Kunstlijn op bezoek in het atelier van… Geertje van de Kamp
Scherpe hoeken, felle kleuren, schaduw en spiegeling. Plat versus diepte. De schilderijen op Acrylglas van Geertje van de Kamp gaan over waarnemen, over hoe onze hersenen interpreteren wat ze te zien krijgen. De kunstenaar is gefascineerd door gevouwen papier: van simpel vlechtwerk tot wiskundig origami. Ze won dit jaar de Van Vlissingen Art Foundation prijs, die maakte het voor haar mogelijk naar Japan te reizen om inspiratie op te doen. Van haar nieuwe werk is een boek verschenen, geschreven door kunstcriticus Maarten Buser en een tentoonstelling te zien in het Singer Museum in Laren.

‘Kijken is een activiteit op zich’
Na tweemaal aanbellen opent Geertje de voordeur van het statige Magdalenaklooster in de binnenstad van Haarlem. “Ik moet van ver komen”, zegt ze lachend. “Het is hier zo groot”. Het rijksmonument doet dienst als culturele broedplaats voor het kunstenaarscollectief Horizonverticaal waarvan Geertje sinds 2014 deel uitmaakt. Naast zelfstandig kunstenaar is ze ook parttime docent beeldende vorming binnen het VO. Onderweg naar boven toont ze de expositieruimte, die de vijf kunstenaars van het collectief nog aan het opknappen zijn. De verhuizing was in oktober 2019.
“Ik heb goed nieuws”, zegt Geertje nog voordat ze plaats neemt aan de werktafel in haar studio. “Ik heb een prijs gewonnen. Amper tien minuten hadden ze nodig in mijn atelier. Het ging zo snel, echt geoefende kijkers. Ik had niet verwacht dat ik de prijs zou krijgen, het was heel spannend.” De Van Vlissingen Art Foundation werkt niet met een nominatielijst. Eén kunstenaar wordt op een podium gezet. De stichting wil zo jonge onbekende kunstenaars een stapje op weg helpen. “Sinds maart vorig jaar toen ik hoorde dat ik winnaar was, staat alles in het teken van de prijs. Ik wist het al voordat ik op reis ging naar Japan, maar mocht niemand iets zeggen. Het werk dat ik daarna gemaakt heb tot nu, is voor de expositie in november in het Singer Museum. Ik had maar één doel en één focus. Het viel gelijk met de verhuizing naar dit gebouw, maar ik heb me niet laten afleiden. Het was een enorme boost. Ik ben grotere schilderijen gaan maken en heb mezelf niet ingehouden met de aanschaf van verf.”
Plat versus diepte
Geertje (Alkmaar, 1986) kwam in 2010 van de Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving in Amsterdam. Na een periode van experimenteren schildert ze sinds 2017 niet meer op canvas, maar op acrylglas. Haar meest recente werk bestaat uit twee voor elkaar geplaatste platen plexiglas beschilderd met acrylverf. De afstand tussen de platen zorgt voor schaduwwerking en diepte. “Mijn werk is plat versus diepte, zowel in het beeld als in de constructie. Wat 3D is, vertaal ik op een platte manier met een ruimtelijke suggestie. Er is schaduwvorming en in de spiegeling zie je ook nog de ruimte achter je. Deels bedenk ik de diepte vooraf en deels ontstaat het tijdens het maken.”
“Plexiglas is voor mij een prettig materiaal om mee te werken: Het is licht en breekt niet, ik kan er in boren en het is makkelijk te verlijmen. Er bestaan ook ontzettend veel variaties in Acrylglas. Het is gekleurd verkrijgbaar, met glitter, transparant, glanzend, mat, in neon en spiegelend.” Ze loopt door het atelier en wijst de verschillende soorten plexiglas aan op haar werken aan de muur.
Overgestapt van canvas naar acrylglas?
“Met lagen werken op doek is lastig. De verf die ik aanbracht, kon ik later niet meer verwijderen als het tegenviel. Ik ben kleine plastic sheets gaan maken met diverse kleuren en patronen. Door ze voor het schilderij te houden, kon ik kijken of het werkte wat ik bedacht had en zo controle krijgen over het effect van de lagen. De sheets waren van glad plastic, dat werkte super snel. Ik maakte er 40 op een dag. In totaal heb ik er wel 400 gemaakt. De sheets vormden een soort beeldbank, de hele muur in mijn oude studio hing er vol mee. Door het vlotte werken ging mijn ontwikkelingsproces ook plots snel en vond ik doek niet meer interessant. Ook ontdekte ik door verschillende sheets voor een schilderij te houden hoe goed lagen werken met ruimte ertussen. Het plastic bleek uiteindelijk te dun en de verf liet snel los, dus ben ik op zoek gegaan naar iets anders en kwam bij plexiglas uit.”

Minimalisme
Geertje bladert in haar schetsboekje met oude pen- en potloodtekeningen in zwartwit of felle kleuren. Het begon allemaal met haar interesse voor patronen. In het ruitjesboekje tekende ze haar eigen variaties. “Die kleine ruitjes werken heel goed voor mij. Ik begrijp ze en zie gelijk of ik een hokje omlaag moet of juist twee omhoog. Ik tekende net zolang door totdat er een ontwerp kwam en kon eindeloos door fantaseren hoe zo’n patroon verder liep.”
Op een gegeven moment vlocht ze stroken papier in haar atelier en maakte een muizentrapje. “De muizentrapjes ben ik vervolgens ook gaan tekenen in mijn schetsboek. Ik ontdekte dat ik er op zichzelf staande ontwerpen mee kon maken in plaats van alleen maar herhalingen van hetzelfde patroon.” Haar werk werd steeds strakker en minimalistischer. “Less is more ontdekte ik en dat pakte goed uit. Ik moest een keuze maken en hoe meer keuzes je maakt, hoe overtuigender je werk is. In mijn composities bepaal ik zelf welk onderdeel de nadruk krijgt, wat ik uitvergroot of juist verklein.”
Is dat jouw groeiproces?
“De patronen kwamen vooral van bestaande dingen, dat was al bedacht door een ander en voelde niet als iets waar ik zelf wat aan toevoegde. Niets eigens, geen signatuur. Bij de muizentrapjes voelde dat wel zo. Daarna kwam ik met origami in de ingewikkelde patronen terecht. Wat in het begin heel wat frustraties heeft gekost, maar ik ben er steeds handiger in geworden.”
In haar atelier hangen schilderijen uit 2018 en 2019 en een enkele grotere uit 2020. De studio is licht en ruim, er heerst rust. Ze heeft geen straatzicht en dus ook geen afleiding van de buitenwereld. “Eigenlijk is dat heel prettig, mijn concentratie is groter dan in mijn oude studio op de begane grond aan het Spaarne. Ik werk hier iedere dag met een dikke grijns op mijn gezicht, het geeft zo veel energie.”

Meditatief vouwen
Op de werktafel staan ingewikkeld gevouwen papieren objecten. “Oefenwerkjes” zegt Geertje. Sommigen vallen door de tocht van het open raam op de grond en schuiven sierlijk verder. Aan een pilaar hangt een papieren vlechtwerk van kleine gekleurde kraanvogels. “Die slingers zijn een Japanse traditie. Je ziet ze veel bij tempels hangen, echt te gek. Als je 1000 kraanvogels vouwt, mag je een wens doen. Je kan het ook als geluk aan een ander geven. Ik moest hier wel even mijn best op doen”, glimlacht ze als ze met haar hand door de slinger gaat. “Japan was voor mij een en al prikkel, er is zoveel te zien. Terug in Nederland dacht ik: laat ik ook 1000 kraanvogels vouwen, dan word ik vanzelf rustig. Een soort meditatief vouwen en net als met breien kun je het op een gegeven moment met je ogen dicht.”

Waarom heb je gekozen voor Japan om inspiratie op te doen?
“Origami komt uit Japan, ik wilde kijken hoe het daar beleefd wordt. Het is een modern land en visueel zeer prikkelend. Ik vroeg me af hoe al die chaos, die eigenlijk heel gestructureerd is, samengaat met de Zentuinen. Het lijkt dualistisch, maar het klopt echt. Mijn inspiratie haal ik niet uit de buitenwereld, ik werk vanuit mijn schetsboek en kom zo tot nieuwe dingen. In Japan heb ik de vouwsels letterlijk bekeken.”
Ben je met je werk waar je zijn wilt?
“Ik werk in series van 20 schilderijen ongeveer. Ik zet ze op een rij in mijn atelier en bekijk welke combinatie werkt en welke werken er buiten vallen. Op een gegeven moment is het klaar en zet ik ze in elkaar. Dan ga ik weer tekenen in mijn schetsboek tot ik tot iets nieuws kom om een serie mee te maken. Het is nooit echt klaar, alleen tijdelijk als ik een serie afrond.”
Wil je iets vertellen met je werk?
“Ik wil dat de toeschouwer er naar kijkt en vervolgens in gesprek gaat met zichzelf. Klopt het wat hij waarneemt? Waar kijkt hij naar en wat valt hem op? De een ziet dit en de ander ziet dat. Er zit geen verhaal in mijn werk, het gaat over waarnemen, over hoe onze hersenen interpreteren wat ze te zien krijgen.”
Dat intrigeert je?
“Ja, en ik hoop de toeschouwer ook. Kijken is een activiteit op zich. Ik kijk heel bewust rond naar patronen in de straattegels of naar mooi metselwerk. Daar kan ik uren mee bezig zijn.”
Waar werk je nu aan?
“Mijn werk voor de expositie en het boek zijn klaar. Het was nog een heel gedoe om tijdens de coronacrisis plexiglas te laten bewerken. De werkplaatsen waren overvraagd en de deadline naderde. Wat een stress, niet te doen. Op het moment ben ik met wiskundig origami bezig. Het ziet er heel ingewikkeld uit, maar is volkomen logisch. Je moet de handeling van het vouwen wel fijn vinden, zeker bij zo’n moeilijke. Als je wacht tot het klaar is, werkt dat frustrerend. Met de logica van deze werkjes weet je waar je uitkomt, dat is niet zo met kunst. Aan het begin van een nieuwe werk, weet je niet waar het heen gaat. Dat geeft onzekerheid en is juist leuk. Als je weet waar het eindigt, bestaat het al en waarom zou je het werk dan nog maken?!”

Het werk van Geertje van de Kamp is van 3 november tot en met 10 januari 2021 te zien in museum Singer Laren. Helaas zijn musea ten minste tot 19 januari 2021 gesloten vanwege Covid-19. Voor meer informatie kunt u het beste de website van museum Singer Laren in de gaten houden. Het boek van Maarten Buser ‘Geertje van de Kamp. Een Nederlandse kunstenaar in Japan’ is te koop bij bol.com, waandersdekunst.nl en bij libris.nl.
Tekst: Meta van der Meijden / fotografie: Christhilde Klein en Peter Lipton. Dit artikel is eerder gepubliceerd in de 71e editie van de Haarlemse Stadsglossy.








