De eerste twee weekenden van november staat Haarlem weer volop in het teken van beeldende kunst. Kunstlijn Haarlem biedt liefhebbers vier dagen de gelegenheid een kijkje te nemen in ateliers, galeries, musea en meer. We besteden aandacht aan drie deelnemende beeldhouwers.

Toeschouwers raken mijn beelden graag aan’   

Peter van Borssum Waalkes studeerde weg- en waterbouw aan de HTS. Later ging hij twee jaar in de leer bij beeldhouwer Fred Broekkamp. Tijdens Kunstlijn Haarlem is zijn werk te zien in Fotogalerie De Gang, Grote Houtstraat 43.

Peter van Borssum Waalkes

“Mijn werk is heel divers, het zijn wel voornamelijk beelden. Ik heb van alles uitgeprobeerd met hout, steen en samengestelde werken. Ik voel me het meest comfortabel bij het weghalen van materiaal om zo vorm te creëren. Het zijn abstracte vormen, figuratieve en alles daar tussen in. Ik heb een voorkeur voor de vrouwelijke vorm, zoals de soepele, vloeiende lijnen en volumes. De suggestie van beweging is tevens belangrijk in mijn werk, bijvoorbeeld een romp die iets wijkt. De sierlijkheid van vrouwelijke vormen past mooi bij beweging. Ik ben ook zeer geïnteresseerd in dans. Aan mijn werk zit geen thema vast. Het moet wel aan bepaalde schoonheid en expressie voldoen, dat is heel persoonlijk uiteraard.”

“Voordat ik leerde beeldhouwen, tekende ik graag. In de jaren negentig nam ik schilderlessen en ontdekte dat ik eigenlijk kunstenaar wilde worden. In mijn schilderwerk was ik veel met driedimensionale vormen bezig. Later kwam ik met beeldhouwen in aanraking. Ik kreeg als verjaardagscadeau een vijfdaagse beeldhouwworkshop bij beeldhouwer Fred Broekkamp. Ik ging twee jaar in de leer bij hem. Dat voelde goed, beeldhouwen past veel beter bij mij.”

Laten leiden door vorm

“Toeschouwers vinden mijn beelden toegankelijk en aaibaar, ze willen ze graag aanraken. Dat mag ook. Het is een extra dimensie, het hoort bij mijn beelden. Ik nodig mensen zelfs uit mijn werk te betasten. Je kan je lang afvragen of een oppervlak glad is, zodra je het aanraakt is dat gelijk duidelijk. Door te voelen merk je ook of een vlak vloeiend doorloopt. Als ik vastloop sluit ik mijn ogen en betast de vorm, dan weet ik direct waar het fout zit.”

“Ik werk meestal op twee verschillende manieren. Ik laat me leiden door de vorm van het materiaal en kom zo meer intuïtief tot een beeld, of ik werk een vorm of idee uit dat in mijn hoofd zit. Ik haal inspiratie uit de natuur, de mens, steden en architectuur, dat heeft natuurlijk te maken met mijn opleiding. Pinterest is ook een inspiratiebron, daar scrol ik regelmatig doorheen, af en toe zet ik een plaatje in mijn bestand. Als ik een bepaald stuk steen of hout zie plopt die afbeelding op en zet ik het om in vorm.”

Al 1000 jaar beeldhouwer

“Beeldhouwen is voor mij al vanaf het allereerste begin een vanzelfsprekende handeling. Bijna als een tweede natuur. Volgens mijn leraar leek het alsof ik het al veel vaker had gedaan. Zo ervaar ik het ook. Het voelt alsof ik al 1000 jaar dit vak uitoefen. Ik weet precies welke delen van het materiaal ik weg moet halen voor de juiste vorm. Daar hoef ik niet over na te denken. Bij mijn samengestelde werken ervaar ik meer onzekerheid. Ik experimenteer met materialen en zoek naar goede combinaties, een pad vol twijfel. Het vanzelfsprekende van beeldhouwen is echt fijn en ook zeer efficiënt natuurlijk.”

Peter van Borssum Waalkes

‘Beeldhouwen helpt mij beter schilderen’

 Arthur Kempenaar studeerde aan de Rietveld Academie. Tijdens Kunstlijn Haarlem is zijn werk te zien in de Kamer van de wethouder in het stadhuis.

Arthur Kempenaar

“Ik heb eigenlijk een haat-liefde relatie met beelden. Als je achteruitloopt in een expositieruimte om een schilderij beter te bekijken, knal je er tegenop. Een beeld staat altijd in de weg. Het beeldhouwen is bij mij voortgekomen uit het schilderen. Op een gegeven moment kocht ik een kettingzaag om mijn schilderkunst verder te helpen. Met een zaag werk je in het hout van buiten naar binnen, dat levert gelijk wat op. Met schilderen kun je ongelimiteerd door modelleren. De directheid van het zagen had invloed op mijn schilderen. Het is een soort wisselwerking.”

“Wat mij intrigeert is hoe je je verhoudt ten opzichte van een tweedimensionaal beeld en driedimensionaal beeld. Ook al hebben beiden dezelfde thematiek, door de techniek gedragen ze zich verschillend. Het medium positioneert de beschouwer op een andere plek. Om een beeld kun je heenlopen, bij een schilderij sta je voor een plat vlak. In mijn schilderen probeer ik de ruimte te claimen tussen het platte vlak en de beschouwer. Je kan een schilderij binnenstappen, maar het schilderij kan zich ook naar je toe duwen, naar buiten komen eigenlijk.”

Vogel, bromvlieg en sneeuwman

“De beelden die ik schilder vertaal ik ook naar houten beelden, soms naar steen en recentelijk naar keramiek. Niet alle beelden lenen zich ervoor om uit hout te zagen. Mijn vogels of bromvliegen zijn te anekdotisch én te bewerkelijk. Het zwarte schilderij van Medea bijvoorbeeld, daar heb ik wel een beeld van gemaakt en ook van de sneeuwman. Het vertaalt zich daadwerkelijk in een ander beeld dan op het schilderij.”

“Ik heb in keramiek kleine vuurtjes gemaakt, allemaal net even anders, heel intrigerend. Ze hielpen me vuur te schilderen op een groot doek. Vuur is heel beweeglijk, hoe geef je daar vorm aan in gestolde verf? Vuur in keramiek is natuurlijk ook een soort contradictio in terminis. Op doek is vuur niet te pakken, in keramiek is het in zekere zin wel tastbaar. Interessant om te onderzoeken. Het spannende van keramiek is ook dat het duizenden jaren mee kan gaan, als het tenminste niet kapot valt.”

Als kind al melancholisch

“Mijn werk gaat over de dood, maar dat klinkt zo zwaar, de grondtoon is melancholie. Ik had als kind al melancholische gevoelens. Zo’n gevoel van verlatenheid als we bijvoorbeeld met het gezin wegreden van Texel waar ik geboren ben, bitterzoet eigenlijk. Ik kan natuurlijk een heel verhaal houden over wat me beweegt, wat ik allemaal heb bewerkt en heb getracht uit te vinden in de beeldende kunst, van expressionistisch tot fundamenteel abstract en meer. Ik heb uiteraard gezien mijn leeftijd al lange tijd een aantal zaken doorgespit, en de daaruit voortvloeiende vragen geprobeerd te beantwoorden. Als ik dat allemaal wegstreep, blijft melancholie als thema over. Inspiratie is er gelukkig altijd, ik kom mijn atelier binnen en ben gelijk aan het werk.”

Arthur Kempenaar

‘Kunst maken is een passie én een zoektocht’

Klaas Kamphuis studeerde aan de kunstacademie in Kampen. Tijdens Kunstlijn Haarlem is zijn werk te zien in De Kloostergangen.

Klaas Kamphuis

“Ik heb een fascinatie voor hout en voor lyrisch abstracte kunst. Mijn werk zit in de lijn van beeldhouwer Brancusi. Klassieke houten beelden met traditionele volumes, ritmes, kleuren, massa, structuur en huid. Ik werk volgens de beeldhouwtechniek ‘en taille directe’. Ik houw rechtstreeks in het materiaal naar aanleiding van een klein plan of een summiere schets. Van daaruit ontstaat het beeld. Mijn sculpturen zijn een stuk groter geworden sinds ik afstudeerde in de jaren tachtig. Ik werk met een kettingmotorzaag en complete bomen.”

“De aanleiding voor mijn beelden is meestal een opdracht of een expositie waar ik aan meedoe. Met een kleine maquette of beeldjes ga ik vervolgens op pad. Ik bezoek landschapsbeheerders, boswachterijen en zagerijen op zoek naar een geschikte boom voor één van die modellen. Ik ben afhankelijk van de krommingen en diktes waar die boom aan moet voldoen én van wat voorradig is. Dat is ook ‘en taille directe’, ter plaatse de beslissing nemen, dit is de boom daar ga ik aan werken.”

Mijn werk raakt je of niet

“Als ik beeldhouw zit ik geheel in het maakproces. Ik start mijn kettingmotorzaag en verdwijn in een stofwolk op zoek naar wat beeldend mooi is. Mensen vragen mij geregeld waarom ik een specifiek beeld maak en waar het idee vandaan komen. Vragen waar je wel over na kunt denken, maar dat heeft geen nut. Ik kan ze niet beantwoorden, ik moet gewoon dát werk maken. Mijn intellectuele verhaal zit in die stofwolk, evenals de antwoorden op de vragen. Als het beeld klaar is, kan de kijker het ervaren. Ik kan niet benoemen waarom ik kunst maak. Het gaat om fascinatie, passie, gedrevenheid en de zoektocht. De beschouwer kan zich met mijn werk verbinden. Net als met een schilderij of een muziekstuk, het raakt je of niet.”

“Ik bepaal intuïtief wanneer een sculptuur klaar is. Op een gegeven moment kan ik niets meer doen, het wordt er niet beter van. Tijdens het maakproces gaat er regelmatig wat mis, dat zijn probeersels. Met de jaren leer je wat wel en niet kan. Werk waar ik over twijfel laat ik niet zien. Daar moet je heel strikt in zijn, de leek haalt er feilloos uit wat wel of niet klopt. Die persoon hoeft niet eens onderlegd te zijn, ze zien het gewoon. Je moet trouw blijven aan je eigen passie en daar consequent in zijn. Als het beeld klaar is ziet het er zo simpel uit, maar er is veel aan voorafgegaan wat je niet meer terugziet.”

Neolithische grafheuvels

“Ik was deze zomer in Ierland en bezocht daar oude neolithische grafheuvels en steencirkels, echt mooi. Ook bekeken mijn vrouw en ik een oud kasteel. De kapconstructie van zo’n burcht, de poort of de gestapelde stenen van een muur, het fascineert me. Uit zo’n reis haal ik inspiratie voor mijn beeldhouwwerken.”

Klaas Kamphuis

Tekst: Meta van der Meijden                                                                                      Foto’s: Christhilde Klein

Dit artikel is ook gepubliceerd in HRLM Stadsglossy nummer 93

Op 2 en 3 november organiseert Kunstlijn Haarlem de zesde KinderKunstlijn voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Een educatieve kunstroute met kijk- en doe opdrachten langs museale instellingen en andere kunst gerelateerde locaties in het centrum van Haarlem.

Voor de kinderen is een aparte route uitgezet met kijk- en doe opdrachten, en zo kunnen ze zich verwonderen, op onderzoek uitgaan, en Kunst ‘maken’ (workshops). Ook ontmoeten ze andere kinderen en werken samen bij het aanbod dat de musea aanbieden.

Ontdekkingstocht voor het hele gezin
De KinderKunstlijn is een ontdekkingstocht voor het hele gezin door de stad langs Kunstlijn-locaties. Het opdrachtenboekje geeft richting aan de wandeling. De kinderen bezoeken musea, ateliers en galeries en komen zo op een speelse manier in aanraking met kunst. De locaties zijn gratis toegankelijk en bedoeld voor álle kinderen. Door middel van educatieve opdrachten en inloop workshops kunnen ze zich verwonderen, op onderzoek uitgaan, kunst kijken en maken.

De KinderKunstlijn heeft als doel kinderen en kunst dichter bij elkaar te brengen en ze kennis te laten maken met het beroep van beeldend kunstenaar. Kunst is voor iedereen.

Opdrachtenboekje
Vanaf vrijdag 1 november is het opdrachtenboekje af te halen bij de deelnemende locaties en ook ligt het op 2 en 3 november op alle deelnemende locaties.

Deelnemende locaties
Frans Hals Museum | Noord-Hollands Archief | ABC Architectuurcentrum | Verwey MH | Stadhuis en Kloostergangen | Teylers Museum | Kunstcentrum Haarlem| de Koepel | Museum van de Geest | Stedelijk Gymnasium |

We willen graag kinderen en kunst dichter bij elkaar te brengen en kennis laten maken met het beroep van beeldend kunstenaar. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen actief deelnemen, door naar kunst te kijken en door een leuke en leerzame dag, middag te hebben, terwijl ze met hun ouders, of opa’s, oma’s de Kunstlijn bezoeken.

Kunst en cultuur willen we toegankelijk maken voor iedereen, ongeacht gender, leeftijd of beperking en portemonnee (gratis), tijdens het Kunstlijnweekend, met meer dan 120 locaties. Kunstenaars die betrokken zijn bij de Kunstlijn laten hun werk zien.

Máire Denkers reikt Kinderjury Prijs uit
Van 2 tot en met 10 november kunnen kinderen bij Kunst Centrum Haarlem stemmen op hun favoriete kunstwerk. De kunstenaar met de meeste stemmen krijgt de Kinderjury Prijs. Máire, de nieuwe kinderburgemeester van Haarlem zal vrijdag 15 november de prijs aan de winnaar overhandigen.

Dit jaar heeft de KinderKunstlijn voor het eerst een Kinderjury Prijs. Kinderen mogen uit de overzichtstentoonstelling in het Kunst Centrum het mooiste, gekste of grappigste werk kiezen. De winnaar krijgt een prijs in de vorm van een tentoonstelling in het kleinste museum van Haarlem, de etalage van het Kunst Centrum.

Kom allemaal stemmen!

‘Ik ga door tot de essentie’

Het zijn geometrische vormen meestal in zwart-wit gesneden uit aluminium. Bij de wandobjecten van Tonneke Sengers speelt schaduw een belangrijke rol. Het vergroot het ruimtelijk effect. “Lege ruimte fascineert mij.”

De kunstenaar heeft haar atelier in De Greiner, een monumentaal schoolgebouw in de Voorhelmstraat. Haar werkplek oogt opgeruimd. Op planken aan de wand liggen donkergrijze platte dozen met kleine werkjes van Tonneke. Aan de muur ernaast hangen linialen in verschillende maten. De tafels zijn leeg op een laptop na. Ze is geheel gekleed in favoriet donkerblauw, haar lange zwarte haar zit bijeen in een knip. Zes kunstwerken hangen tentoongesteld aan een lange wand.

Tonneke studeerde in de jaren tachtig monumentale vormgeving aan de Gerrit Rietveld Academie. De eerste jaren van haar kunstenaarschap maakte ze muurschilderingen, dat bleek niet echt praktisch. “Ik werd steeds vaker gevraagd om te exposeren, maar kon niet overal een muurschildering maken. Ik ging op zoek naar een mobiele variant.” Ze liet dezelfde vormen met een laser uitsnijden in aluminium. Door profielen aan de achterkant kwamen de wandobjecten een stukje van de muur. Sindsdien is schaduw, die ontstaat door de uitgesneden vormen, onderdeel van haar werk. “Het vergroot de ruimtelijkheid.”

Tonneke Sengers

Contouren van wolkenkrabbers

De basisgedachte achter het werk van Tonneke is het vormgeven van leegte. “Ik heb altijd al een fascinatie gehad voor leegte en ruimte. Op mijn achttiende ging ik naar New York, daar fotografeerde ik veel flatgebouwen. Ik was niet zo zeer geïnteresseerd in de contouren van de wolkenkrabbers, maar in de vorm in de lucht die ze samen creëerden. Leegte heeft ook vorm.” Tonneke wijst op een groot wandobject in kleur. “Net als bij dit werk Dancing cubes without sixpointed star. De cirkel van zes kubussen vormt in het midden een ster van leegte. Without vind ik een mooi woord, met en uit. De ster is er niet, maar toch zichtbaar. Een soort van met zonder, daar hou ik van. In het Nederlands heb je die samenvoeging niet.”

Haar werken gaan een relatie aan met de muur waar het hangt, meent de kunstenaar. “Zonder muur heb ik niets. Mijn objecten hangen up de wall, op de muur in plaats van aan de muur. Een schilderij hangt passief aan de muur, mijn werk actief. Schaduw verbindt het object met de wand waaraan het hangt. De aluminiumvormen zijn hard, door schaduw worden de objecten zachter. Die tegenstelling spreekt mij aan. Die schaduwvormen veranderen ook gedurende de dag. ‘s Morgens ziet het er heel anders uit dan aan het einde van de middag. Helemaal als de zon schijnt, de schaduwlijnen worden dan hard. Het zijn verrassende elementen waar je geen grip op hebt, maar die wel cadeautjes zijn.”

Tonneke Sengers

Optische illusie

Het werk van Tonneke heeft vaak architectonische elementen zoals skylines en gevelvlakken als uitgangspunt. De basisvormen voor mijn werk komen uit de architectuur, daar ligt mijn interesse. Het hoort natuurlijk ook bij mijn opleiding architectuur en vormgeving. Kunst in relatie tot architectuur. Ik vind mezelf ook meer vormgever dan kunstenaar.” Ze loopt naar een groot wandobject van ruitvormen in zwart-wit. “Je zou hier net zo goed ramen en deuren in kunnen zien, de ruimtes van een huis.”

De kunstenaar werkt met minimale lijnen, rasters en vierkanten, waarmee ze optimale ruimtelijkheid creëert. “Die ruimtelijkheid is vaak een optische illusie. Ik verkocht laatst op internet een werk. Bij aflevering zei de koper: ‘Hé, er zitten gaten in.’ Mensen zijn erg geconditioneerd en kijken vaak niet goed. Ze zien schaduw, maar denken dat het een grijs geschilderd vlak is. Bij mijn wandobjecten is het soms niet wat je denkt dat het is. Je ziet pas hoe het zit als je echt goed kijkt. Sommige toeschouwers raken ervan in verwarring. Bij een schilderij kijk je in het werk, daar gebeurt ‘het’. Bij mijn objecten vindt de ‘actie’ vaak plaats voor het werk, het lijkt dan net of de lijnen naar voren komen.” Tonneke gebruikt geen perspectief, alleen isometrie: evenwijdige lijnen. “De ruitvormen zijn nooit symmetrisch omdat de hoeken niet precies 45 graden zijn. Te meetkundig kloppend wordt snel saai heb ik gemerkt.”

Tonneke Sengers

Nerven van een blad

Tonneke werkt bijna altijd met strakke, rechte vormen. Het werk Pink Flower aan de wand in haar atelier is daarop een uitzondering. De bloem heeft ronde vormen en geeft een roze schijnsel op de muur. De kunstenaar ontwierp ook een gele en een oranje variant. “Die strakke lijnen komen ook voort uit luiigheid. Rechte lijnen zijn makkelijker af te plakken voor het schilderen dan ronde vormen. Het is niet zo dat ik niet hard werk, maar als het makkelijk kan ga ik niet moeilijk doen. Daarom laat ik mijn objecten ook laseren en zaag ik de vormen niet zelf uit. Mijn werk zal nooit groter worden dan de kofferbak van mijn auto omdat ik geen zin heb om een busje te huren”, zegt ze lachend.

Ze haalt inspiratie uit haar directe omgeving. De kunstenaar kan bijvoorbeeld getriggerd worden door een afbeelding in een biologieboek. “Er zit altijd een soort radertje in mijn hoofd op zoek naar interessante zaken. Waarnaar precies, dat kan ik niet uitleggen. Het gebeurt onbewust. Ineens valt me iets op waar ik dan verder mee wil.” Ze pakt er ter illustratie een schematisch werk van hout bij, nog in ontwikkeling. “Dit is gebaseerd op de nerven van een blad, die vond ik zo mooi. Ik werk mijn ideeën eerst op de computer uit. Het is altijd een heel gepuzzel voordat ik echt tevreden ben. Soms door zomaar een handeling op mijn laptop ontstaat toevallig precies wat ik wil. Het valt ook regelmatig tegen, dan is het niet waar ik op hoopte. Ik ga net zolang door tot het wel goed is. Ik zoek naar een soort vanzelfsprekendheid. Het moet er uitzien alsof het niet anders zou kunnen. Voor mij heeft het dan pas bestaansrecht. Vaak maak ik het ontwerp eerst in papier, modellen van twintig bij twintig centimeter. Ik doe dat ook natuurlijk omdat het uitsnijden van de objecten in aluminium heel duur is.“

Tonneke Sengers

Alle mooidoenerij eruit

De wandobjecten van Tonneke zijn unica. Als ze heel tevreden is met het resultaat maakt ze het ontwerp in verschillende formaten small, medium en large. “Die termen heb ik uit de mode gepikt, dat vind ik leuk.” De meesten zijn in zwart-wit. Dat komt het dichts bij de essentie van wat ze wil laten zien. “Alle mooidoenerij mik ik eruit, uiteindelijk blijft datgene over wat ik wil tonen. Een krulletje hier en daar leidt af, franjes zijn snel te mooi en niet de essentie. Ik laat me soms wel verleiden door kleur, eigenlijk mag dat ook niet als je echt tot de kern wil gaan.” Bij het werk Dancing cubes without sixpointed star maakte ze gebruik van verschillende kleuren. “Ik moet af en toe met kleur werken, daar heb ik dan zo’n zin in. Als ik heel lang met zwart-wit werk, word ik somber en verlang ik naar kleur. Dat kan ik ook met aluminium hebben, een koud materiaal. Ik krijg dan echt behoefte aan warmte. Hout is een mooi alternatief en veel warmer net als kleur.”

De kleuren mengt de kunstenaar zelf, ze brengt ze aan met een kwast. “Ik gebruik vaak kleuren uit mijn jeugd, van speelgoed van vroeger bijvoorbeeld. Het mengen doe ik op gevoel.” Tonneke wijst weer op het wandobject met de zes kubussen. Ieder vlak heeft een andere kleur. “Ik heb gekozen om de lichtinval van de linkerkant te laten komen en daar de kleurtinten op aangepast. Links dus lichtere kleuren op de vlakken van de kubussen. Aan de schaduwkant schilderde ik meer donkere kleuren en in het midden een tint er tussenin. Zo ben ik alle zes de blokken afgegaan, net zolang tot het klopte. Dit klinkt allemaal erg voor de hand liggend, maar dat is het niet. Het is een zoektocht, de vlakken van de kubussen hebben de meest uiteenlopende kleuren gehad die ik later weer overschilderde. Kleuren zijn mooi, maar als ik in kleur de essentie zoek, zou ik uitkomen op de primaire kleuren rood, geel en blauw. Die wil ik niet gebruiken, deze kleuren associeer ik teveel met de Nederlandse kunstbeweging De Stijl.”

Tonneke Sengers

Teveel prikkels

De kunstenaar noemt zichzelf super chaotisch en snel overprikkeld. “Mijn objecten zijn netjes en geordend. Veel mensen nemen aan dat ik net zo precies ben. Dat ben ik helemaal niet”, zegt ze lachend. “Ik kan ook last hebben van de chaos in de wereld. Zodra ik mijn atelier binnenstap, laat ik alles buiten. Hier zijn geen prikkels. Ik werk maar met een paar vormen, heel fijn en overzichtelijk.  Mijn werkplek is mijn overleving, ik voel er rust. Het is m’n universum.”

Tekst: Meta van der Meijden / Fotografie: Christhilde Klein

Dit interview is ook gepubliceerd in HRLM Stadsglossy nummer 92

Tonneke Sengers

‘Er is meer liefde nodig in de wereld’

Mirjam Verschoor maakt digitale stillevens, een combinatie van zeventiende-eeuwse schilderijen met haar eigen foto’s. De werken ogen vrolijk, maar dat is een bitterzoet sausje volgens de kunstenaar. Thema’s als afval, overconsumptie, misleiding en vergankelijkheid voeren de boventoon. “De samenleving zit in een impasse, veel systemen functioneren niet meer. Het moet echt anders.”

De kunstenaar woont in een smal straatje in de Vijfhoek. Bij binnenkomst komt de bezoeker ogen te kort. De kleine woonkamer hangt vol met haar felgekleurde kunstwerken. Op een witte ronde tafel midden in de ruimte staat een computer. Ze heeft haar atelier aan huis. “Ik werk vaak boven. Als voorbijgangers me zien door het raam, is dat gelijk reden voor een drankje. Ik kom soms nergens aan toe”, zegt ze lachend. Mirjam praat in hoog tempo. Ze is een opvallende verschijning, hoedje op, knalrode lippen en ‘smokey eyes’.

Mirjam (49) volgde de Modeacademie in Amsterdam en studeerde Fashion, Design & Strategy aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Ze werkte jaren in de modefotografie en bij televisie. Ook was ze communicatiemanager voor verschillende spijkerbroekenmerken. “Een baan in modewereld is echt het ‘snelle leven’. Ik kon er mijn creativiteit in kwijt, maar de stress werd mij te veel. In 2009 werkte ik voor G-Star. Tijdens de New York Fashion Week stond ik op het dakterras, keek naar boven en zei tegen mezelf: maandag neem ik ontslag. Ik verkocht mijn ziel, voelde ik. Voor menigeen is dit een droombaan, maar ik was doodongelukkig. Ik droeg bij aan het promoten van de meest milieubelastende kledingstukken en hielp zo mee aan nog meer vervuiling van de wereld.” Dat moment vormde het begin van de zoektocht naar een bewuster bestaan en leidde tot de overstap naar haar kunstenaarschap in 2019.

Mirjam Verschoor

Eilandjes van zooi

Ze begon zo’n tien jaar geleden met het fotograferen van afval op straat in Amsterdam-Oost waar ze woonde. In haar buurt lagen bergen afval, bedden, banken, cd’s in allerlei kleuren met een kaptafel erbij. Grofvuil slordig opgestapeld als een soort decor. Een straat verder ‘een stilleven’ van een koelkast met een schemerlamp ernaast. “Ik raakte geïntrigeerd door die eilandjes van zooi en legde alles vast. Het was schitterend en tragisch tegelijk, een soort dystopisch theater. Het laat ons zien hoe we met spullen omgaan. Veel van wat we weggooien is gemaakt van goedkoop plastic, maar er zitten ook eyecatchers bij. We blijven maar consumeren. Hoe goedkoop en vluchtig zijn we geworden, ook in communicatie met elkaar.”

Mirjam ontwikkelde ook een fascinatie voor zeventiende-eeuwse schilderijen. In haar kleurrijke kunstwerken combineert ze stillevens en andere werken van oude meesters met haar eigen foto’s en stockfotografie. De afbeeldingen van de originele schilderijen bewerkt ze eerst op haar computer. “Gelukkig bleken ze rechtenvrij bij het Rijksmuseum.” Dat gaat pixel voor pixel. Ze maakt de schilderijen meer fotografisch en haar eigen foto’s juist schilderachtiger en korreliger. Ook gebruikt ze fellere kleuren, meer hedendaagse tinten. Het levert een spannend beeld op. “In de zeventiende-eeuw had je bezit om mee te pronken. Mensen waren trots op de spullen die ze importeerden uit verre landen en lieten die naschilderen, zoals theekopjes uit China. De schilderijen waren doordrongen van de symboliek, een citroenschil of brandende kaars stond voor de eindigheid van het leven. De werken hadden de onderliggende boodschap: hecht je niet aan materie alles is vergankelijk. Vandaag de dag zijn we bezeten van bezit. We zijn verwijderd van onszelf, van elkaar en van de natuur. Vandaar ook de naam van mijn eerste serie stillevens: van Bezit naar Bezeten.”

Mirjam Verschoor

Een bitterzoet sausje

In de gang hangt haar meest verkochte kunstwerk. Het is gebaseerd op ‘Stilleven met bloemen’ van schilder Rachel Ruysch. Mirjam wijst op matrassen, planken, verfemmers, een halve fauteuil en scherven verscholen in het bloemstuk. “Eigenlijk de gangbare meuk die opgestapeld ligt langs de straten van Amsterdam.” De werken van Mirjam ogen vrolijk. Een bitterzoet sausje, noemt ze dat zelf. De toeschouwer moet even inzoomen om te zien wat er werkelijk getoond wordt. “Stillevens vinden veel mensen saai. Bij mijn werken raken de kijkers in verwarring, de kleuren kloppen niet, de bloemen zijn vreemd. Wat gebeurt hier? Toeschouwers blijven stilstaan om te ontdekken waar ze naar kijken. Ik noem deze serie ‘stil levens’, dus in twee woorden. Door stilstand komt de kijker in beweging en denkt na over wat hij ziet.”

Het is niet eenvoudig om een mooie compositie te maken van een oud schilderij in combinatie met de items die ze erin wil verwerken, meent Mirjam. Sommige elementen vergroot ze en anderen maakt ze kleiner. “Ik ben daar lang mee bezig, meestal wel drie maanden. Eerst moet ik het originele schilderij bewerken op mijn computer, daarna mijn foto’s erin verwerken. Dat vergt veel concentratie. Soms neem ik even afstand, doe een stapje naar achter en kom weer dichterbij. Als ik niet oplet is het geen geheel meer, gekmakend soms. Ik zoek naar het spanningsveld. Perspectieven en combinaties kloppen expres niet. Kleur en textuur zijn ook niet conform de werkelijkheid. Die verstoring vind ik fijn, dat imperfecte. Soms is het origineel niet meer terug te herkennen.”

Mirjam Verschoor

Mooier voorgeschoteld

Volgens Mirjam worden ons in de samenleving veel zaken te mooi voorgeschoteld. “We krijgen van alles door de strot geduwd die wranger zijn dan ze ons vertellen. Denk aan de klimaatpropaganda, windmolens zijn fantastisch om energie mee op te wekken. Niemand vertelt over de nadelen. De zeebodem, de dieren en vissen bijvoorbeeld hebben hieronder te lijden. Het wordt verkocht als een fantastisch verhaal. De mens is zo arrogant. Energie opwekken is belangrijker dan het welzijn van alles dat leeft in zee. De anticonceptiepil is ook zo’n voorbeeld. Slik allemaal de pil, nooit meer ongewenst zwanger. Dat je hele hormoonhuishouding verandert hoor je niet. Veel vrouwen ondergaan een gedragsverandering, sommigen krijgen chronische hoofdpijn of worden depressief.”

Mirjam verwerkt haar constateringen, frustraties en ervaringen in haar werk. Bij de schouw hangt een bloemenboeket met slachtafval. Mirjam loopt erheen en wijst aan. “Als je goed kijkt zie je lappen vlees, organen, veren en bijvangst. Mijn werken zijn reflecties op verschillende thema’s, ze bevatten onderwerpen die aandacht verdienen. Die thema’s zitten in de onderstroom van de samenleving, we zien ze niet. Ik breng ze naar voren en zet ze in een bitterzoet licht. Bij dit werk kunnen mensen aangaan op dierenleed door de verschrikkelijke vleesindustrie. Velen van ons weten niet eens waar dat stukje vlees op hun bord vandaan komt. Het werk gaat ook over de klimaatpropaganda in verband met de opwarming van de aarde. Het is voor mij discutabel of dat te maken heeft met de CO2-uitstoot van de vleesindustrie. De kijker kan gepakt worden op het eerste, maar ik probeer ook het laatste erin te verwerken. Ik vertel een boodschap in verschillende lagen. Als ergens polariteit of de dualiteit in zit, probeer ik die te tonen.”

Mirjam Verschoor

Tromp-l’oeil, gezichtsbedrog

Mirjam loopt naar een werk aan een andere muur. Een bloemenboeket met daarin onder meer pillen en pillenstrips, blikjes Red Bull, donuts en een asbak met sigarettenpeuken. “In dit kunstwerk heb ik veel van mijn frustraties kunnen verwerken, over de Cito-toets bijvoorbeeld. Als je niet goed scoort, hoor je niet bij de middenmoot. Je moet naar de psycholoog en aan de Ritalin. Je krijgt een etiket opgeplakt. Veel van deze kinderen voelen zich hun leven lang niet goed genoeg om hun authentieke pad te volgen. Daar herken ik zelf elementen van. Al die rotzooi die we te slikken krijgen ondermijnt ons zelfhelende vermogen, zo hypocriet.” Ze wijst naar een standbeeld in het boeket. “Ik heb Hippocrates afgebeeld met de artseneed: Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Tot mijn tweeënveertigste jaar heb ik veel medicatie geslikt, daar heb ik zoveel schade door opgelopen.”

In de kunstwerken van Mirjam speelt het onderwerp vergankelijkheid ook een grote rol. Ze is geboeid door het einde van een tijdperk waarin we zitten volgens haar. Ik zie dat veel systemen niet meer functioneren in onze samenleving. We zitten in een impasse, het moet anders.” Ze toont een kunstwerk met als achtergrond een afbeelding van het plafond in de Sint Ignatius kerk in Rome. Een tromp-l’oeil, de koepel is gezichtsbedrog het plafond is plat. “De vier zuilen in de hoeken staan voor onderwijs, gezondheidszorg, politieke economie en religie. In het midden hangt huisraad in de lucht in een soort verstilling. Afhankelijk van je perceptie komt het naar je toe of stijgt het op. Ik denk dat we op een kantelpunt zitten in de geschiedenis. Alles brokkelt langzaam af. De tromp-l’oeil van de Sint Ignatius vind ik een interessant gegeven. Dat gezichtsbedrog geldt ook voor het leven. Veel zaken zijn gebaseerd op gedachtes, overtuigingen en geloof. Zo hebben we leren kijken. Als je die denkbeelden weghaalt, is er geen boven of onder meer, geen binnen of buiten. Eenheid is er dan, amen zou ik nu kunnen zeggen.”

Mirjam Verschoor

Transformatieproces

Mirjam meent dat als we anders naar de wereld kijken, we die kunnen veranderen. Volgens haar is het nog niet te laat. Ze is geen doemdenker. “Het is eigenlijk heel simpel en het begint bij jezelf. Als je je bewust wordt van je gedachten en gevoelens, kun je anders handelen. We kunnen leren van wat we tot nu toe hebben opgebouwd en samen het transformatieproces in gang zetten. Het kan de voedingsbodem zijn voor iets nieuws, iets anders. Het is momenteel een heftige tijd. Er is veel aan de hand in de wereld, we hebben te maken met oorlogen en andere schrijnende zaken. Waar zijn we mee bezig? Wat doen we elkaar, de dieren en de natuur aan? We zijn totaal individualistisch en zien het geheel niet meer. We zijn vergeten dat we onderling verbonden zijn. Als het goed gaat met de buren, is dat ook goed voor jou en andersom. Het is echt tijd voor meer liefde in deze wereld.”

Tekst: Meta van der Meijden                                                                                                                      /Fotografie: Christhilde Klein

Het interview is mede gepubliceerd in HRLM Haarlemse Stadsglossy nummer 91

‘Tekenen is voor mij als ademhalen’

Met zuivere lijnen verbindt Emma van Drongelen menselijke, dierlijke en natuurlijke elementen met elkaar. Haar tekeningen zijn zowel anatomisch en natuurgetrouw als fantasievol en geheimzinnig. Ze is gefascineerd door het mysterie van het leven. “Ik probeer het aan te raken, te vatten en te verbeelden.”

Emma studeerde af aan de Gerrit Rietveldacademie in Amsterdam. Sindsdien werkt ze als kunstenaar en kunstdocent. Haar atelier bevindt zich in het souterrain van het voormalige FLUOR-gebouw in Haarlem. Beneden aan een lange gang zitten verschillende werkruimten. Emma heeft een royale werkplek, door kleine ramen komt licht binnen. De elektrische kachel loeit. “Het is met kou niet makkelijk om mijn atelier warm te krijgen. Als we allemaal de kachel hoog zetten, slaan de stoppen door en hebben we geen stroom.” Aan de wanden hangen getekende bosdieren. Herten, hazen en wolven staan alleen of met elkaar afgebeeld. Omgeven door struiken, rotsen of bloemachtige vormen. Op tafels liggen gevonden schelpen, takken, geweien en gedroogde bloemen. Op een werkblad in het midden van de ruimte staat een schotel met verf en kwasten, daarnaast een opengeslagen atlas.

De kunstenaar maakt met potlood kleine en grote tekeningen op papier. Met zorgvuldige lijnen verbindt ze menselijke, dierlijke en natuurlijke elementen met elkaar. Ze werkt aan de hand van een geschetst idee, wat ze vervolgens verder uitwerkt. De losstaande figuren en structuren vormen op papier één geheel. Het zijn open tekeningen, je kijkt er dwars doorheen. De lijnen koppelen binnen met buiten. “Voor mij is in het universum ook alles met elkaar verbonden. Het één kan niet zonder het ander of het één vloeit voort uit het andere. Dat komt telkens terug in mijn tekeningen. Wij mensen zijn geneigd de wereld op te delen in contrasten of tegenstellingen, maar er is altijd een overlap. Een grijs gebied tussen goed en kwaad, leven en dood of tussen vaste en vloeibare vormen. Ik vind het mysterie van het leven dat ongrijpbaar groot is heel interessant. Ik probeer het aan te raken, te vatten en te verbeelden.”

Emma van Drongelen

Een schemerdier

Op de scheidslijn waar de ogenschijnlijke contrasten elkaar raken, het schemergebied, voelt Emma zich prettig. “Waarschijnlijk ben ik zelf een schemerdier”, zegt ze lachend. “Ik heb altijd moeite gehad om mezelf bij één groep te plaatsen, er leven meerdere aspecten in mij. Ik sta open, ik heb geen uitgesproken mening en zoek graag de nuances op. Zo blijf ik ook nieuwsgierig. Een stellige mening is zo rigide, dan voel ik weerstand. De mens probeert met tegenstellingen controle te krijgen op het leven, maar dat kan helemaal niet. Uiteindelijk gaat het om durven loslaten. Het is niet eenvoudig om in woorden uit te leggen, daarom teken ik.” Het gedetailleerde tekenen helpt Emma het leven in kaart te brengen. Niet uit behoefte aan controle, haar tekeningen gaan juist over overgave, het tegenovergestelde. “Ik vind het ook fijn dat we het leven niet altijd begrijpen, dat wil ik laten zien in mijn werk. Mijn tekeningen blijven voor de toeschouwer vaak een mysterie, net als het leven zelf.”

Emma is van jongs af aan geïntrigeerd door de grootsheid en de wildheid van de natuur. Het liefst dwaalt ze alleen door het bos en probeert alles tot zich te nemen. “Op zulke momenten voel ik me één met wat ik om me heen zie, dat sensitieve hoort bij mij. Ik ben spiritueel, maar het wetenschappelijke trekt mij ook. Een aantal jaren heb ik geneeskunde gestudeerd. De werking van het menselijk lichaam interesseert mij en dat komt terug in mijn tekeningen. Ik probeer de essentie te verbeelden van de wilde natuur, maar mijn werk is niet chaotisch. Er zit rust in. Ik heb die verstilling ook nodig om te kunnen tekenen. Pas dan komt die verbinding met het geheel en verschijnt de afbeelding. Ik raak in een flow, het is bijna meditatief.”

Emma van Drongelen

Roedel rennende wolven

Midden in het atelier ligt op de vloer een grote rol schilderdoek. Emma rolt het canvas uit van 5,5 bij 1,5 meter. Er verschijnt een gigantische tekening van een roedel rennende wolven. Het is wat losser getekend, geen strakke lijnen, maar meer organisch en gelaagd. Er zit vaart in de tekening. “Deze beweging komt voort uit een soort levenskracht die eruit moest bij mij na een burn-out waarin ik totaal vast zat. Het leven ging weer stromen, de rennende wolven kwamen vanzelf uit mijn potlood. Het dier staat voor levensenergie.”

De afgebeelde wolven lijken geheel ontleed. De toeschouwer kijkt bij het dier naar binnen. Uitgescheurde stukken landkaart en plaatjes van een hart, delen ruggengraat en beenderen uit oude studieboeken van haar vader zitten vastgelijmd op het doek. Als aderen verbinden rode lijnen de verschillende elementen met elkaar. “Ik hou van die openheid in een tekening en van het experiment. Er zit zeker een suggestie van ontleden in, maar als je goed kijkt klopt er niets van. Voor mij gaat het voornamelijk om de verbinding, het geheel. Mensen denken dat ik expres de wolf teken omdat hij zo in het nieuws is, maar dat is puur toevallig. De wolf staat voor wat ik belangrijk vind in het leven. Als roedeldier leven ze respectvol samen. Niet voor hun eigen gewin, maar voor de groep. Ze gaan niet zomaar vechten, daar moet echt een reden voor zijn. De wolf rent vooruit en laat zich in de stroom van het leven mee bewegen. Daar gaat dit werk over. De natuur gaat zijn gang, wij mensen vinden dat maar lastig.”

Emma van Drongelen

Metamorfoses tekenen

Niet alleen de wolf, maar alle dieren uit de Europese bossen inspireren Emma. Zo ook uilen, slangen en beren. Van deze laatste drie heeft ze een klein werk gemaakt. Ze pakt de tekening erbij. De figuren gaan in elkaar over of komen voort uit elkaar, beiden zijn mogelijk. Op het moment is metamorfose een favoriet thema van de kunstenaar. “Je komt dit onderwerp veel tegen in de mythologie, oude verhalen over transformaties van het een in het ander.” Ze wijst op een boek op haar werkblad. “Deze verhalen bijvoorbeeld van de Romeinse schrijver Ovidius. Er zijn zoveel kunstwerken gemaakt over de mythe van Daphne die in een boom verandert. Momenteel ben ik bezig met een beer die overgaat in een ander wezen. Ik wil ook een groot werk maken met meerdere dieren die veranderen in mensfiguren of andersom. Metamorfose is een intrigerend thema, ook het leven is één grote transformatie. We zijn niet meer dezelfde mens als degene die we tien jaar geleden waren, zowel lichamelijk als geestelijk. Ook na de dood veranderen we in de grond in bouwstoffen waar weer planten uit voortkomen. Ik vind dat een gaaf proces. Als je mee durft te bewegen in transformatie, en dat lukt mij steeds beter, groei je. Een fantastisch cadeau. Als je erin meegaat, komt het goud. Wij mensen proberen altijd alles vast te zetten, bang voor verandering en controleverlies.”

Emma van Drongelen

Aan de wand hangen twee grote tekeningen met een liggende vrouw tussen bloemen. Deze serie van vijf heet ‘Deditionem’, de Latijnse term voor overgave. De vrouwfiguren liggen in verschillende houdingen en zijn transparant getekend. De sfeer is spiritueel. “Deze tekeningen gaan over het stoppen met vechten, het hoeft niet meer. Ik heb zelf gemerkt tijdens mijn burn-out dat ik zo in gevecht was met het leven, dat ik alles vastzette en helemaal uitgeput raakte. Op het moment dat ik het vechten opgaf en waar ik bang voor was op me af durfde te laten komen, ging ik pas echt leven. We zijn allemaal wel bang voor iets in grotere of kleinere mate. Het leven is niet alleen maar fijn en mooi, juist door ook de heftigheid te voelen, leef je echt. Laat het stromen in plaats van belemmeren.”

Onderdeel van het grote geheel

Emma hoopt dat ze met haar tekeningen mensen inspireert opener naar de wereld te kijken, en met een minder rigide houding op elkaar te reageren. “Ik wil laten zien dat de aarde en de mensheid de stromende beweging van het leven nodig hebben. We moeten niet vergeten dat we verbonden zijn met elkaar. Mensen onderling, mens en dier en mens en natuur. Dat vind ik een actueel onderwerp op het moment. Kijk hoe we met ziekte omgaan en met elkaar. Waarom botsen we zo terwijl we allemaal uit dezelfde stof zijn ontstaan? Waarom voeren we oorlogen? In wezen zijn we hetzelfde en hebben we elkaar hard nodig. Het is belangrijk om die verbondenheid te blijven zien, we zijn onderdeel van het grote geheel. Het is allemaal veelomvattend wat ik wil zeggen. Ik weet niet of ik dat in een paar tekeningen kan verbeelden, maar ik ben een tekenaar en geen prater. Tekenen is belangrijk voor mij. Het is een uitingsvorm die ik nodig heb. Het is bijna als ademhalen. Als ik niet teken, word ik echt ongelukkig.“

Tekst: Meta van der Meijden                                                                              Fotografie: Daan Ruijter

Dit interview is ook gepubliceerd in HRLM nummer 90

Emma van Drongelen