Kunstlijn op bezoek in het atelier van Paul van Zijp
‘Ik word blij van herhaling’
De unieke stijl van Paul van Zijp is te herkennen aan herhaling van ritmes, vierkante delen, lijnen en licht- en schaduwwerking. De kunstenaar haalt inspiratie uit geometrische vormen en patronen. Het liefst werkt hij met gerecycled hout. “Verzagen en verlijmen is mijn handschrift.”
Al zestien jaar heeft Paul zijn atelier in Fort bij de Liebrug in Haarlemmerliede. Een fantastische plek middenin het groen met uitzicht op het water. In de werkruimte staan zelfgemaakte tafels, bijzettafels en houten sculpturen in organische vormen. Aan de wanden hangen zelfontworpen lampen en grote en kleine houten objecten. Achterin staat een werkbank. Op het blad ligt een verlijmd houten onderdeel vastgezet met houtklemmen. De ruimte staat vol met apparatuur en gereedschap zoals een vreesmachine, zaagtafel, boormachine, bankschroeven, houtklemmen, schuurmachines, een voorraad hout en potten houtlijm.
Paul omschrijft zijn werk als geometrische kunst. Hij verzaagt en verlijmt met name oude houten tafelbladen. Het kunnen tafels blijven of verwerkt worden tot kleinere meubels of lampen. Hij maakt ook abstracte kunstobjecten en beeldhouwwerk. De tafels koopt hij in kringloopwinkels of via Marktplaats waar ze regelmatig ook gratis worden aangeboden. “Mensen raken tegenwoordig hun oude tafels aan de straatstenen niet kwijt.” Hij wijst op een groot houten vierkant aan de wand bestaande uit meerdere rijen kleine vierkante delen. “Dat is ook een tafelblad geweest.”

Tafelprojecten
Het verzagen en verlijmen van tafelbladen is zo’n acht jaar geleden begonnen met een tafelproject voor een vriendin. Zij vroeg of hij van haar langwerpige tafel een ovale kon maken. “Het leek een simpele opdracht, maar op het moment dat ik de tafel omdraaide zag ik dat de buitenrand veel dikker was dan het middendeel. Ovaal afzagen ging dus niet als ik de mooie buitenrand wilde behouden. Ik kwam op het idee om eerst de ovale vorm uit het middeldeel te zagen en daarna van de dikkere rand allemaal kleine blokken te zagen en die er aan vast te lijmen. Zo had de tafel toch weer een mooie buitenrand.” De tafel stond tentoongesteld tijdens Kunstlijn Haarlem. Een echtpaar uit de Kleverparkbuurt was zeer enthousiast. “Zij wilden ook hun oude tafel laten verwerken tot iets nieuws, kleiner en met mijn handschrift.”
Volgens Paul is zijn unieke stijl te herkennen aan herhaling van ritmes, lijnen, vierkante delen en de werking van licht en schaduw. “Het verzagen en verlijmen is mijn handschrift. Het patroon, de nerfwerking en de schaduwwerking geven een verrassend effect aan mijn werk. Afhankelijk van de hoek van de zaag wordt het een vlak werk of een 3D object. Met hout werken geeft me rust. Het creëren van geometrische vormen en patronen is meditatief en fijn om te doen. Uiteindelijk moet ik zelf ook blij worden van het eindproduct.”

Stoel als kunstvoorwerp
De kunstenaar is al sinds jong gefascineerd door hout. Op zevenjarige leeftijd ging hij op timmerles bij zijn opa om met hout te leren werken. “Mijn opa maakte alles zelf, bedden, kasten, lampen noem maar op. Ik wilde ook timmerman worden.” Het liep anders. Na een studie werktuigbouwkunde en de HTS werkte Paul uiteindelijk vijfentwintig jaar in de gezondheidszorg als röntgenlaborant. “Ik voelde me in de zorg meer thuis dan in de mannenwereld van de werktuigbouwkunde.”
In 2008 studeerde de kunstenaar af als meubelontwerper aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Tijdens zijn studie ontwikkelde hij een voorliefde voor het ontwerpen van sculpturale zitobjecten. “Na mijn opleiding begon ik met het maken van stoelen. Al snel ontdekte ik dat dit in mijn eentje niet ging. Als je zes eettafelstoelen ontwerpt bijvoorbeeld moet je eerst een prototype maken. Bij het productieproces zijn meer mensen nodig en ik werk liever alleen. Ik heb nog getwijfeld om stoelen als kunstobjecten te ontwerpen. In mijn atelier staat een stoel van aluminium, die heb ik door een ander moeten laten lassen waardoor de kosten stegen en de stoel te duur werd. Daar is eigenlijk geen markt voor. Op een bepaald moment raakte ik in een soort impasse. Hoe nu verder? Ik wilde wel graag creatief bezig blijven.”
De oplossing kwam geheel onverwachts. Paul leegde een doos met houten reststukken op zijn werktafel en begon ermee te schuiven. “Het gebeurde onder mijn handen. Er ontstonden spannende vormen en nieuwe lijnen kwamen tot leven. Ik zag herhalingen en hoe door hoogteverschil schaduw ontstond. Dit is interessant, dacht ik. Ik besloot het gecontroleerd aan te pakken en heb hout gekocht en in gelijke blokjes gezaagd en verlijmd.”

Haakse slijper
De kunstenaar koopt tegenwoordig zo min mogelijk nieuw materiaal. “In deze tijd die om duurzaamheid vraagt, werk ik voornamelijk met oud hout. Vandaar dat ik zo blij ben met de tafels die ik vind op Marktplaats. Het zijn vaak oude tafels gemaakt van prachtig hout, geleefd en uitgewerkt. Meestal zit er zo’n lelijke bruine laklaag op, die schuur ik er gelijk af. Het hout dat tevoorschijn komt krijgt een nieuw leven. Vervolgens kan er van alles ontstaan, het kunnen tafels blijven of abstract werk worden. Zoals dit beeldhouwwerk.” Hij legt zijn hand op een ronde sculptuur met aan de zijkant een opening. “Ik hou van werken met machines, met name de haakse slijper. Ik zie graag snel resultaat. Toch heb ik bij dit object de opening uitgehakt met hamer en beitel, dat was echt gaaf. Het duurde alleen wat langer.”
Paul werkt niet conceptueel, er zit geen verhaal achter zijn kunst. Hij noemt zichzelf een praktisch mens. “Op de allereerste dag van mijn studie in Den Haag kreeg ik een meubelplaat van 1.20 meter bij 1.20 meter en de opdracht een stoel te maken. Daar hou ik van, een gerichte opdracht. Als mijn werk al ergens over gaat, dan is het over herhaling van ritmes en schaduw en licht. Dat maakt me gelukkig. Ik heb een fascinatie voor vorm, patronen en regelmaat.” Hij wijst op een houten wandobject. “Als je horizontaal kijkt is het één blokje op rij en vervolgens drie met een gaatje, daarna is het één blokje en aansluitend twee met een gaatje. Zo ontstaat een patroon. Daar speel ik mee, dat maakt het boeiend.”

Moderne architectuur
De kunstenaar haalt inspiratie uit geometrische vormen en patronen. Hij houdt van moderne architectuur, grote gebouwen met bijzondere trappenhuizen bijvoorbeeld. “Ik word daar blij van. Het is wel altijd de vraag hoe ik dat terugbreng in mijn eigen werk. Die herhaling van vorm en lichtval is natuurlijk iets wat ik ook graag toepas. De huiden die je ziet in de natuur zoals de bast van een boom vind ik ook interessant. Het is maar net hoe je het verschaalt.” Hij pakt een klein 3D werk met allemaal gelijke omhoogstaande punten. “Dit object bijvoorbeeld kan een hele ruwe bast zijn, maar dan uitvergroot. Ik kan op onverwachte momenten geraakt worden door wat ik zie. Een aantal maanden terug paste ik op een huis in Olst. Ik ging in Museum Arnhem naar een tentoonstelling met werk van een keramiste. Ze had maskers van keramiek gemaakt, die intrigeerden me. Terug in mijn atelier ben ik met reststukken hout ook een soort gezichtsvormen gaan maken.”
Soms bedenkt hij van tevoren wat hij gaat maken, maar meestal ontstaat het gaandeweg. “Het gebeurt onder mijn handen, dat is ook het spannende. Ik was een tafelblad aan het zagen en wist nog niet waar het heen ging.” Hij toont een kunstwerk met rijen houten blokjes onder elkaar. “Ik had uitgerekend dat ik honderd stukjes nodig had en kwam al zagend uit op zesennegentig delen. Vier tekort. Wat eerst een probleem leek werd juist de verassing van het werk. Ik heb vier in het oog springende blokjes toegevoegd van ander hout. Ik geef mijn werk normaal gesproken nooit een titel. Laat toeschouwers er zelf maar wat bij bedenken. Dit werk heeft wel een titel: ‘Am I included?’. Hoor ik erbij? We vragen ons allemaal wel eens af of we bij de samenleving horen. Het leuke is dat deze opvallende vier juist onderdeel zijn van die massa van gelijke blokjes, ze maken het werk bijzonder. Dat had ik vooraf niet kunnen bedenken.”

Notenhout en eiken
Paul wordt wel vaker verrast door zijn eigen werk. Bijvoorbeeld door de lampen die hij maakt van kleine blokjes van cement. Uiteindelijk bleek de lamp een hele andere vorm te krijgen op de muur door de schaduwwerking van het licht van de gloeilamp en het licht van buiten. “Die schaduw maakt het werk interessanter.”
Aan de wand in zijn atelier hangt een kunstwerk gevormd door vier kleine vierkanten van zeer donker hout. “Dat is notenhout, daar liep ik toevallig tegen aan. Op Marktplaats werd een mooie salontafel van vier centimeter dik hout aangeboden voor maar vijfenzeventig euro. De eigenaar wilde er van af, er miste een poot. Ik denk niet dat hij zich realiseerde dat het notenhout was. Ik heb er veel kunstwerken van kunnen maken.”
De tafels blijken wel vaker een cadeautje. Paul haalt ze bij de mensen thuis op met zijn busje. Niet altijd komt de tafel overeen met de foto’s op Marktplaats, maar de kunstenaar neemt ze wel mee. “Ze zijn vaak gratis zeker eikenhouten tafels, die wil niemand meer. Ze zijn ook niet te tillen. Een tijdje terug heb ik van een oude tafel een nieuwe gemaakt voor mijn neef. Na het schuren kwam er echt heel mooi hout tevoorschijn. Ik kon het niet thuis brengen, het leek een beetje teakachtig. Ik heb er een baan uitgezaagd en op mijn manier opgevuld met houten blokjes.”
Een andere keer bleek de op te halen tafel een gefineerd blad te hebben. Paul is eigenlijk altijd op zoek naar massief houten tafels en was in eerste instantie niet blij. “Tijdens de bewerking pakte dit tafelblad juist heel goed uit. Het kunstwerk is vlak, maar er zit dieptewerking in door het kleurverschil in de houten delen. Met het schuren van het vlak haalde ik bij het ene blokje meer weg dan bij het andere. Ze verschilden blijkbaar minimaal van hoogte. Het was een hele donkere tafel, door het schuren kwam het lichtere houtfineer eronder vandaan. Zo ontstonden er donkere en lichtere delen. Ik heb dit werk nu al een aantal keren geëxposeerd. Toeschouwers vinden het een intrigerend werk, ze snappen niet waar het kleurverschil vandaan komt en vragen me of ik sommige delen gebeitst heb. Die ‘miskoop’ bleek een hele fijne verrassing.”
Tekst: Meta van der Meijden
Fotografie: Christhilde Klein
Het interview is ook gepubliceerd in HRLM Stadsglossy nummer 98








