‘Ik heb een hekel aan robots, maar om dat gevoel, om dat te triggeren, heb ik het nodig gehad’. Dit vertelde de vriendelijk uitziende Leonard van Munster (Zwolle, 1972) mij toen ik hem vroeg naar het hyperrealistische zelfportret The dancing white man (2012). Het bewegende standbeeld maakt deel uit van de tentoonstelling Humor. 101 jaar lachen om kunst in museum De Hallen die vanaf 20 mei 2017 te bezoeken is.

Echter, The dancing white man is niet perse een grappig of humoristisch beeld. Het is eerder een intiem zelfportret van Van Munster. Als witte man vindt hij zijn dansbeweging in salsa- of reggaeclubs nogal ongemakkelijk. Wij blanke mensen missen nu eenmaal vaak de soul en souplesse die de makers van deze muziekgenres in overvloed bezitten. Eerlijk is eerlijk, wij bewegen soms wat stijfjes. Stel je dan eens voor dat je in de club staat en je bent op de zoete klanken van reggaemuziek aan het dansen (althans, je doet een poging tot dansen) met een sexy jongen of meisje. Vanuit je ooghoek zie je jouw vrienden aan de bar hardop lachen. Ja, dan zijn die dansmoves toch wat ongecontroleerd. Precies dat idee en dat gevoel wil Van Munster laten zien met The dancing white man.




