,

In gesprek met Peter van Borssum Waalkes, Arthur Kempenaar en Klaas Kamphuis

Peter van Borssum Waalkes Arthur Kempenaar Klaas Kamphuis

De eerste twee weekenden van november staat Haarlem weer volop in het teken van beeldende kunst. Kunstlijn Haarlem biedt liefhebbers vier dagen de gelegenheid een kijkje te nemen in ateliers, galeries, musea en meer. We besteden aandacht aan drie deelnemende beeldhouwers.

Toeschouwers raken mijn beelden graag aan’   

Peter van Borssum Waalkes studeerde weg- en waterbouw aan de HTS. Later ging hij twee jaar in de leer bij beeldhouwer Fred Broekkamp. Tijdens Kunstlijn Haarlem is zijn werk te zien in Fotogalerie De Gang, Grote Houtstraat 43.

Peter van Borssum Waalkes

“Mijn werk is heel divers, het zijn wel voornamelijk beelden. Ik heb van alles uitgeprobeerd met hout, steen en samengestelde werken. Ik voel me het meest comfortabel bij het weghalen van materiaal om zo vorm te creëren. Het zijn abstracte vormen, figuratieve en alles daar tussen in. Ik heb een voorkeur voor de vrouwelijke vorm, zoals de soepele, vloeiende lijnen en volumes. De suggestie van beweging is tevens belangrijk in mijn werk, bijvoorbeeld een romp die iets wijkt. De sierlijkheid van vrouwelijke vormen past mooi bij beweging. Ik ben ook zeer geïnteresseerd in dans. Aan mijn werk zit geen thema vast. Het moet wel aan bepaalde schoonheid en expressie voldoen, dat is heel persoonlijk uiteraard.”

“Voordat ik leerde beeldhouwen, tekende ik graag. In de jaren negentig nam ik schilderlessen en ontdekte dat ik eigenlijk kunstenaar wilde worden. In mijn schilderwerk was ik veel met driedimensionale vormen bezig. Later kwam ik met beeldhouwen in aanraking. Ik kreeg als verjaardagscadeau een vijfdaagse beeldhouwworkshop bij beeldhouwer Fred Broekkamp. Ik ging twee jaar in de leer bij hem. Dat voelde goed, beeldhouwen past veel beter bij mij.”

Laten leiden door vorm

“Toeschouwers vinden mijn beelden toegankelijk en aaibaar, ze willen ze graag aanraken. Dat mag ook. Het is een extra dimensie, het hoort bij mijn beelden. Ik nodig mensen zelfs uit mijn werk te betasten. Je kan je lang afvragen of een oppervlak glad is, zodra je het aanraakt is dat gelijk duidelijk. Door te voelen merk je ook of een vlak vloeiend doorloopt. Als ik vastloop sluit ik mijn ogen en betast de vorm, dan weet ik direct waar het fout zit.”

“Ik werk meestal op twee verschillende manieren. Ik laat me leiden door de vorm van het materiaal en kom zo meer intuïtief tot een beeld, of ik werk een vorm of idee uit dat in mijn hoofd zit. Ik haal inspiratie uit de natuur, de mens, steden en architectuur, dat heeft natuurlijk te maken met mijn opleiding. Pinterest is ook een inspiratiebron, daar scrol ik regelmatig doorheen, af en toe zet ik een plaatje in mijn bestand. Als ik een bepaald stuk steen of hout zie plopt die afbeelding op en zet ik het om in vorm.”

Al 1000 jaar beeldhouwer

“Beeldhouwen is voor mij al vanaf het allereerste begin een vanzelfsprekende handeling. Bijna als een tweede natuur. Volgens mijn leraar leek het alsof ik het al veel vaker had gedaan. Zo ervaar ik het ook. Het voelt alsof ik al 1000 jaar dit vak uitoefen. Ik weet precies welke delen van het materiaal ik weg moet halen voor de juiste vorm. Daar hoef ik niet over na te denken. Bij mijn samengestelde werken ervaar ik meer onzekerheid. Ik experimenteer met materialen en zoek naar goede combinaties, een pad vol twijfel. Het vanzelfsprekende van beeldhouwen is echt fijn en ook zeer efficiënt natuurlijk.”

Peter van Borssum Waalkes

‘Beeldhouwen helpt mij beter schilderen’

 Arthur Kempenaar studeerde aan de Rietveld Academie. Tijdens Kunstlijn Haarlem is zijn werk te zien in de Kamer van de wethouder in het stadhuis.

Arthur Kempenaar

“Ik heb eigenlijk een haat-liefde relatie met beelden. Als je achteruitloopt in een expositieruimte om een schilderij beter te bekijken, knal je er tegenop. Een beeld staat altijd in de weg. Het beeldhouwen is bij mij voortgekomen uit het schilderen. Op een gegeven moment kocht ik een kettingzaag om mijn schilderkunst verder te helpen. Met een zaag werk je in het hout van buiten naar binnen, dat levert gelijk wat op. Met schilderen kun je ongelimiteerd door modelleren. De directheid van het zagen had invloed op mijn schilderen. Het is een soort wisselwerking.”

“Wat mij intrigeert is hoe je je verhoudt ten opzichte van een tweedimensionaal beeld en driedimensionaal beeld. Ook al hebben beiden dezelfde thematiek, door de techniek gedragen ze zich verschillend. Het medium positioneert de beschouwer op een andere plek. Om een beeld kun je heenlopen, bij een schilderij sta je voor een plat vlak. In mijn schilderen probeer ik de ruimte te claimen tussen het platte vlak en de beschouwer. Je kan een schilderij binnenstappen, maar het schilderij kan zich ook naar je toe duwen, naar buiten komen eigenlijk.”

Vogel, bromvlieg en sneeuwman

“De beelden die ik schilder vertaal ik ook naar houten beelden, soms naar steen en recentelijk naar keramiek. Niet alle beelden lenen zich ervoor om uit hout te zagen. Mijn vogels of bromvliegen zijn te anekdotisch én te bewerkelijk. Het zwarte schilderij van Medea bijvoorbeeld, daar heb ik wel een beeld van gemaakt en ook van de sneeuwman. Het vertaalt zich daadwerkelijk in een ander beeld dan op het schilderij.”

“Ik heb in keramiek kleine vuurtjes gemaakt, allemaal net even anders, heel intrigerend. Ze hielpen me vuur te schilderen op een groot doek. Vuur is heel beweeglijk, hoe geef je daar vorm aan in gestolde verf? Vuur in keramiek is natuurlijk ook een soort contradictio in terminis. Op doek is vuur niet te pakken, in keramiek is het in zekere zin wel tastbaar. Interessant om te onderzoeken. Het spannende van keramiek is ook dat het duizenden jaren mee kan gaan, als het tenminste niet kapot valt.”

Als kind al melancholisch

“Mijn werk gaat over de dood, maar dat klinkt zo zwaar, de grondtoon is melancholie. Ik had als kind al melancholische gevoelens. Zo’n gevoel van verlatenheid als we bijvoorbeeld met het gezin wegreden van Texel waar ik geboren ben, bitterzoet eigenlijk. Ik kan natuurlijk een heel verhaal houden over wat me beweegt, wat ik allemaal heb bewerkt en heb getracht uit te vinden in de beeldende kunst, van expressionistisch tot fundamenteel abstract en meer. Ik heb uiteraard gezien mijn leeftijd al lange tijd een aantal zaken doorgespit, en de daaruit voortvloeiende vragen geprobeerd te beantwoorden. Als ik dat allemaal wegstreep, blijft melancholie als thema over. Inspiratie is er gelukkig altijd, ik kom mijn atelier binnen en ben gelijk aan het werk.”

Arthur Kempenaar

‘Kunst maken is een passie én een zoektocht’

Klaas Kamphuis studeerde aan de kunstacademie in Kampen. Tijdens Kunstlijn Haarlem is zijn werk te zien in De Kloostergangen.

Klaas Kamphuis

“Ik heb een fascinatie voor hout en voor lyrisch abstracte kunst. Mijn werk zit in de lijn van beeldhouwer Brancusi. Klassieke houten beelden met traditionele volumes, ritmes, kleuren, massa, structuur en huid. Ik werk volgens de beeldhouwtechniek ‘en taille directe’. Ik houw rechtstreeks in het materiaal naar aanleiding van een klein plan of een summiere schets. Van daaruit ontstaat het beeld. Mijn sculpturen zijn een stuk groter geworden sinds ik afstudeerde in de jaren tachtig. Ik werk met een kettingmotorzaag en complete bomen.”

“De aanleiding voor mijn beelden is meestal een opdracht of een expositie waar ik aan meedoe. Met een kleine maquette of beeldjes ga ik vervolgens op pad. Ik bezoek landschapsbeheerders, boswachterijen en zagerijen op zoek naar een geschikte boom voor één van die modellen. Ik ben afhankelijk van de krommingen en diktes waar die boom aan moet voldoen én van wat voorradig is. Dat is ook ‘en taille directe’, ter plaatse de beslissing nemen, dit is de boom daar ga ik aan werken.”

Mijn werk raakt je of niet

“Als ik beeldhouw zit ik geheel in het maakproces. Ik start mijn kettingmotorzaag en verdwijn in een stofwolk op zoek naar wat beeldend mooi is. Mensen vragen mij geregeld waarom ik een specifiek beeld maak en waar het idee vandaan komen. Vragen waar je wel over na kunt denken, maar dat heeft geen nut. Ik kan ze niet beantwoorden, ik moet gewoon dát werk maken. Mijn intellectuele verhaal zit in die stofwolk, evenals de antwoorden op de vragen. Als het beeld klaar is, kan de kijker het ervaren. Ik kan niet benoemen waarom ik kunst maak. Het gaat om fascinatie, passie, gedrevenheid en de zoektocht. De beschouwer kan zich met mijn werk verbinden. Net als met een schilderij of een muziekstuk, het raakt je of niet.”

“Ik bepaal intuïtief wanneer een sculptuur klaar is. Op een gegeven moment kan ik niets meer doen, het wordt er niet beter van. Tijdens het maakproces gaat er regelmatig wat mis, dat zijn probeersels. Met de jaren leer je wat wel en niet kan. Werk waar ik over twijfel laat ik niet zien. Daar moet je heel strikt in zijn, de leek haalt er feilloos uit wat wel of niet klopt. Die persoon hoeft niet eens onderlegd te zijn, ze zien het gewoon. Je moet trouw blijven aan je eigen passie en daar consequent in zijn. Als het beeld klaar is ziet het er zo simpel uit, maar er is veel aan voorafgegaan wat je niet meer terugziet.”

Neolithische grafheuvels

“Ik was deze zomer in Ierland en bezocht daar oude neolithische grafheuvels en steencirkels, echt mooi. Ook bekeken mijn vrouw en ik een oud kasteel. De kapconstructie van zo’n burcht, de poort of de gestapelde stenen van een muur, het fascineert me. Uit zo’n reis haal ik inspiratie voor mijn beeldhouwwerken.”

Klaas Kamphuis

Tekst: Meta van der Meijden                                                                                      Foto’s: Christhilde Klein

Dit artikel is ook gepubliceerd in HRLM Stadsglossy nummer 93