‘Er is meer liefde nodig in de wereld’
Mirjam Verschoor maakt digitale stillevens, een combinatie van zeventiende-eeuwse schilderijen met haar eigen foto’s. De werken ogen vrolijk, maar dat is een bitterzoet sausje volgens de kunstenaar. Thema’s als afval, overconsumptie, misleiding en vergankelijkheid voeren de boventoon. “De samenleving zit in een impasse, veel systemen functioneren niet meer. Het moet echt anders.”
De kunstenaar woont in een smal straatje in de Vijfhoek. Bij binnenkomst komt de bezoeker ogen te kort. De kleine woonkamer hangt vol met haar felgekleurde kunstwerken. Op een witte ronde tafel midden in de ruimte staat een computer. Ze heeft haar atelier aan huis. “Ik werk vaak boven. Als voorbijgangers me zien door het raam, is dat gelijk reden voor een drankje. Ik kom soms nergens aan toe”, zegt ze lachend. Mirjam praat in hoog tempo. Ze is een opvallende verschijning, hoedje op, knalrode lippen en ‘smokey eyes’.
Mirjam (49) volgde de Modeacademie in Amsterdam en studeerde Fashion, Design & Strategy aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Ze werkte jaren in de modefotografie en bij televisie. Ook was ze communicatiemanager voor verschillende spijkerbroekenmerken. “Een baan in modewereld is echt het ‘snelle leven’. Ik kon er mijn creativiteit in kwijt, maar de stress werd mij te veel. In 2009 werkte ik voor G-Star. Tijdens de New York Fashion Week stond ik op het dakterras, keek naar boven en zei tegen mezelf: maandag neem ik ontslag. Ik verkocht mijn ziel, voelde ik. Voor menigeen is dit een droombaan, maar ik was doodongelukkig. Ik droeg bij aan het promoten van de meest milieubelastende kledingstukken en hielp zo mee aan nog meer vervuiling van de wereld.” Dat moment vormde het begin van de zoektocht naar een bewuster bestaan en leidde tot de overstap naar haar kunstenaarschap in 2019.
Eilandjes van zooi
Ze begon zo’n tien jaar geleden met het fotograferen van afval op straat in Amsterdam-Oost waar ze woonde. In haar buurt lagen bergen afval, bedden, banken, cd’s in allerlei kleuren met een kaptafel erbij. Grofvuil slordig opgestapeld als een soort decor. Een straat verder ‘een stilleven’ van een koelkast met een schemerlamp ernaast. “Ik raakte geïntrigeerd door die eilandjes van zooi en legde alles vast. Het was schitterend en tragisch tegelijk, een soort dystopisch theater. Het laat ons zien hoe we met spullen omgaan. Veel van wat we weggooien is gemaakt van goedkoop plastic, maar er zitten ook eyecatchers bij. We blijven maar consumeren. Hoe goedkoop en vluchtig zijn we geworden, ook in communicatie met elkaar.”
Mirjam ontwikkelde ook een fascinatie voor zeventiende-eeuwse schilderijen. In haar kleurrijke kunstwerken combineert ze stillevens en andere werken van oude meesters met haar eigen foto’s en stockfotografie. De afbeeldingen van de originele schilderijen bewerkt ze eerst op haar computer. “Gelukkig bleken ze rechtenvrij bij het Rijksmuseum.” Dat gaat pixel voor pixel. Ze maakt de schilderijen meer fotografisch en haar eigen foto’s juist schilderachtiger en korreliger. Ook gebruikt ze fellere kleuren, meer hedendaagse tinten. Het levert een spannend beeld op. “In de zeventiende-eeuw had je bezit om mee te pronken. Mensen waren trots op de spullen die ze importeerden uit verre landen en lieten die naschilderen, zoals theekopjes uit China. De schilderijen waren doordrongen van de symboliek, een citroenschil of brandende kaars stond voor de eindigheid van het leven. De werken hadden de onderliggende boodschap: hecht je niet aan materie alles is vergankelijk. Vandaag de dag zijn we bezeten van bezit. We zijn verwijderd van onszelf, van elkaar en van de natuur. Vandaar ook de naam van mijn eerste serie stillevens: van Bezit naar Bezeten.”
Een bitterzoet sausje
In de gang hangt haar meest verkochte kunstwerk. Het is gebaseerd op ‘Stilleven met bloemen’ van schilder Rachel Ruysch. Mirjam wijst op matrassen, planken, verfemmers, een halve fauteuil en scherven verscholen in het bloemstuk. “Eigenlijk de gangbare meuk die opgestapeld ligt langs de straten van Amsterdam.” De werken van Mirjam ogen vrolijk. Een bitterzoet sausje, noemt ze dat zelf. De toeschouwer moet even inzoomen om te zien wat er werkelijk getoond wordt. “Stillevens vinden veel mensen saai. Bij mijn werken raken de kijkers in verwarring, de kleuren kloppen niet, de bloemen zijn vreemd. Wat gebeurt hier? Toeschouwers blijven stilstaan om te ontdekken waar ze naar kijken. Ik noem deze serie ‘stil levens’, dus in twee woorden. Door stilstand komt de kijker in beweging en denkt na over wat hij ziet.”
Het is niet eenvoudig om een mooie compositie te maken van een oud schilderij in combinatie met de items die ze erin wil verwerken, meent Mirjam. Sommige elementen vergroot ze en anderen maakt ze kleiner. “Ik ben daar lang mee bezig, meestal wel drie maanden. Eerst moet ik het originele schilderij bewerken op mijn computer, daarna mijn foto’s erin verwerken. Dat vergt veel concentratie. Soms neem ik even afstand, doe een stapje naar achter en kom weer dichterbij. Als ik niet oplet is het geen geheel meer, gekmakend soms. Ik zoek naar het spanningsveld. Perspectieven en combinaties kloppen expres niet. Kleur en textuur zijn ook niet conform de werkelijkheid. Die verstoring vind ik fijn, dat imperfecte. Soms is het origineel niet meer terug te herkennen.”
Mooier voorgeschoteld
Volgens Mirjam worden ons in de samenleving veel zaken te mooi voorgeschoteld. “We krijgen van alles door de strot geduwd die wranger zijn dan ze ons vertellen. Denk aan de klimaatpropaganda, windmolens zijn fantastisch om energie mee op te wekken. Niemand vertelt over de nadelen. De zeebodem, de dieren en vissen bijvoorbeeld hebben hieronder te lijden. Het wordt verkocht als een fantastisch verhaal. De mens is zo arrogant. Energie opwekken is belangrijker dan het welzijn van alles dat leeft in zee. De anticonceptiepil is ook zo’n voorbeeld. Slik allemaal de pil, nooit meer ongewenst zwanger. Dat je hele hormoonhuishouding verandert hoor je niet. Veel vrouwen ondergaan een gedragsverandering, sommigen krijgen chronische hoofdpijn of worden depressief.”
Mirjam verwerkt haar constateringen, frustraties en ervaringen in haar werk. Bij de schouw hangt een bloemenboeket met slachtafval. Mirjam loopt erheen en wijst aan. “Als je goed kijkt zie je lappen vlees, organen, veren en bijvangst. Mijn werken zijn reflecties op verschillende thema’s, ze bevatten onderwerpen die aandacht verdienen. Die thema’s zitten in de onderstroom van de samenleving, we zien ze niet. Ik breng ze naar voren en zet ze in een bitterzoet licht. Bij dit werk kunnen mensen aangaan op dierenleed door de verschrikkelijke vleesindustrie. Velen van ons weten niet eens waar dat stukje vlees op hun bord vandaan komt. Het werk gaat ook over de klimaatpropaganda in verband met de opwarming van de aarde. Het is voor mij discutabel of dat te maken heeft met de CO2-uitstoot van de vleesindustrie. De kijker kan gepakt worden op het eerste, maar ik probeer ook het laatste erin te verwerken. Ik vertel een boodschap in verschillende lagen. Als ergens polariteit of de dualiteit in zit, probeer ik die te tonen.”
Tromp-l’oeil, gezichtsbedrog
Mirjam loopt naar een werk aan een andere muur. Een bloemenboeket met daarin onder meer pillen en pillenstrips, blikjes Red Bull, donuts en een asbak met sigarettenpeuken. “In dit kunstwerk heb ik veel van mijn frustraties kunnen verwerken, over de Cito-toets bijvoorbeeld. Als je niet goed scoort, hoor je niet bij de middenmoot. Je moet naar de psycholoog en aan de Ritalin. Je krijgt een etiket opgeplakt. Veel van deze kinderen voelen zich hun leven lang niet goed genoeg om hun authentieke pad te volgen. Daar herken ik zelf elementen van. Al die rotzooi die we te slikken krijgen ondermijnt ons zelfhelende vermogen, zo hypocriet.” Ze wijst naar een standbeeld in het boeket. “Ik heb Hippocrates afgebeeld met de artseneed: Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Tot mijn tweeënveertigste jaar heb ik veel medicatie geslikt, daar heb ik zoveel schade door opgelopen.”
In de kunstwerken van Mirjam speelt het onderwerp vergankelijkheid ook een grote rol. Ze is geboeid door het einde van een tijdperk waarin we zitten volgens haar. “Ik zie dat veel systemen niet meer functioneren in onze samenleving. We zitten in een impasse, het moet anders.” Ze toont een kunstwerk met als achtergrond een afbeelding van het plafond in de Sint Ignatius kerk in Rome. Een tromp-l’oeil, de koepel is gezichtsbedrog het plafond is plat. “De vier zuilen in de hoeken staan voor onderwijs, gezondheidszorg, politieke economie en religie. In het midden hangt huisraad in de lucht in een soort verstilling. Afhankelijk van je perceptie komt het naar je toe of stijgt het op. Ik denk dat we op een kantelpunt zitten in de geschiedenis. Alles brokkelt langzaam af. De tromp-l’oeil van de Sint Ignatius vind ik een interessant gegeven. Dat gezichtsbedrog geldt ook voor het leven. Veel zaken zijn gebaseerd op gedachtes, overtuigingen en geloof. Zo hebben we leren kijken. Als je die denkbeelden weghaalt, is er geen boven of onder meer, geen binnen of buiten. Eenheid is er dan, amen zou ik nu kunnen zeggen.”
Transformatieproces
Mirjam meent dat als we anders naar de wereld kijken, we die kunnen veranderen. Volgens haar is het nog niet te laat. Ze is geen doemdenker. “Het is eigenlijk heel simpel en het begint bij jezelf. Als je je bewust wordt van je gedachten en gevoelens, kun je anders handelen. We kunnen leren van wat we tot nu toe hebben opgebouwd en samen het transformatieproces in gang zetten. Het kan de voedingsbodem zijn voor iets nieuws, iets anders. Het is momenteel een heftige tijd. Er is veel aan de hand in de wereld, we hebben te maken met oorlogen en andere schrijnende zaken. Waar zijn we mee bezig? Wat doen we elkaar, de dieren en de natuur aan? We zijn totaal individualistisch en zien het geheel niet meer. We zijn vergeten dat we onderling verbonden zijn. Als het goed gaat met de buren, is dat ook goed voor jou en andersom. Het is echt tijd voor meer liefde in deze wereld.”
Tekst: Meta van der Meijden /Fotografie: Christhilde Klein
Het interview is mede gepubliceerd in HRLM Haarlemse Stadsglossy nummer 91





























