,

Kunstlijn op atelierbezoek bij Helmuth van Galen

Helmuth van Galen

‘Het gaat mij om het ritme en de vormen’

Helmuth van Galen schildert landschappen. Althans zo lijkt het voor de beschouwer. Volgens de kunstenaar zijn het buitenruimten, horizontalen en verticalen. “Ik ben bovenal een ouderwetse schilder die genoeg heeft aan de verf en de materie los van een thema.”

Het atelier van Helmuth aan de Gedempte Voldersgracht in Haarlem is een mooie, hoge ruimte. Aan de wanden hangen grote en kleine werken. Op de tafel in het midden staan verfpotten en liggen spatels, kwasten, doeken en linialen in verschillende maten. De tegels achter de brede wasbak zitten vol met verfspetters. Daarboven hangt een rij platte kwasten te drogen.

Voor anno 2000 was binnenruimte het thema van de kunstenaar, abstracte interieurs. Daarna werd buitenruimte zijn onderwerp, referenties aan landschappen. Een thema waar hij inmiddels al lange tijd goed mee uit de voeten kan. Helmuth vindt zichzelf geen landschapsschilder. Hij schildert de buitenruimte, geen traditionele landschappen met koetjes en dorpjes. “Het woord landschap is zo bepalend, zo vul je alles gelijk in voor de beschouwer. Buitenruimte is voor mij veel meer omvattend. Ik probeer door banen verf en kleur ruimtelijkheid en een landschappelijke sfeer op te roepen. Daarbij vermijdend dat de lucht, de wolken of het water te realistisch worden. Als ik voor een thema kies onderzoek ik daarbinnen alle mogelijkheden. Wat vermeed ik eerst en durf ik nu wel toe te passen, en hoe doe ik dat dan? Het is een gevecht op de vierkante millimeter.”

Helmuth van Galen

Pot met herinneringen

Landschappen zijn wel een inspiratiebron voor de kunstenaar. Buiten in de natuur slurpt hij alle indrukken op. Die beelden worden ergens opgeslagen in zijn hoofd. “Ik begin zonder een vooropgezet plan met schilderen, het ontstaat vanzelf. Blijkbaar trek ik dan de pot met herinneringen open. Er verschijnt een soort landschap waarvan ik de sfeer of het beeld denk te herkennen. Ik zie mijn werk op een bepaalde manier, anderen beschouwen het soms anders. Als iemand mijn schilderij mooi vindt, vraag ik me af of ze ervaren wat ik zie. De associatie met het strand bij bepaalde werken snap ik goed, maar voor mij is het eerder een soort rivierlandschap.”

In het atelier hangen twee grote en een aantal kleinere werken met duin- en bosachtige voorstellingen. Normaal staan er ook diverse doeken op de grond, maar vandaag heeft Helmuth opgeruimd. De meeste schilderijen zijn opgeborgen achter een wit gordijn. Hij toont wat daar staat, de werken plakken aan elkaar als hij erdoorheen ‘bladert’. Naast de opslag staan op houten ezels kleine doeken met de achterkant naar voren. “Ik ben met verschillende schilderijen tegelijk bezig, soms wel zes. Ze staan met het gezicht van me afgewend zodat ik niet afgeleid raak tijdens het werken. Ik pak een doek, werk daar twee uurtjes aan, draai het om en kies een volgend werk. Soms zet ik er drie neer en kijk welke me prikkelt om verder te schilderen. Dit is er zo eentje.” Hij pakt een doek uit de rij schilderijen. “Ik weet nog niet wat hier mist. Een warme kleur misschien, zoals oranje, maar het moet niet ordinair oranje worden. Regelmatig ben ik een hele ochtend alleen maar met schilderijen aan het schuiven voordat ik echt aan de slag ga.”

Helmuth van Galen

Schilderij verpesten

Te lang aan eenzelfde doek werken kan het schilderij verpesten, meent Helmuth. Het werk even wegzetten en later met frisse moed er weer tegenaan, voorkomt dat de ‘schwung’ eruit gaat. “Ik vaar blind op een gegeven moment. Een schilderij verkloten is dan zo gebeurd. De kleuren passen niet bij elkaar, het is te plat geschilderd of er is geen contrast bijvoorbeeld. Ik kan niet op de automatische piloot schilderen. Het is altijd weer opnieuw uitdokteren hoe en wat. Ik werk uit mijn hoofd, er is geen voorbeeld waarop ik kan zien hoe het uiteindelijk moet worden.”

De schilder werkt staand aan de kleinere werken. De grote schilderijen legt hij op de grond. Meestal kiest Helmuth willekeurig voor een paar plakken verf op zijn palet. Soms neemt hij juist afwijkende kleuren om zichzelf te forceren. “Ik begin bijna altijd met felle kleuren, maar dat is nooit blijvend. Ik ga daar al snel overheen op zoek naar harmonie. Door het verfijnen van de kleur ontstaat een geheel. Een kleurstemming en atmosfeer die ik gezien kan hebben. Het beeld moet wel herkenbaar zijn voor mij. Er bestaat geen lelijke kleur, of het goed uitpakt hangt af van het mengen en combineren met andere kleuren. Ik probeer me niet te beperken, maar merk wel dat sommige kleuren lastig te verwerken zijn. Groen en rood bijvoorbeeld. Blauw werkt goed voor mij. Helder en fris in combinatie met andere kleuren.”

Helmuth van Galen

Knoeien met verf

De kunstenaar doet gemiddeld een aantal weken over een schilderij, maar het kan soms ook maanden of zelfs jaren duren voordat een werk af is. Hij wijst op een van de twee grote doeken van twee bij twee meter veertig. “Dit werk is van 2006, daar ben ik al zeventien jaar mee bezig. Het doek heeft al zoveel kleuren gehad, er zit een enorme laag verf op. Het schilderij is loodzwaar. Nu is het klaar, denk ik”, zegt hij lachend.

Na twintig jaar horizontalen schilderen besloot Helmuth in de coronatijd te switchen van thema. Hij stapte over op verticalen. ”Ik had langer door kunnen gaan met de horizontalen, ik schilder ze nog, maar ik wilde eens een ander gebaar maken. Meer knoeien met verf vooral op grote doeken. De verf erop gieten in plaats van smeren en er met mijn vingers in wroeten.” Hij staat op en loopt naar het grote schilderij met boomachtige vormen en voelt aan de verf. “Soms breng ik de verf dik aan en doe er water bij tot er plassen ontstaan. Bijna zoals een kind met verf speelt. Die neiging heb ik minder bij de horizontalen, dat is meer esthetisch schilderen. De verticalen zijn rauwer, de structuur van de werken past beter bij de woud- en bosachtige voorstellingen. Ik ben geen bomen in het bos aan het schilderen. Het gaat mij om het ritme en de vormen.”

Helmuth van Galen

Kleine wereldreisjes

Helmuth werkt niet vanuit een bepaald beeld in zijn hoofd, maar schildert ook niet in het luchtledige. Hij heeft een uitgangspunt, de associatie met boomstammen is overduidelijk. “Uiteindelijk is het voor mij hoofdzakelijk een schilderij. Het gaat me om het materiaal waar ik mee werk en de techniek. Hoe breng ik de verf aan? Wat is het ritme van de lijnen? Van dichtbij zie je allemaal kloddertjes verf en ongerijmdheden, prachtig. Ik bepaal de afstand tussen de lijnen, breder of juist smaller. Ik bekijk het abstract en technisch. Het moet in mijn ogen ook goed geschilderd zijn.”

Een nieuw thema wordt niet door iedereen gewaardeerd. De meeste mensen reageren enthousiast op de verticalen, volgens Helmuth. Een aantal geeft aan zijn ‘weidse landschappen’ mooier te vinden. “De horizontalen hebben een algemener thema wat de meesten aanspreekt. Niet iedereen heeft iets met bossen. Velen ervaren het bos als besloten of eng. Ik vind het heel bescheiden van mezelf, dat ik slechts met enkele thema’s werk. Uiteraard zullen er ook mensen zijn die zeggen: ‘nou weten we het wel de lijntjes van Helmuth’. Die kijken te oppervlakkig. Ik zie steeds weer veranderingen ontstaan, voor mij zijn het kleine wereldreisjes. Als je beter waarneemt zie je echt verschillen, dat kan niet iedereen.”

Ontevreden en chagrijnig

De schilder is in principe zeven dagen per week in zijn atelier te vinden. Hij vindt het een heerlijke plek. Ook al komt er de ene dag meer uit zijn handen dan de andere. “Het is niet alleen maar Hosanna en de hele dag vrolijk fluitend schilderen. Ik heb lang niet goed kunnen accepteren dat het soms niet lukt. Dan loop ik te klooien en te zoeken, zo’n dag eindig ik ontevreden en chagrijnig. Toch blijf ik elke dag schilderen, soms tegen beter weten in. Zo’n lastige schilderfase kan een dag duren, maar ook maanden. Aan de andere kant voel ik me na een dag in mijn atelier, hoe weinig ik ook gedaan heb, prettiger dan wanneer ik niet ga. Ik denk altijd: morgen er weer fris tegenaan. Niet elke dag kan een hoogtepunt zijn. Het blijft lastig om op zo’n manier te schilderen dat het niet lijkt op wat ik de dag ervoor heb gedaan. Ik probeer steeds weer iets nieuws te laten ontstaan door andere technieken of kleuren. Geen herhaling zodat het ook voor mezelf een verrassing blijft, dat is pas echt leuk. Na een dag worstelen blij naar huis, lekker.”

Tekst: Meta van der Meijden/ Fotografie: Christhilde Klein

Het interview is ook gepubliceerd in HRLM nummer 88

Helmuth van Galen