Kunstlijn op bezoek in het atelier van Gerard Veldman

‘Ik heb drang om te scheppen’ … Zijn werk is zeer divers, van grof naar fijn, groot en klein in felle kleuren en altijd figuratief. Gerard Veldman laat zich inspireren door films, kunst, muziek en de media. Het liefst zet hij herkenbare beelden in een andere context waardoor ze vervreemding opwekken. “Ik haal plezier uit het spelen met de afgesproken ‘codes’. Het is interessant om die op te helling te zetten.”

Gerard opent de oude poort van het voormalig ziekenhuiscomplex de Egelantier aan het Groot Heiligland. Om bij zijn atelier te komen moet hij meerdere ruimtes doorkruisen. In de kleine werkruimte met zicht op een binnentuin staan en hangen overal schilderijen.
Al vanaf zijn jeugd zijn schilderen en tekenen een grote passie van de kunstenaar, maar pas sinds vijf jaar heeft hij een eigen atelier. Gerard is opgeleid als art director/grafisch vormgever aan de Kunstacademie Minerva en heeft carrière gemaakt als art director in de reclamewereld. Verder doceert hij visuele communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam.
In zijn werk combineert hij grafische en fotografische elementen, die duidelijk linken aan zijn oude beroep. “Ik voel me erg aangetrokken tot zwartwit pictogrammen in combinatie met kleur. Het harde grafische spreekt me aan.”

Herkenbare beelden

De hele wereld is een inspiratiebron voor Gerard. Hij staat open voor iedere prikkel en neemt ze op als een spons. De kunstenaar laat zich beïnvloeden door foto’s, films, kunst, muziek, strips, games en de media. “Het intrigeert me om herkenbare beelden in een andere context te plaatsen waardoor ze vervreemdend werken. Ik zet mensen graag aan het denken en stimuleer ze om een andere zienswijze te ontwikkelen.”
Aan de wand hangt een geschilderd landschap. “Kijk zo’n vergezicht, je kunt het schilderen en het daarbij laten. Ik vind het interessant niet alleen het landschap op doek te zetten, maar ook iets met de samenhang te doen.” Onderaan het schilderij heeft hij in vakjes een kleurenpalet geschilderd. Het landschap krijgt er een andere waarde door. “Het is niet alleen meer bedoeld om van te genieten, maar ook om te bekijken waaruit het schilderij is opgebouwd. Een totaal ander beeld, alleen maar door de toevoeging van die vakjes, dat is fascinerend. Ik haal veel plezier uit het spelen met codes, de zienswijze die iedereen accepteert op de helling zetten.”

Vormsensaties

De kunstenaar probeert momenten te pakken met verf. Dat kan naar aanleiding van een foto of een beeld dat hem bijblijft op straat. “Ik vind het leuk om zo’n afbeelding naar mijn hand te zetten met verf. Daar zit vakmanschap in. Niet alles is letterlijk gebaseerd op beelden, ik maak ook vrij werk.” Gerard wijst op een schilderij van een groepsportret in zwartwit. “Zoiets heb ik ooit langs zien komen, niet precies deze setting, maar wel een rare verzameling mensen bij elkaar. Daar ga ik dan mee aan de slag en creëer er van alles bij. Nu staat de groep in een balzaal.”
Recent bladerde Gerard in een map met tekeningen, die hij maakte op veertienjarige leeftijd. Het viel hem op dat hij toen al zaken schilderde, die de kunstenaar nog steeds interessant vindt. “Het zijn jongensachtige dingen. Het heeft te maken met vormsensaties, die boeien me en zitten overal in. Ik raak geprikkeld door wat ik zie en ervaar ontzetting, verwondering of blijdschap.” Op de grond staat een groot werk van twee jongens die bovenop elkaar liggen, steunend op elkaars handen en voeten om zich in evenwicht te houden. “Dit is een goed voorbeeld. Het schilderij is gemaakt naar aanleiding van een foto. Ik zag in die pose een soort symmetrie en werkte dat uit door meerdere duo’s op elkaar te schilderen, om te kijken wat er gebeurt. Een volgend schilderij zou kunnen zijn, dat ik de jongens weer van elkaar los haal en er een soort repeterend ornament van maak, net als op behang.”

Herkenbare stijl

De kunst in het atelier van Gerard varieert enorm in stijl. Er hangt grof en subtiel werk en grote en kleine schilderijen. Opvallend zijn de felle kleuren. “Het is spannend om rood met oranje te combineren of juist knalblauw met groen. Fijntjes en grof, ik wil alles afgraven. Ik ben eigenlijk nog steeds zoekende, dat houdt nooit op. Mensen zeggen soms: ‘Kies nou eens voor één stijl, maar dat wil ik niet. Aan de andere kant zit in mijn variaties blijkbaar toch iets herkenbaars. Kijkers zien snel wanneer het mijn werk betreft. Ik produceer veel en dan krijg je onherroepelijk herkenbare elementen.”
Gerard pakt een klein schilderijtje van een auto, een oud model Simca in een straal licht tegen een groene achtergrond. “Dit is voor mij ook een sensatie zo’n autootje zo neerzetten. De vorm is gebaseerd op de boekomslagen van Vraagbaak, een boek dat je vroeger meekreeg als je een auto kocht met daarin alle ins en outs van de wagen. Ik heb alleen het beeld gebruikt van de auto in de schijnwerper, zo blijft er ruimte voor de eigen associatie van de kijker. Ik wil niet sturend zijn.”

Punkbandjes

“Mijn werk is duidelijk gemaakt door een man”, zegt hij lachend. “Dat zit ‘m in de zienswijze of benaderingswijze. Een vrouw zal niet snel zo’n astronaut in het oerwoud schilderen.” Hij wijst op een doek aan de muur. “Het heeft iets te maken met het filmische waarvan ik denk dat mannen dat meer hebben. Ik bevind me nu wel op gevaarlijk terrein met deze opmerking.” De kunstenaar haalt vier grote schilderijen tevoorschijn. “Dat geldt ook voor deze serie met als titel Punkplateau. Vroeger was ik zelf punker en zat in allerlei bandjes. Mijn thematiek is jongensachtig, dat komt misschien ook omdat ik me nog steeds een jongen voel, al ben ik zestig.”
Op de gang voor de deur van zijn atelier hangen tientallen kleine tekeningen op papier. In 2018 had Gerard zich voorgenomen om een jaar lang iedere dag een portret te maken. Soms letterlijk wat hij gezien had die dag, maar ook vrij werk. Alle portretten hebben een eigen verhaal. Het zijn mannen en vrouwen filmisch, ouderwets of in stripvorm afgebeeld, als gravure of in potlood. Voor Gerard was het een onderzoek naar variaties in stijl en materiaal.

Strijd om te beginnen

“Ik weet niet waar het vandaan komt, maar ik heb drang om te scheppen. Het proces dat je jezelf steeds verbetert, geeft me bevrediging. Als het goed uitpakt wat ik bedacht heb, krijg ik daar een kik van. Het is toch elke keer weer een strijd om te beginnen. Verf is een grillig materiaal, soms lukt het en soms niet. Ik moet de verf africhten.” Op zijn werktafel leunt een schilderijtje tegen de wand. Een oude Ford Mustang in onderdelen uit elkaar, een inkijkje in de machine. “De grafische verschijning vind ik intrigerend. Ik heb de afbeelding in verschillende formaten en stijlen geschilderd waardoor het steeds een andere uitstraling krijgt. Zo ontstaat een serie, meestal van drie. Het is jammer als mensen maar één werk kopen en dan meestal ook nog de mooiste. Soms vul ik de derde weer aan, het liefst verkoop ik een serie in één keer.”
Er zit geen echte boodschap in het werk van Gerard. Hij wilt niet perse iets duidelijk maken aan de kijker, maar wel wat vertellen met z’n kunst. “Wat dat is, moet de toeschouwer zelf maar ontdekken. Ik neem ze een tijdje mee aan de hand en laat dan los. Het is interessant om een deel open te laten zodat de kijker zelf zijn conclusies kan trekken.”

Wat is normaal?

Op een groot doek is een forse man uitgebeeld onderuitgezakt op een bankje in een park. “Is de man dronken? Is het een zwerver of een aanklacht tegen obesitas? Het is niet direct duidelijk wat ik verbeeld. Voor mij is het gehele tafereel interessant om over te fantaseren: de locatie, de verschijning, de kleuren. Er zitten codes in verwerkt: het trainingspak refereert aan een bepaalde levensstijl en overdag slapen in het park, daar hebben mensen een beeld bij: de man is vast een loser of juist zielig.”
“We hebben met elkaar afgesproken wat normaal is. Het fascineert me te bedenken hoe ik dat kan doorbreken. Als je iets maakt wat afwijkt, dan valt het op en ik wil gezien worden. Het gaat niet om mij, maar om mijn werk. Het is belangrijk dat mensen anders naar dingen kijken en erover nadenken. Beeld is zoveel meer dan alleen een plaatje. Het kan je manipuleren, informeren of laten genieten. Ik wil me niet bemoeien met wat de kijkers ervaren, maar vind het interessant om ze op het verkeerde been te zetten. Het schilderen geeft me daarnaast uiteraard ook veel plezier en voldoening.”

Tekst: Meta van der Meijden / fotografie: Christhilde Klein. Dit artikel is eerder gepubliceerd in de 74e editie van de Haarlemse Stadsglossy.