Kunstlijn op atelierbezoek bij Rogier Cornelisse
‘Ik noem mezelf dagvogelaar’
Al bijna drie jaar tekent Rogier Cornelisse iedere dag een vogeltje met daaronder een toepasselijke tekst. Zijn vogels hebben menselijke trekken en emoties. “Mijn tekeningen gaan over de zin van het bestaan, maar dan op een luchtige manier.”
Rogier (47) studeerde Nederlands in Groningen en Amsterdam en maakte carrière als copywriter. Drie dagen in de week werkt hij bij een reclamebureau en één dag geeft hij les in creative writing aan de Willem de Kooning Academie. De rest van de week is hij te vinden in zijn atelier. “Soms sta ik extra vroeg op en ga ik voordat ik naar mijn werk ga nog even tekenen, heerlijk.”
Zijn atelier bevindt zich op het oude GGZ-terrein Park Vogelenzang in Bennebroek. Er staan meerdere gebouwen, in een daarvan worden Oekraïners opgevangen, in een ander pand wonen nog psychiatrische patiënten. Vanaf een dakterras wijst Rogier de verschillende gebouwen aan. Op het terrein loopt een man, hij groet luid en zwaait naar boven. “Deze patiënt wandelt hier de hele dag en doet vogelgeluiden na.” Rogier luistert even naar het fluiten van de man. “Fantastisch.” Een projectleider heeft de panden opgekocht en wil er appartementen in maken. “Ons pand is een monument, zolang er gedoe is met de gemeente over het plaatsen van ramen en dakkapellen kunnen wij hier blijven.”

De kunstenaar heeft drie grote atelierruimtes ter beschikking. In een daarvan staat in het midden zijn tekentafel, daarnaast een karretje met potloden, potjes inkt, krijt en kwasten. Er ligt papier klaar op het tekenblad. Aan de wand hangen knipsels die hem intrigeren of inspireren. Rogier serveert verse muntthee met cashewnoten, druiven en chocolade.
Het ‘dagvogeltje’ geboren
“Het is niet zo dat ik altijd al met vogels bezig was, ik heb niet eens zoveel met ze. Enkele jaren terug zat ik bij een saaie cursus en begon uit verveling te tekenen.” Hij pakt een papiertje en tekent een soort golfjes. “Ik ontdekte dat die twee lijnen tegen elkaar met een oog erbij opeens een vogel werden. Dat ben ik wel honderd keer gaan uitproberen: pootjes erbij, een snaveltje, staart, met of zonder kuifje. Later kwamen er emoties bij. Dit vogeltje is boos of verdrietig, deze wil iets zeggen. Eronder schreef ik korte zinnetjes. Het dagvogeltje was geboren.”
Rogier is al langer gefascineerd door mensen die zichzelf een dagelijkse routine aanmeten. “Een gedicht schrijven of iedere dag een foto maken van hetzelfde beeld, mooi vind ik dat.” Hij besloot dagelijks een vogel te tekenen met een tekst erbij. “Op 1 januari 2020 begon ik. In het begin hadden ze allemaal die eenvoudige golfjesvorm als lijf, dat heb ik later losgelaten en werk nu veel vrijer.” Hij tekent een vliegende vogel zoals kinderen dat doen, twee boogjes naast elkaar, als een uitgerekte letter m. “Je ziet maar één vogeltje in de lucht. Het is grappig als die vogel dan zegt: Waar is iedereen?” Hij lacht.
De copy writer geeft sinds vijf jaar les op de afdeling advertising van de kunstacademie in Rotterdam. De meeste docenten daar hebben zelf ook een kunstacademie afgerond. “Ik niet. Het eerste jaar was ik bang door de mand te vallen dat ik geen kunstenaar ben. Ik gaf daar weliswaar schrijfles, maar hield het gevoel dat ik ook iets kunstzinnigs moest doen. Ook daarom ben ik met de dagvogeltjes begonnen.”
Hele dag lummelen
Op de vensterbank tegen het raam staan tekeningen. Op een daarvan vliegt een zwerm spreeuwen in een sierlijke beweging één kant op. “Ze bewegen bijna tegelijk, superknap. Hoe kan het dat ze allemaal steeds dezelfde richting op gaan?” Onder de tekening staat: ‘Jongens, Carla is haar telefoon vergeten. “Humor vind ik dat.”
Samen met vriend en kunstenaar David de Winter heeft Rogier een tijd terug een jaar lang een column in het Parool gehad. Wekelijks beschreef hij het uitzicht vanaf een terras waar ze zaten. David maakte er tekeningen bij, dat leidde uiteindelijk tot het boek: Toen we daar zo zaten. “Ik vond de dwang lekker, dat er iedere week iets af moest zijn. Als er geen opdracht of deadline is kan ik de hele dag lummelen. Het fijne aan de dagvogels is dat ik er van mezelf dagelijks eentje moet maken. Ik heb er nu duizend. Het is een tof project geworden. Het begon met een krabbeltje en nu zijn het echte vogels.”
Tekenen doet hij zijn hele jeugd al. De kunstenaar vindt het jammer dat hij op jonge leeftijd niet gestimuleerd is om naar de kunstacademie te gaan. “Op mijn middelbare school kon je pas tekenen als je iets heel precies kon natekenen en dat lukte me niet. Dat werkte heel demotiverend. Ik was creatief, schreef voor de schoolkrant, zat in de schoolband, maar blijkbaar telde dat niet. Ik stortte me op het schrijven en werd copywriter.” Drie jaar geleden was het commerciële werk bij het reclamebureau niet meer bevredigend genoeg. “Ik wilde iets voor mezelf doen en niet alleen maar werken in dienst van de klant. In de column met David kon ik weliswaar mijn ei kwijt, maar hij was de tekenaar en dat wilde ik ook. Mijn dagvogels, een combinatie van beeld en tekst, zijn de ideale oplossing.”
Vogeltjes samen in een boek
In de tweede atelierruimte van Rogier liggen tekenmappen gestapeld op de grond. In elke map zitten dertig tekeningen. Hij is een boek van zijn vogels aan het maken. “Ik ben nu alles aan het uitzoeken. Van de duizend vogels komen er tweehonderd in het boek. Het is enorm leuk om te doen, maar ook heel veel werk. Ik vind het interessant om de ontwikkeling van het vogeltje te zien. Soms verbaast het me wat ik allemaal gemaakt heb.” Hij pakt een map en haalt het elastiek eraf. “Dit is de allereerste tekening. Je kunt hier heel duidelijk de twee golfjes zien die het vogeltje vormen. Op een lullig papiertje nog met potlood en houtskool en daaronder een zinnetje in kleine letters.”
De vogels zijn inmiddels behoorlijk geëvolueerd. In het begin tekende Rogier altijd het hele lijfje, nu durft hij meer te variëren. Steeds vaker is alleen de kop van de vogel afgebeeld. Hij toont een tekening van vier grote vogelkoppen recht van voren met lange snavels en brillen op. Het moeten de Beatles voorstellen. “De tekeningen van het afgelopen jaar vind ik de beste. Van een aantal zie ik wel dat ze mislukt zijn. Ik had mijn dag niet of geen zin, wat best vaak voorkomt. De discipline om toch te tekenen is inmiddels voldoende aanwezig. Uiteindelijk is er altijd wel iets te verzinnen, de ene dag gaat dat soepeler dan de andere.”
Filosofisch of plat
Rogier begint meestal met potlood te tekenen, daarna met pastelkrijt wat het effect heeft van waterverf. Eventueel brengt hij nog met kleurpotlood, aquarelverf of inkt accenten aan. Hij tekent meestal op wit A4 papier. “Ik kan de vogel uitknippen en op zwart papier plakken, dan is het nacht. Humor en zelfspot zijn belangrijk voor mij. Ik hou niet van mensen die zo serieus zijn over hun werk. Mijn vogels zijn bijna menselijk waardoor ik ze goed iets kan laten zeggen over ons. Ik kijk naar het vogeltje en vraag me af wat hij denkt, voelt of wil uiten. Is dat een filosofisch zinnetje of juist iets heel plats. De tekst onder de vogels heeft voor mij een toegevoegde waarde. Ik zet mijn dagvogels altijd op Instagram. Als ik precies de goede zin bij het beeld heb gevonden, krijg ik gelijk leuke reacties.”
Op een tafeltje in een van de ruimtes liggen meerdere vogelboeken. Eentje is opengeslagen op de close up van een vogelkop. “Hier zie je goed dat ze bijna menselijke karaktertrekken hebben in hun koppen. Moet je al die veren en kleuren zien.” Rogier bladert door het boek. “Vogels hebben zulke bijzondere vormen. Mijn vogels zijn niet realistisch, ik maak soms zulke vreemde dat ik denk dat die nooit kunnen bestaan. En toch als ik in dit boek kijk, zie ik echt hele rare vogels.”
Serie vogelveren
Rogier is ook bezig met een serie vogelveren. Hij werkt graag conceptueel en ontdekte dat de gemiddelde vogel 10.000 veren heeft en dat er zo’n 10.000 vogelsoorten zijn. “Stel ik maak 10.000 veren, dat staat dan voor 1 vogel of juist voor alle vogels. Zover ben ik nog lang niet, maar het is een leuk volgend project.” Het idee voor de veer ontstond spontaan. Hij laat zien hoe. Met een natte kwast maakt de kunstenaar een veervorm op papier, voegt een druppeltje ecoline toe en houdt het papier schuin zodat de inkt naar beneden loopt. Vervolgens trekt hij met kleurpotlood een streep naar beneden. “En kijk, je hebt een veer. Het is iedere keer een verrassing hoe het eruit gaat zien. Toevallig is het weer iets van een vogel of is dat geen toeval? Rogier de vogelman, tegen wil en dank”, zegt hij lachend. “Ik noem mezelf ‘dagvogelaar’. Net even anders dan vogelaar.”
Zijn werk gaat niet over politiek of de actualiteit, dat past niet bij hem. Rogier houdt meer van filosofie en poëzie. Zijn tekeningen gaan over het mens zijn en over hoe ingewikkeld dat soms is. “Het is een onderzoek, soms autobiografisch. Ik had een paar keer een eenzame vogel gepost op Instagram. Mijn moeder belde gelijk om te vragen of het wel goed ging met me. Ik vind het leuk als mijn vogeltjes mensen in verwarring brengen. De tekeningen gaan over de zin van het bestaan, maar dan op een luchtige manier. Ik ben ervan overtuigd dat die zin er niet is. Niet als bedoeling, dat maken wij er van. We zijn te slim geworden om alleen maar in het bos dieren te doden en druiven te plukken. De enige zin van het bestaan is het bestaan zelf. Een mensenleven betekent niets in verhouding tot de ouderdom van de aarde. Daar gaat mijn werk over met een dosis humor. Eigenlijk verdienen de dagvogels een podium, een vaste rubriek in een krant, dat zou te gek zijn.”
Tekst: Meta van der Meijden/Fotografie: Christhilde Klein

Dit interview is mede gepubliceerd in de HRLM nr. 82










