Scherpe hoeken, felle kleuren, schaduw en spiegeling. Plat versus diepte. De schilderijen op Acrylglas van Geertje van de Kamp gaan over waarnemen, over hoe onze hersenen interpreteren wat ze te zien krijgen. De kunstenaar is gefascineerd door gevouwen papier: van simpel vlechtwerk tot wiskundig origami. Ze won dit jaar de Van Vlissingen Art Foundation prijs, die maakte het voor haar mogelijk naar Japan te reizen om inspiratie op te doen. Van haar nieuwe werk is een boek verschenen, geschreven door kunstcriticus Maarten Buser en een tentoonstelling te zien in het Singer Museum in Laren.

 

 

‘Kijken is een activiteit op zich’

 

Na tweemaal aanbellen opent Geertje de voordeur van het statige Magdalenaklooster in de binnenstad van Haarlem. “Ik moet van ver komen”, zegt ze lachend. “Het is hier zo groot”. Het rijksmonument doet dienst als culturele broedplaats voor het kunstenaarscollectief Horizonverticaal waarvan Geertje sinds 2014 deel uitmaakt. Naast zelfstandig kunstenaar is ze ook parttime docent beeldende vorming binnen het VO. Onderweg naar boven toont ze de expositieruimte, die de vijf kunstenaars van het collectief nog aan het opknappen zijn. De verhuizing was in oktober 2019.

“Ik heb goed nieuws”, zegt Geertje nog voordat ze plaats neemt aan de werktafel in haar studio. “Ik heb een prijs gewonnen. Amper tien minuten hadden ze nodig in mijn atelier. Het ging zo snel, echt geoefende kijkers. Ik had niet verwacht dat ik de prijs zou krijgen, het was heel spannend.” De Van Vlissingen Art Foundation werkt niet met een nominatielijst. Eén kunstenaar wordt op een podium gezet. De stichting wil zo jonge onbekende kunstenaars een stapje op weg helpen. “Sinds maart vorig jaar toen ik hoorde dat ik winnaar was, staat alles in het teken van de prijs. Ik wist het al voordat ik op reis ging naar Japan, maar mocht niemand iets zeggen. Het werk dat ik daarna gemaakt heb tot nu, is voor de expositie in november in het Singer Museum. Ik had maar één doel en één focus. Het viel gelijk met de verhuizing naar dit gebouw, maar ik heb me niet laten afleiden. Het was een enorme boost. Ik ben grotere schilderijen gaan maken en heb mezelf niet ingehouden met de aanschaf van verf.”

Plat versus diepte

Geertje (Alkmaar, 1986) kwam in 2010 van de Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving in Amsterdam. Na een periode van experimenteren schildert ze sinds 2017 niet meer op canvas, maar op acrylglas. Haar meest recente werk bestaat uit twee voor elkaar geplaatste platen plexiglas beschilderd met acrylverf. De afstand tussen de platen zorgt voor schaduwwerking en diepte. “Mijn werk is plat versus diepte, zowel in het beeld als in de constructie. Wat 3D is, vertaal ik op een platte manier met een ruimtelijke suggestie. Er is schaduwvorming en in de spiegeling zie je ook nog de ruimte achter je. Deels bedenk ik de diepte vooraf en deels ontstaat het tijdens het maken.”

“Plexiglas is voor mij een prettig materiaal om mee te werken: Het is licht en breekt niet, ik kan er in boren en het is makkelijk te verlijmen. Er bestaan ook ontzettend veel variaties in Acrylglas. Het is gekleurd verkrijgbaar, met glitter, transparant, glanzend, mat, in neon en spiegelend.” Ze loopt door het atelier en wijst de verschillende soorten plexiglas aan op haar werken aan de muur.

Overgestapt van canvas naar acrylglas?

“Met lagen werken op doek is lastig. De verf die ik aanbracht, kon ik later niet meer verwijderen als het tegenviel. Ik ben kleine plastic sheets gaan maken met diverse kleuren en patronen. Door ze voor het schilderij te houden, kon ik kijken of het werkte wat ik bedacht had en zo controle krijgen over het effect van de lagen. De sheets waren van glad plastic, dat werkte super snel. Ik maakte er 40 op een dag. In totaal heb ik er wel 400 gemaakt. De sheets vormden een soort beeldbank, de hele muur in mijn oude studio hing er vol mee. Door het vlotte werken ging mijn ontwikkelingsproces ook plots snel en vond ik doek niet meer interessant. Ook ontdekte ik door verschillende sheets voor een schilderij te houden hoe goed lagen werken met ruimte ertussen. Het plastic bleek uiteindelijk te dun en de verf liet snel los, dus ben ik op zoek gegaan naar iets anders en kwam bij plexiglas uit.”

 

 

 

Minimalisme

Geertje bladert in haar schetsboekje met oude pen- en potloodtekeningen in zwartwit of felle kleuren. Het begon allemaal met haar interesse voor patronen. In het ruitjesboekje tekende ze haar eigen variaties. “Die kleine ruitjes werken heel goed voor mij. Ik begrijp ze en zie gelijk of ik een hokje omlaag moet of juist twee omhoog. Ik tekende net zolang door totdat er een ontwerp kwam en kon eindeloos door fantaseren hoe zo’n patroon verder liep.”

Op een gegeven moment vlocht ze stroken papier in haar atelier en maakte een muizentrapje. “De muizentrapjes ben ik vervolgens ook gaan tekenen in mijn schetsboek. Ik ontdekte dat ik er op zichzelf staande ontwerpen mee kon maken in plaats van alleen maar herhalingen van hetzelfde patroon.” Haar werk werd steeds strakker en minimalistischer. “Less is more ontdekte ik en dat pakte goed uit. Ik moest een keuze maken en hoe meer keuzes je maakt, hoe overtuigender je werk is. In mijn composities bepaal ik zelf welk onderdeel de nadruk krijgt, wat ik uitvergroot of juist verklein.”

Is dat jouw groeiproces?

“De patronen kwamen vooral van bestaande dingen, dat was al bedacht door een ander en voelde niet als iets waar ik zelf wat aan toevoegde. Niets eigens, geen signatuur. Bij de muizentrapjes voelde dat wel zo. Daarna kwam ik met origami in de ingewikkelde patronen terecht. Wat in het begin heel wat frustraties heeft gekost, maar ik ben er steeds handiger in geworden.”

In haar atelier hangen schilderijen uit 2018 en 2019 en een enkele grotere uit 2020. De studio is licht en ruim, er heerst rust. Ze heeft geen straatzicht en dus ook geen afleiding van de buitenwereld. “Eigenlijk is dat heel prettig, mijn concentratie is groter dan in mijn oude studio op de begane grond aan het Spaarne. Ik werk hier iedere dag met een dikke grijns op mijn gezicht, het geeft zo veel energie.”

 

 

Meditatief vouwen

Op de werktafel staan ingewikkeld gevouwen papieren objecten. “Oefenwerkjes” zegt Geertje. Sommigen vallen door de tocht van het open raam op de grond en schuiven sierlijk verder. Aan een pilaar hangt een papieren vlechtwerk van kleine gekleurde kraanvogels. “Die slingers zijn een Japanse traditie. Je ziet ze veel bij tempels hangen, echt te gek. Als je 1000 kraanvogels vouwt, mag je een wens doen. Je kan het ook als geluk aan een ander geven. Ik moest hier wel even mijn best op doen”, glimlacht ze als ze met haar hand door de slinger gaat. “Japan was voor mij een en al prikkel, er is zoveel te zien. Terug in Nederland dacht ik: laat ik ook 1000 kraanvogels vouwen, dan word ik vanzelf rustig. Een soort meditatief vouwen en net als met breien kun je het op een gegeven moment met je ogen dicht.”

 

 

Waarom heb je gekozen voor Japan om inspiratie op te doen?

“Origami komt uit Japan, ik wilde kijken hoe het daar beleefd wordt. Het is een modern land en visueel zeer prikkelend. Ik vroeg me af hoe al die chaos, die eigenlijk heel gestructureerd is, samengaat met de Zentuinen. Het lijkt dualistisch, maar het klopt echt. Mijn inspiratie haal ik niet uit de buitenwereld, ik werk vanuit mijn schetsboek en kom zo tot nieuwe dingen. In Japan heb ik de vouwsels letterlijk bekeken.”

Ben je met je werk waar je zijn wilt?

“Ik werk in series van 20 schilderijen ongeveer. Ik zet ze op een rij in mijn atelier en bekijk welke combinatie werkt en welke werken er buiten vallen. Op een gegeven moment is het klaar en zet ik ze in elkaar. Dan ga ik weer tekenen in mijn schetsboek tot ik tot iets nieuws kom om een serie mee te maken. Het is nooit echt klaar, alleen tijdelijk als ik een serie afrond.”

Wil je iets vertellen met je werk?

“Ik wil dat de toeschouwer er naar kijkt en vervolgens in gesprek gaat met zichzelf. Klopt het wat hij waarneemt? Waar kijkt hij naar en wat valt hem op? De een ziet dit en de ander ziet dat. Er zit geen verhaal in mijn werk, het gaat over waarnemen, over hoe onze hersenen interpreteren wat ze te zien krijgen.”

Dat intrigeert je?

“Ja, en ik hoop de toeschouwer ook. Kijken is een activiteit op zich. Ik kijk heel bewust rond naar patronen in de straattegels of naar mooi metselwerk. Daar kan ik uren mee bezig zijn.”

Waar werk je nu aan?

“Mijn werk voor de expositie en het boek zijn klaar. Het was nog een heel gedoe om tijdens de coronacrisis plexiglas te laten bewerken. De werkplaatsen waren overvraagd en de deadline naderde. Wat een stress, niet te doen. Op het moment ben ik met wiskundig origami bezig. Het ziet er heel ingewikkeld uit, maar is volkomen logisch. Je moet de handeling van het vouwen wel fijn vinden, zeker bij zo’n moeilijke. Als je wacht tot het klaar is, werkt dat frustrerend. Met de logica van deze werkjes weet je waar je uitkomt, dat is niet zo met kunst. Aan het begin van een nieuwe werk, weet je niet waar het heen gaat. Dat geeft onzekerheid en is juist leuk. Als je weet waar het eindigt, bestaat het al en waarom zou je het werk dan nog maken?!”

 

 

Het werk van Geertje van de Kamp is van 3 november tot en met 10 januari 2021 te zien in museum Singer Laren. Helaas zijn musea ten minste tot 19 januari 2021 gesloten vanwege Covid-19. Voor meer informatie kunt u het beste de website van museum Singer Laren in de gaten houden.  Het boek van Maarten Buser ‘Geertje van de Kamp. Een Nederlandse kunstenaar in Japan’ is te koop bij bol.com, waandersdekunst.nl en bij libris.nl.

Tekst: Meta van der Meijden / fotografie: Christhilde Klein en Peter Lipton. Dit artikel is eerder gepubliceerd in de 71e editie van de Haarlemse Stadsglossy.

Debbie Saul

Welk kunstwerk laat je zien?

“Een zelfportret, geschilderd door Willemijn, mijn dochter. Dit schilderij hangt bij mij in de woonkamer. Het is door haar gemaakt toen ze acht jaar was. Het is een schilderij dat grote betekenis voor mij heeft. Vroeger hing er namelijk in mijn ouderlijk huis een schilderij dat door zijn kleur en vorm een verbinding maakt met het werk van mijn dochter. Het is bijna een soort flashback voor me.

Debbie Saul

Dat schilderij van toen was een werk van de schilder Modigliani en heet Marie, meisje van het volk. Mijn oma heette ook Marie. Als kind was ik gefascineerd door dat beeld. Wanneer ik naar kunst kijk, hou ik er van dat het beeld schuurt, dat het op het eerste gezicht niet helemaal lijkt te kloppen, maar als je veel kijkt kom je er meestal wel achter of het klopt of niet.”

Wat doe je voor de Kunstlijn?

“Ik werk vooral achter de schermen.”

Wat zou voor jou de beste Kunstlijn zijn?

“Misschien iets zoals de Biënnale van Venetië. Aan de andere kant heeft het ook wel zijn charme dat de Kunstlijn zo’n belangrijk streekgebonden gebeuren is.”

Wat is voor jou het mooiste kunstwerk van de wereld?

“Als jongere zag ik de Guernica van Picasso en dat gaf een schok. Dat kwam binnen als een bom. Ik hou niet zo van realistische kunst.”

Marion Reulen

Welk werkstuk zien we?

“Het is een schilderij van Jan Polak. Jan Polak was een schilder die abstract geometrisch werk maakte, hij is helaas in 2014 overleden. Ik kende Jan al toen ik zeventien jaar was. Dit werk heeft, vind ik, een sterke penseelvoering, het is strak, met vaste hand geschilderd, het heeft ritme, kleur, ruimte, licht en is poëtisch. Het hangt boven de eettafel. Ik verander de plaats waar mijn kunstwerken hangen en staan – ik heb er meerdere – eigenlijk zelden.”

Marion Reulen

Wat zijn je werkzaamheden voor de Kunstlijn?

“Ik maak en begeleid tentoonstellingen voor de Kunstlijn. Ieder jaar heeft de Kunstlijn naast de bekende atelierroute ook een aantal tentoonstellingen op min of meer vaste locaties. Ik streef naar kwalitatief goede exposities voor een breed publiek. Die groepstentoonstellingen organiseer ik
(mede) of ik ondersteun de curatoren van sommige locaties. Vaak wordt er door uitgenodigde kunstenaars speciaal voor die locaties werk gemaakt. Ik ben vooral verantwoordelijk en neem die verantwoordelijkheid ook. Dit werk is vooral liefde voor de kunst.”

Wat vind je van de Kunstlijn?

“Het is fijn om in een team te werken en het is ook goed dat er de laatste tijd jongere mensen bij zijn gekomen. De Kunstlijn is een onderscheidend evenement met allure, het geeft ruimte aan geballoteerde kunstenaars.”

Wat is (zijn) jouw ‘ultieme’ kunstwerk(en)?

“A Portrait of Andy Warhol As a Banana van Basquiat, en dan bij voorkeur gezien zitten of liggend vanuit mijn chaise longe van Le Corbusier.”

Larissa Neslo

Welk kunstwerk laat je zien?

“Komeetorchidee, hangt bij mij in het atelier. Omdat ik zelf kunstenaar ben, laat ik eigen werk zien. Het is onderdeel van een serie over mijn interesse in tijd en ruimte, planten en dieren. Hoe meer je leest  over bijvoorbeeld ‘tijd’, hoe meer je beseft dat tijd eigenlijk helemaal niet bestaat en ontdek je nieuwe aspecten. Ik voel mij een soort toeschouwer van deze gebeurtenissen. Vroeger was kunst en
wetenschap met elkaar verbonden. Ik probeer oosterse filosofie en wetenschap in kunst bij elkaar
te brengen. Het schilderij is ook heel symbolisch, het kleine mensje in de grote hakken is een
terugkerend beeld in mijn werk.”

Larissa Neslo

Heb je een kunstwerk dat voor jou belangrijk is?

“The Irony of a Negro Policeman van Jean Michel Basquiat. Het typeert hem: graffiti, schilderen
en tekenen om in expressionistische stijl zijn onderliggende boodschap te verkondigen. Basquiat
kwam van de straat en zette zich af tegen de elitaire (kunst)wereld. Hij is helaas heel jong overleden.”

Wat doe je voor de Kunstlijn?

“Ik bezoek en interview kunstenaars in hun atelier, deze atelierbezoeken laat ik zien in foto’s en tekst, zo zorg ik dat de Kunstlijn zichtbaar is op social media.”

Wat vind je van de Kunstlijn?

“Het is een mooi evenement: zowel leuk om mee te doen met mijn kunst als om ateliers en tentoonstellingen te bezoeken en werk van collega’s te zien. Er is zo veel te zien dat een weekend eigenlijk te kort is.”

Marjolein Blaauwbroek

Welk werkstuk laat je zien?

“Het is een op paneel geschilderd schilderij door Caroline Doornenbal.Tijdens mijn eerste Kunstlijn werkte ik bij het Kunstcentrum Haarlem, daar hing het werk in de centrale tentoonstelling. Het schilderij liet mij niet los, dus ik moest het kopen. Er zitten naar mijn idee een aantal lagen in die overeenkomen met de manier hoe ik zelf voel en denk. Voor mij is het werk een vertaling van hoe je
‘het leven’ kunt zien.”

Marjolein Blaauwbroek

Wat doe je bij de Kunstlijn?

“Ik schrijf voor de Kunstlijn. Voor de website, HRLM stadsglossy of De Kunstlijner (de Kunstlijnkrant die ieder jaar wordt gemaakt, red.) ga ik bij kunstenaars op bezoek en schrijf over hun persoonlijke verhaal. Het is interessant om hun verhalen in woorden te mogen vangen.”

Wat vind je van de Kunstlijn?

“De Kunstlijn is een bijzonder initiatief. Het is mooi dat er een platform wordt geboden aan lokale hedendaagse kunstenaars. Voor veel kunstenaars is het een stimulans om voor de Kunstlijn nieuw werk te maken.”

Wanneer is iets voor jou een kunstwerk?

“Als het een uiting is van gedachtes, dromen en verlangens. Op mijn website staat dan ook de zin: alles kan kunst zijn.”

Wat was je eerste kunstervaring?

“Mijn ouders namen mij op jonge leeftijd mee naar Museum Kröller-Müller, waar vooral de schilderijen van Vincent van Gogh indruk op mij maakten.”

Joke Breemouer

Welk werkstuk laat je zien?

“Het is een werkstuk gemaakt op de computer door Ben Imhoff. De titel is: Out of the Heart. Ieder jaar koop ik een werkstuk van een kunstenaar die met de Kunstlijn meedoet. Voor mij is het werk
de verbeelding van het hart, waar iets speciaals mee gebeurt. Ook de kleuren trekken mij aan. Ik heb het puur intuïtief gekozen. In mijn aankopen zit geen lijn, wat wel belangrijk is, is dat de kunstenaar een nieuw beeldmiddel gebruikt.”

Joke Breemouer

Wat doe je voor de Kunstlijn.

“Ik ben voorzitter. In die functie vooral verbinder en netwerker. Verder ben ik de spil van het
Kunstlijnteam. Het hele jaar rond ben ik hier mee in de weer. Het is een uitdaging voor mij om de
Kunstlijn levendig en interessant te houden.”

Wat is jouw ultieme Kunstlijn?

“Dat het deelnemersveld een goede mix is van professionaliteit, leeftijd en verbindende kwaliteit. Ook is het ontzettend belangrijk voor mij dat de leden van het Kunstlijnteam goed samenwerken
en de sfeer voor een ieder prettig is.”

Wat is professionaliteit voor jou?

“Dat een kunstenaar meer doet dan alleen tekenen of schilderen, dat er ook wordt nagedacht, geschreven en gecontempleerd. Het gaat niet alleen over verkopen.”

Wat was je eerste ervaring met kunst?

“Als kind van 9 jaar ging ik met mijn vader naar het huis van Kees Verwey. Hij moest werk opnemen
voor een verbouwing. Ik zag zijn atelier. Dit was een nieuwe wereld, geweldig!”

Meta van der Meijden

Welk object laat je zien?

“Ik heb gekozen voor een vaas uit mijn collectie van ongeveer 30 stuks. Niet iedere vaas komt het huis in, ik ben zeer kritisch. Deze blauwe vaas heb ik van mijn man gekregen. Ik vind hem bijzonder omdat hij van vorm en kleur verandert zodra je hem draait. Zo heb ik telkens een ander kunstwerk staan. De meeste vazen die ik heb zijn van glas. Ik raak ze graag aan, til ze op of kijk er doorheen.”

Meta van der Meijden

Wat is de functie van een vaas voor jou?

“Het is een sierobject. Op een enkel bloemetje na stop ik er niets is, de vaas an sich is het belangrijkste.”

Wanneer is iets een kunstwerk voor je?

“Voor mij is het kunst wanneer je het zelf ziet of ervaart als kunstwerk.”

Wat is jouw werk voor de Kunstlijn?

“Ik schrijf voor de Kunstlijn. Als ik bij kunstenaars op atelierbezoek ben, wil ik graag meegenomen worden in hun fascinerende wereld. Belangrijk bij deze interviews is de vraag achter de vraag.”

Welke kunst maakte een diepe indruk op je?

“Als jong meisje kwam ik samen met mijn vader in het Stedelijk Museum in aanraking met The Beanery van Edward Kienholz en was gelijk getroffen. Je betreedt het kunstwerk, een nagebouwd Amerikaans café. Er is geur, geluid, je komt ogen te kort. De gasten aan de bar hebben allemaal een klok als gezicht. Zo maf en intrigerend.”

Tekst: Rogier Polman / (portret)fotografie: Christhilde Klein Dit artikel is eerder gepubliceerd in de 70e editie van de Haarlemse Stadsglossy.

Ter nagedachtenis aan een bijzonder kunstlievend mens.

(Dit interview is oorspronkelijk door Kunstlijn gepubliceerd in november 2018. Bart Spoorenberg is op 28 juli 2020 overleden)

Inspirerende gesprekken. Nieuwe ontdekkingen. Of een blik achter de schermen. De Kunstlijn Haarlem brengt kunstenaars, kunstliefhebbers en professionals bij elkaar. Ieder met z’n eigen doel. Kunstverzamelaar Bart Spoorenberg bezoekt jaarlijks de Kunstlijn Haarlem met een grote tas onder zijn arm. Ook dit jaar werd hij gespot bij Het Hoofdkantoor. Met maar liefst zes nieuwe aanwinsten ging hij naar huis! Wie is Bart Spoorenberg? En waar krijgen al deze werken een plekje? Namens de Kunstlijn Haarlem kreeg ik een persoonlijke rondleiding door zijn adembenemende herenhuis aan het Spaarne.

Hamer en spijkers

Als de voordeur opengaat sta ik midden in een museum. Overal hangt kunst. Opgehangen met een gevoel voor balans. Geen werk valt uit de toon. In de hoek ligt een hamer met enkele spijkers. Bart vertelt enthousiast dat kunstenaar Frans Vendel net op bezoek was om een werk langs te brengen. Hij wijst naar een vierkant doek waar drie abstracte vlakken een dialoog met elkaar aangaan. “Tijdens de Kunstlijn raakte ik in de Vishal in gesprek met Frans. Het werk straalt kracht uit, maar tegelijkertijd rust. Dit werk hoort op deze wand thuis.” De omringende werken zijn tevens abstract. Een mix van werken uit de jaren ‘50 van bijvoorbeeld Joost Baljeu en hedendaagse kunstenaars als Els Moes en Eric de Nie.

Bart Spoorenberg

Ontvangst woning Bart Spoorenberg

Bart Spoorenberg

Abstracte wand met rechts het werk van Frans Vendel

Eigen collectie

Bart Spoorenberg (1948) komt uit een verzamelaars gezin. Zijn ouders verzamelde antiek. “Ik verliet het ouderlijkhuis met een aanhangwagen gevuld met antiek. Het voelde alsof ik nog in het huis woonde van mijn ouders. Als tegenhanger ben ik mijn eigen collectie gestart. Een collectie van hedendaagse kunst. Langzaam verdween de antiek uit mijn huis.” Jarenlang werkte hij voor de Hema en Bijenkorf als conceptbedenker. Hij reisde hiervoor de gehele wereld over. Maar de kunst voor zijn privécollectie kocht hij voornamelijk aan in Nederland, in en rondom Haarlem. “Ik kan mij met deze kunst identificeren.”

Hij koopt enkel aan wat hij mooi vindt. “De ene keer maakt een werk mij blij, de andere keer doet het mij denken aan een scene uit mijn leven en of straalt het werk rust uit.” Thuis schuift hij net zolang met de werken zodat er een gebalanceerde compositie ontstaat. De werken naast elkaar vormen zo bijna een nieuw kunstwerk. Het herenhuis telt drie verdiepingen. Overal hangt iets. In de garage, naast zijn tandenborstel in de badkamer en boven de bank in de woonkamer waar hij over het Spaarne uitkijkt. Bart leeft in zijn eigen museum. “Ik vind het heerlijk om rond te dwalen tussen alle creatieve uitspattingen.”

Bart Spoorenberg

Deel aanwinsten Kunstlijn, links mozaïek Anouk Rosenhart

Nieuwste ontdekking

Eén van zijn nieuwste ontdekkingen en aankopen is van de Haarlemse Anouk Rosenhart (1988). Anouk heeft zich gespecialiseerd in mozaïek, abstracte mozaïek. Ze speelt met materiaal, vorm, hoogte, grote en voegafstand. Haar kennis heeft ze opgedaan bij het Scuola Mosaicisti del Friuli in Spilimbergo in Italië. Een van de weinige kunstacademies die mozaïek als specialisatie kent. Tijdens de Kunstlijn exposeerde ze Onder de Toren in de Waarderpolder. “Haar werk is teer en kwetsbaar. Het spel van lijn en vlak in de diepte trok mijn aandacht.”

Op een gegeven moment waren de muren vol. Puilde de opslagruimte onder zijn bed uit en was er geen ruimte meer in de kasten. In 2016 besloot Bart 130 werken aan de overburen, het Teylers Museum te schenken. “Als ik een werk aankoop wordt het werk enkel nog door mij en mijn bezoekers bekeken. Door een deel van mijn collectie aan het Teylers te schenken hoop ik de kunst voor een groter publiek zichtbaar te maken.” Dat is gelukt. De schenking resulteerde in een overzichtstentoonstelling ‘Kunst aan het Spaarne’.

Bart Spoorbergen

De werken naast elkaar vormen bijna een nieuw kunstwerk

Achter ieder werk schuilt een verhaal

Ondertussen zijn de muren weer gevuld, maar de verzamelaar heeft vooruitzicht op meer ruimte. Recent heeft hij een woning aangekocht in de voormalige Psychiatrische inrichting Bloemendaal. Weer een adembenemend gebouw. Gelijkvloers, maar met wanden van 6 meter hoog. Of hij het erg vindt om Haarlem te verlaten? “Nee, er ligt een prachtige tuin om heen. Vooruitzicht op meer rust. Daar ben ik wel aan toe.” De nieuwe aankopen staan tijdelijk nog in een hoekje, maar zullen als een van de eerste een plaatsje krijgen op de nu nog kale, witte wanden.

“Ik moet een keer ophouden”, zegt Bart gevolgd door een zucht. Tegelijkertijd schiet er weer een herinnering te binnen, loopt hij naar de andere kant van de zolder en praat hij vol enthousiasme door. Achter ieder werk schuilt een verhaal. Jong, oud, gevestigd, jong talent. Alles hangt door elkaar. Zelfs bij het afscheid weet hij nog een anekdote te vertellen. Bijzondere man met een groot hart voor kunst, kunstscheppers en dé Kunstlijn Haarlem.

‘Ik ben geen kunstenaar, maar creatief ontwerper’

De fotoprints op glas zijn niet direct te duiden. Zijn het inktvlekken of zwarte bloemen? Arjan Mens is altijd op zoek naar een combinatie van wetenschap en kunst. Hij experimenteert met algoritmische computaties om tot nieuwe abstracte vormen te komen. Met inkt en collage werkt hij zijn eigen figuratieve projecties hierop uit. “Het is een samenspel tussen digitaal en traditioneel handwerk. Mijn recente prints op glas zijn florale vormen, die ontstaan uit algoritmes en ruimtefotografie.”

In een modern ingerichte bovenwoning woont Arjan midden in het centrum van Haarlem. Langs de keuken loopt een open trap naar zijn werkruimte. Op het bureau staat een grote computer en aan de wanden hangen zijn fotoprints. In 2002 ronde hij zijn studie af aan de Willem de Kooning Academie. Gemiddeld drie a vier dagen per week is hij bezig met kunst. Daarnaast werkt Arjan parttime als creatief directeur bij een reclame-, een design- en een productontwikkelingsbureau.

“Meerdere dingen tegelijk doen, vind ik het leukst en dat houdt het werk spannend. Het is tevens mijn valkuil, ik krijg slaaptekort of mijn werk komt niet af. Ik besteed overal met plezier veel aandacht aan waardoor ik moeilijk kan stoppen. De afwisseling is prettig, bij autonome kunst werk je alleen, bij de verschillende bureaus werk ik samen met anderen.”

Arjan Mens

Arjan Mens: Flos-Universi-IV

Arjan Mens

Arjan Mens: Flos-Universi-V

De rode lijn

Arjan gaat voor naar de woonkamer en neemt plaats aan tafel. Hij noemt zichzelf geen kunstenaar, maar creatief ontwerper. “Kunstenaar klinkt zo groots. Het is voor mij ook niet belangrijk, ik denk niet in hokjes. De rode lijn in al mijn werk is creativiteit, als het kan in vrijheid gemaakt. Het liefst ben ik onafhankelijk en beslis zelf wanneer iets goed is, in plaats van dat een opdrachtgever dat bepaalt. Kunst is autonoom, dan ben ik vrij in wat ik maak.”

De ontwerper is altijd op zoek naar een combinatie van wetenschap en kunst. In zijn werk als creatief directeur is hij conceptueel bezig, in zijn vrije werk laat hij zich leiden door zijn gevoel. “Zelfs dan heb ik de neiging alles overdacht te doen, daar wilde ik los van komen. Enige tijd geleden begon ik met inkt op papier, geïnspireerd op de persoonlijkheidstest met inktvlekken van psycholoog Rorschach. Met de inktvlekken werkte ik intuïtief mijn projecties uit, zonder na te denken. Heel leuk om te doen, maar het werd erg klassiek allemaal. Ik wilde het in een modern jasje gieten en dook in de wereld van digitale algoritmes. Het zijn nu driedimensionale inktvlekken geworden. Van te voren heb ik geen idee wat voor vorm eruit gaat komen. Een algoritme projecteer ik op de ‘inktvlek’, in een 3D programma wordt dat naar een soort ruimtelijke entiteit omgezet. Vaak ben ik daarna nog maanden bezig om er een vorm in te creëren, die ik voor ogen heb met behulp van inkt of collagetechnieken.”

Ruimtefotografie

In zijn werkruimte geeft Arjan een demonstratie. Na wat klikken met de muis verschijnt op het computerbeeldscherm een zwarte ’inktvlek’. Om deze simpele elementaire vorm trekt hij een bestaande foto of beeld. In dit geval kiest de kunstenaar voor ruimtefotografie. “Het algoritme kent vervolgens op basis van de tonen, die op deze foto zitten, een ruimtelijke verplaatsing toe. En dan gebeurt er iets, wat steeds weer een verassing is. Ik heb wel ontdekt dat bepaalde beelden ook bepaalde vormen opleveren, dat vind ik interessant. Zo ontdekte ik dat met ruimtefotografie florale vormen ontstaan. Mijn nieuwste serie heeft als titel ‘Flos Universi’, Latijn voor bloemen van het heelal.”

Hij wijst naar zijn fotoprints aan de muur, zwarte bloemvormen die lijken te bloeden. De beelden komen niet letterlijk zo uit de computer. Arjan laat delen van prints weg of voegt ze juist samen, hij bewerkt ze met inkt of tekent er digitaal een laag overheen. Zo ontstaat langzaamaan het uiteindelijk beeld dat soms wel uit zeventig lagen bestaat. “Het is een heel proces. Gemiddeld ben ik wel een maand of twee met één werk bezig.”

Nieuwe technologie en kunst

Arjan haalt inspiratie uit de kunst- en designwereld, maar ook uit (inter)nationale reclames. Kunstenaar Michael Hansmeyer vindt hij onder andere interessant. Hansmeyer gebruikt algoritmes om nieuwe architectonische vormen te ontdekken. Deze digitaal gegenereerde vormen print de Duitser op levensgroot formaat (3D) uit tot ruimtelijke decors. ”Zijn werk illustreert goed wat ik bedoel met het snijvlak tussen nieuwe technologie en kunst, waarbij grenzen tussen disciplines vervagen. Je kunt het architectuur noemen, design of kunst, het maakt eigenlijk niet uit. Fantastisch werk.”

Arjan Mens

Arjan Mens: Flos-Universi-VI

De Haarlemse kunstenaar onderzoekt de relatie tussen digitale techniek en traditioneel vakmanschap om nieuwe vormen te ontdekken. Hij houdt van handwerk, maar moderne technologieën creëren nieuwe mogelijkheden. “Mensen denken dat wat digitaal tot stand komt, daar is geen handwerk aan te pas gekomen. Maar het is juist een fascinerende combinatie. Traditioneel vakmanschap vind ik te gek, maar digitale techniek is vanuit innovatief oogpunt interessant. Wat ik nu in mijn werk om laat zetten met algoritmes, zou anders niet mogelijk zijn of me jaren kosten om hetzelfde te bereiken.”

Niet schuwen

Bij elk nieuw medium rijst de vraag of het wel kunst is of design. Nieuwe middelen moet je niet schuwen, meent Arjan. “Iedere techniek biedt andere kansen en daar moet de kunst- en designwereld steeds weer hun weg in vinden. Het zijn tools om iets te maken, maar het idee of gevoel komt bij mij vandaan. Ik was een bèta-student, maar ben toch de kunstacademie gaan doen. Dat was vreemd voor mijn omgeving. Als je techniek en kunst kunt samenbrengen, is dat zeer boeiend.”

De bloemenserie ‘Flos Universi’ is in zwart/wit tinten. Kleur vindt Arjan niet belangrijk, het gaat hem puur om de intuïtieve interpretatie van de vorm. “Als ik kleur toevoeg, dan gaat het opeens om wat ik mooi vind. In essentie gaat het werk over wat er met de vorm gebeurt. Er zit geen boodschap achter mijn kunst, dat vind ik niet nodig. Er zijn al genoeg meningen. Ik heb ze wel, maar heb geen behoefte mensen ergens van te overtuigen.”

Tekst: Meta van der Meijden / (portret)fotografie: Debbie Saul Dit artikel is eerder gepubliceerd in de 69e editie van de Haarlemse Stadsglossy.

Iedere dag kijken, componeren en herstructureren is wat Corinne Bonsma doet in haar lichte atelier aan het Spaarne. Haar schilderwerk is figuratief, maar tegelijkertijd abstract. Tweedimensionaal, maar ook driedimensionaal. Speels en toch geordend. Ze speelt gecontroleerd met de herkenbaarheid en de onderliggende betekenis van objecten en emoties. Oftewel met het bewuste en het onderbewuste.

Corinne Bonsma

Corinne Bonsma (1959) heeft een Hollandse vader, maar is opgegroeid in Zwitserland. In 1984 kwam ze naar Nederland om als artist in residence aan de slag te gaan bij de Ateliers ’63 en is sindsdien in Nederland gebleven. Op de kunstacademie in Zwitserland ontwierp ze voornamelijk meubels uit plaatmateriaal. De Ateliers ‘63 had hier niet de ruimte, noch het materiaal voor. Al snel verschenen de alledaagse voorwerpen op het doek en zijn daar tot op de dag van vandaag gebleven. In 2015 won ze de Jeanne Oosting Prijs voor haar oeuvre en haar werk wordt tentoongesteld in Nederland, Zwitserland en Duitsland.

Corinne Bonsma

Uitschakelen en herstructureren

Het proces van Corinne start met een blanco vel en een potlood of penseel. “Ik schakel alles uit en begin te tekenen. Snel verschijnen er vormen, vlakken en lijnen.” Het creatieve proces komt op gang. Puur infinitief. Hierna start het kijken en selecteren. Bepaalde delen uit de tekeningen isoleert ze, herstructureert ze en brengt ze samen voor een nieuw werk.

De opbouw van haar schilderijen is tevens een aaneenschakeling van weghalen en toevoegen. Alleen hier laat ze niets aan het toeval over. Elke stap wordt bewust genomen. Elke kleur wordt bewust gekozen. Vlak over vlak. Kleur over kleur. Schilderen blijft voor haar een eeuwige zoektocht. Ze probeert zich zo weinig mogelijk aan te trekken van kunststromingen. “Ik heb nooit commercieel gedacht. Schilderen is voor mij iets magisch. Het is een verlengstuk van mijzelf, van wat ik zie en ervaar. Op deze manier kan ik trouw blijven aan mijzelf. Ieder vlak heeft een emotionele waarde. Dit breng ik geconcentreerd aan, wis ik weer weg door er overheen te schilderen of af te schuren, zodat ik er later weer dunnetjes overheen kan gaan.” Zo gaan wij ook met onze emoties om. Sommige emoties komen naar de oppervlakte en worden zichtbaar. Sommige mogen zichtbaar blijven, andere stoppen we graag weg, laten we los of mengen we met andere ervaringen. Het schilderproces van Corinne is dan ook nauw verbonden met haar eigen persoonlijke ontwikkeling.

Continue focus

Tussen het schilderen door schakelt ze over naar tekenen. Op papier test ze diverse kleuren combinaties en composities om het vervolgens op het doek te kunnen toepassen. Uiteindelijk is het tijd om het werk te laten rusten. Zodat de focus verzacht en er ruimte ontstaat om te kunnen accepteren dat het werk af is of dat er toch nog iets kleins aan moet worden toegevoegd. Ze doet er alles aan om het proces bewust te doorlopen en geen overhaaste beslissingen te nemen. Bij het scheppen van haar kunst is deze continue focus belangrijk, want het openstellen van creativiteit vraagt volgens haar om een bepaald level van denken. Bijna dagelijks komt Corinne naar haar atelier, soms alleen om te kijken of te lezen. Het proces gaat dan onderbewust op de achtergrond verder.

Corinne wil graag in haar werk een wereld laten zien die op het eerste oog niet persé zichtbaar is. “Ik observeer graag vanuit het oogpunt van kind zijn en de verhoudingen van een kind ten opzichte van de rest van de wereld. Een kind is nog niet gevormd, wellicht net zo blanco als het doek waarmee ik begin, leeft nog meer in een droomwereld en heeft daardoor ook de ruimte om anders naar de wereld om ons heen te kijken.” Deze manier van redeneren sluit aan bij haar grote interesse in de psychologie. Waar zijn we ons van bewust? Wat speelt zich af in ons onderbewuste? En hoe kan ik dat zichtbaar maken in mijn eigen beeldende taal en daarmee mensen inspireren?

 

Corinne Bonsma

Abstracte symboliek

In haar werk zijn dan ook verschillende symbolische boodschappen verwerkt die je op het eerste oog niet ziet, maar als toeschouwer wellicht wel onderbewust beleeft. Op een van haar schilderijen staat bijvoorbeeld een trommel. Zowel de trommel als het doek zijn gespannen. Ook de trommelstokjes zijn in beeld. Als kunstenaar bespeelt ze de trommel, maak ook het schilderij en leeft ze haar eigen leven. Tegelijkertijd leven wij ons eigen leven en kunnen wij er altijd voor kiezen om onze eigen trommelstokjes in handen te nemen.

Een ander figuratief voorwerp dat regelmatig terug komt in haar werk is de schaar. Een schaar heeft een abstracte vorm, maar heeft een alledaagse functie en draagt symbolische betekenissen met zich mee legt Corinne uit. Een schaar heeft bijvoorbeeld een botte en een scherpe kant, die symbool staat voor het mannelijke en het vrouwelijke. Een schaar is open en gesloten. Bestaat uit twee delen, maar eveneens uit één. “Alle praktische objecten hebben een betekenis voor ons onderbewuste. In mijn werk ontmoeten ze elkaar. Door te kiezen voor bepaalde kleuren en composities breng ik de betekenissen dichter naar de oppervlakte, waardoor we ons er meer bewust van kunnen worden.”

Terug naar de essentie

Elke keer probeert Corinne terug te gaan naar haar essentie en vraagt ze zichzelf bewust af wat ze met haar werk wil vertellen. Dit proces wordt gevoed door haar docentschap. Corinne heeft op diverse kunstacademies in Nederland en Zwitserland lesgegeven waaronder bij de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en Artez Hogeschool voor kunsten Zwolle. “Als docent wil ik de jonge kunstenaars aanmoedigen om risico’s te nemen en te experimenteren. Als je jong bent kan je nog alle kanten op gaan en heb je de vrijheid om van alles te proberen. Deze vrijheid kan onzekerheid met zich meebrengen.” Corinne probeert ze bewust te maken van hun keuzes en hun eigen handschrift te ontdekken binnen alle mogelijkheden door kritische vragen te blijven stellen. Telkens als ze een vraag stelt aan een van haar studenten stelt ze de vraag onderbewust ook aan haarzelf, waardoor ook haar eigenwerk zich blijft ontwikkelen.

Quote Corinne Bonsma

Naast docent zal Corinne altijd leerling blijven

Urenlang kan ze kijken naar olieschilderijen van Mondriaan en Picasso. “Ik lees en ontleed de schilderijen, als een musicus die tijdens een concert naar de verschillende instrumenten luistert. Hoe zijn de lagen opgebouwd? Welke kleuren zijn gebruikt? Ik kan precies zien waar de kunstenaar gestruggeld heeft en leer daarvan. Ik wil de kunstenaars niet evenaren, ik blijf bij mijn eigen handschrift, maar door goed te kijken kunnen zij mij op technisch vlak inspireren.”

Digitale nieuwsgierigheid

Naast de oude meesters, wekt de nieuwe digitale wereld ook haar nieuwsgierigheid. De teken en schilder tools op de iPad sluiten aan op haar manier van werken. Kleuren wisselen, lagen over elkaar aan brengen en weer wissen. Alleen deze tools geven haar de mogelijkheid om de lagen los van elkaar op te slaan, weer te verwijderen en snel te veranderen. Dit zorgt ervoor dat ze sneller onderzoek kan doen naar composities en kleuren als zij bijvoorbeeld vast zit in een schilderij. Het digitale tekenen maakt haar ook opnieuw bewust van haar eigen handschrift en geeft haar de ruimte om daarmee verder te experimenteren. “Het maken van fouten heeft minder grote gevolgen, want met één klik kan ik terug naar aan voorgaande versie.”

Digitaal werk ziet er anders uit. Strakker, meer gestileerd. Ze ziet het als haar toekomstige uitdaging om het uiterlijk van de virtuele tools weer om te zetten naar olieverf, om ons bewust te maken over de vaak onderbewuste invloed van de nieuwe media. De apps zijn geïnspireerd op de eeuwenoude schildertechnieken, maar beïnvloeden tegelijkertijd de hedendaagse schilderkunst. De digitale wereld wordt hierdoor het alledaagse voorwerp in het werk van Corinne Bonsma. Maar wat zal dan de abstracte onderliggende betekenis zijn die naar boven komt?

Het werk van Corinne Bonsma is hier binnenkort te zien:

Kunst en Vakwerk open werkplaatsen Burgwal en Bakenes op 19 april, Spaarne 61b 11.00-17.00
Presentatie 30 jaar Jeanne Oostingprijs, Kunstrai Amsterdam 29 april – 3 mei 2020
Kunst aus Träumen Hilbertraum, Berlin 24 april- 3mei 2020

Tekst: Marjolein Blaauwbroek / Fotografie: Caroline Coehorst. Dit artikel is eerder gepubliceerd in de 68e editie van de Haarlemse Stadsglossy.