofddocent schilderen aan de AKI (Academie voor Art & Design, voorheen Akademie voor Kunst en Industrie) in Enschede.
Er zijn boeken over hem verschenen, waarin Lucassen ook zelf niet schroomt om in de pen te klimmen en verhandelingen te schrijven over de ontwikkelingen in de kunst. Ze zijn hoogst vermakelijk om te lezen. Zo veegt Lucassen en passant de vloer aan met sommige prominente vertegenwoordigers van de Amerikaanse Pop Art-stroming: Andy Warhol, Roy Lichtenstein en Claes Oldenburg. Lucassen noemt hun kunst ‘oubollige grappen’ en een ‘fopartikel’. Zelf werd Lucasssen een tijdlang als een soort vertegenwoordiger van ‘Europese Pop Art’ beschouwd. Maar die bestaat niet, stelt hij.

‘Nederland is gefundeerd op boeren en kruideniers, nijvere cententellers en dwangneurotische spaarders’, © Reinier Lucassen

Assemblages van Lucassen doen de mondhoeken krullen, al was het alleen maar om de maffe titels van de werken. Neem bijvoorbeeld het werk ‘Nederland is gefundeerd op boeren en kruideniers, nijvere cententellers en dwangneurotische spaarders‘ uit 2014. Een jongedame in Volendams kostuum kijkt meewarig een jongeman aan, die niet overloopt van activiteit. Ogenschijnlijk willekeurige sterren, stickers (‘30% korting’) en buttons (‘Jaguar coupé’) sieren het geheel. Het is vermakelijk cynisme, zoals ook bij het werk ‘De dood van Winnetou (de nobele wilde)‘, waarop vloeiende abstracte vormen te zien zijn met op de achtergrond een pastiche van ‘Het Zigeunerinnetje’ van Frans Hals (door sommigen verward met ‘Malle Babbe’, maar dit terzijde).
Ernaast hangt een overwegend wit geschilderde ‘assemblage’ met daarop de typische beeldtaal van Lucassen: letters, cirkels, cijfers. ‘First contact – De eerste boodschap van naar de aarde gezonden door buitenaardse intelligentsia: Piss off!‘, is de titel. Want de mens is in feite ‘een mislukt product’, heeft de kunstenaar zich weleens in een interview laten ontvallen.

Arjanne van der Spek (Rotterdam, 1958) is op deze tentoonstelling vertegenwoordigd met keramiek en kunst gemaakt van porselein, geblazen glas en aluminium. De installatie met objecten en werken in de serie ‘gemengde techniek op papier) bewegen zich tussen abstractie en figuratief. De installatie in het midden van de ruimte bestaat uit werken op vier ‘zwevende’ tafels en middenin een werk op een sokkel getiteld ‘De nieuwe herhaling’. Voor haar gaat kunst over ‘verpersoonlijking en verbinding met ‘de massa’, de anderen’. De kunstwerken van Arjanne zullen de meeste vragen bij de kijker oproepen, zoveel is duidelijk. In die zin heeft curator Aart van der Kuijl het weer slim aangepakt: hij brengt onze verwende hoofden in aanraking met kunst waar je op moet kauwen.
Naar de betekenis van titels als ‘Stofdroom‘, ‘Mobiushond‘ of ‘Bui‘ mogen we gissen. Een mooie vorm heeft het werk ‘Bui’ zeker, als een soort oprijzende berg in Yves Klein Blauw (International Klein Blue) of massief neerdalend stuk neerslag, hetgeen een voorteken zou kunnen zijn van het onheil dat ons te wachten staat als we niet eens aan de gang gaan met klimaatadaptie of de vermindering van uitstoot.

‘Bui’, © Arjanne van der Spek

Wellicht is dat mede de reden dat Arjanne van der Spek in de hoogte een stel vetplanten aan haar kunstinstallatie heeft toegevoegd. Een combinatie van een beeld met planten maakte ze al vaker, zoals voor ArtZuid in Amsterdam. En voor de gemeente Apeldoorn maakte ze een ‘Gedachtenbeeld‘, wat op zich natuurlijk een geweldige gedachte is. Google haar naam maar eens en je ziet wat foto’s van beelden waarbij wellicht op het eerste gezicht je wenkbrauwen fronsen maar die op de lange termijn zullen intrigeren.
En zo is deze tentoonstelling ‘Meer dan de som der delen’ geslaagd te noemen. De vraag is echter wel of al die kunstliefhebbers die bij de opening aanwezig waren later nog eens opnieuw de gang naar De Vishal maken om het werk nog eens rustig te aanschouwen. Maar dat is ze aan te raden.

‘Meer dan de som der delen’ met werk van Marinus Fuit, Reinier Lucassen en Arjanne van der Spek. Tot en met zondag 17 maart te zien in De Vishal, Grote Markt 20, 2011 RD Haarlem. Dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur en zondag van 14.00 tot 17.00 uur.

Meer dan de som der delen – De Vishal

=========================

(dit artikel is ook verschenen op www.spaarnestroom.nl)

Tentoonstelling ‘Meer dan de som der delen’: Fuit, Lucassen en Van der Spek in De Vishal in Haarlem – Cultureel Haarlem in de spotlight (spaarnestroom.nl)

op de voorgrond: ‘De nieuwe herhaling’, © Arjanne van der Spek