Kunstlijn op bezoek in het atelier van Eric de Nie
Vol enthousiasme opent Eric de Nie de deur van zijn atelier. In de hal links een kast gevuld met grote doeken en rechts kleine, realistische schilderijen aan de wand. Het atelier is ruim. Een grote lichte ruimte met aan de voorkant een reusachtige palmboom en met aan weerszijde een verhoging. De ene entresol is zijn terrein en op het andere werkt zijn partner en tevens kunstenaar Marja Sonneveld.
In het atelier hebben Eric en Marja samen een expositie ingericht. Aan de muren hangen schilderijen met lijnen. Gekleurde lijnen. Soms doorgetrokken, de andere keer bestaande uit druppels. Vaak geen penseelstreek te herkennen. De werken stralen rust uit, balans. “Eric streeft naar helderheid, duidelijkheid. Hij onthult structuren, hij wil niet verstoppen. En hij stopt pas als het een openbaring wordt. Als hij voelt dat hét er is”, zegt Marja over zijn werk.

Geheugenverlies
Eric heeft in het najaar van 2018 een hersenbloeding gehad. Hierdoor heeft hij problemen gehad met zijn concentratie, geheugen en het vinden van zijn woorden. Samen slaan ze zich er doorheen. De kunstenaars kennen elkaar van hun tekenopleiding aan de Gerrit Rietveldacademie en gaan de laatste twintig jaar als partners door het leven. Eric schildert en Marja werkt met visuele media en heeft de laatste 20 jaar voornamelijk filmportretten samengesteld van individuele kunstenaars en kunstprojecten.
De Corona lockdown in het afgelopen voorjaar zorgde voor verstilling. Samen brachten ze uren door in het atelier. Ze kwamen tot hunzelf. Er ontstond ruimte voor rust. Op een dag trok Eric al zijn werken uit de kast en ging ervoor zitten vertelt Marja. Hij kan nu letterlijk met nieuwe ogen naar zijn werk kijken. Wat is goed, wat minder? Wat zijn sleutelwerken? Welke werken vertellen zijn verhaal?
Sporen van zijn penseel
Zijn verhaal start met een werk in de gang. Een schilderij van een zwembad met een wit gespannen doek erin. Pas van dichtbij openbaren de sporen van zijn penseel. Dit is een hyperrealistisch werk uit de jaren zeventig. Ondanks dat het werk realistisch is geschilderd, zie je zijn aandacht voor lijn en structuur er al doorheen schemeren.
Een volgend belangrijk werk is een drieluik waarop hij de schaduwen van takken heeft vastgelegd vanuit verschillende hoeken. In deze tijd projecteert hij met een diaprojector dia’s op zijn doeken. “Op deze manier lagen mijn beslissingen al vast en hoefde ik niet na te denken over het onderwerp en kon ik mij puur richten op het schilderen.”
Onderwerpen loslaten
In de jaren tachtig laat hij het onderwerp los en ontstaan er abstracte vlekken op zijn doeken met een felgekleurde achtergronden. “Ik kan mij herinneren dat er iets symbool heeft gestaan voor de hoofdvorm”, vertelt Eric terwijl hij naar een groot doek op de muur wijst met een donkerblauwe, ovale vlek met een zachte paars-roze achtergrond, “maar dat doet er niet toe. In deze tijd begon ik onderwerpen los te laten.”
De vlekken veranderen langzaam in lijnen. Begin jaren negentig krijgt het fundamentele abstracte handschrift waar de kunstenaar bekend om staat vorm. De eerste druipende lijnen verf verschijnen in composities met openrasters. De lijnen brengt hij aan met een penseel en verdunde verf. Onder en boven verdwijnt.
Verf zoekt zijn weg omlaag
Tijdens zijn onderzoek naar verf begint hij te experimenteren met het draaien van doeken terwijl de verf nog nat is. De verf zoekt zijn weg omlaag. De lijnen wisselen hierdoor midden in het werk van richting. Eric wordt meester in zijn medium en weet precies hoeveel verf hij moet aanbrengen, hoe verdund de verf moet zijn, in welke richting hij het doek moet kantelen en hoe lang. Hij heeft totale controle. Om op onderzoek te blijven gaan laat hij de controle los en schakelt over op zijn intuïtie. Dit zorgt voor toevallige verrassingen. Verrassingen die hij in zijn volgende werken verder onderzoekt. “Ik wil begrijpen wat er gebeurt. Ik wil de verf snappen.”
Aan het einde van de jaren negentig doet hij zijn grootste ontdekking. Hij heeft geen kwast nodig. Verf kan direct uit een flacon stromen. De lijnen laat hij druipen van boven naar beneden terwijl hij soepel het doek draait. Complexe grids ontstaan en tevens het onderzoek naar het materiaal van schilderdoeken. Compact geweven linnen zorgt voor strakke lijnen. Ongeprepareerd doek stoot verf af, enkel druppels blijven hangen, waardoor een soort stippellijn achterblijft.
Inspireren door muziek
De lijnen openbaren een ritmische balans. Muziek en schilderen gingen dan ook vaak hand in een hand. Eric liet zich inspireren door de ritmische opvolging van tonen. De klanken smolten samen met de kleuren op zijn doek. Dit ontwikkelt zich in het begin van deze eeuw tot performances. Zoals de schilderperformances waarbij pianist Kees Wieringa met drie andere pianisten de muziek verzorgde en Eric een schilderij produceerde. Het schilderproces werd gefilmd door Marja en was live te volgen op monitoren die tussen het publiek in stonden.
Momenteel geen muziek of publiekelijke performances, maar rust. Rust in zijn hoofd en rust om zich heen als hij werkt. Jarenlang heeft hij gedreven schilderles gegeven op diverse kunstacademies, nu kan hij zich geheel focussen op zijn gezondheid en werk. Want het onderzoek naar mogelijkheden gaat door. De laatste jaren is hij aan het experimenteren met spalters, brede platte kwasten. De ene keer in combinatie met de vallende lijntechniek, de andere keer legt hij zichzelf de beperking op enkel met één kleur en een spalter aan de slag te gaan.
Schilderen, kijken, kantelen
Eric blijft schilderen, kijken en kantelen. Zijn werken zijn de laatste jaren in het algemeen iets kleiner geworden, iets overzichtelijker. “En ook iets helderder en lichter van toon”, merkt Marja op. “Maar soms gooi ik er gewoon een baal verf overheen”, zegt Eric lachend terwijl hij naar zijn werken om zich heen kijkt. “Ik vraag mij wel eens af, heb ik niet genoeg geschilderd? Toch valt er altijd weer iets te ontdekken. Zelfs na zestig jaar.”
Het doel voor de komende tijd is een kerncollectie samenstellen vertelt Eric de Nie: “Ik wil kunnen zeggen: hier sta ik achter.” “En er is nog zoveel te laten zien”, vult Marja Sonneveld hem aan terwijl ze refereert naar een stapel dozen gevuld met aquarellen. Wie weet wat voor toevallige verrassingen daar nog in verscholen liggen.
Tekst: Marjolein Blaauwbroek / fotografie: Marja Sonneveld en Antoinette Grote Gansey. Dit artikel is eerder gepubliceerd in de 72e editie van de Haarlemse Stadsglossy.


 Fotografie: Marja Sonneveld
Fotografie: Marja Sonneveld










