“Eigenlijk zijn mijn tekeningen nooit echt af”. Dit vertelde de Haarlemse kunstenaar, grafisch ontwerper, docent schrijver én verzamelaar Rogier Polman (Velsen, 1956) mij tijdens de opening van zijn tentoonstelling Lemniscaat in kunsthandel Kruis-Weg68.
Lemniscaat
De titel van de tentoonstelling verwijst naar het symbool, het lemniscaat, dat staat voor oneindigheid. Een eeuwige beweging zonder einde. Dit is een goede uitleg voor de werkwijze van deze veelzijdige kunstenaar: al jarenlang begint Polman elke dag met het maken van een tekening, het is een standaard ritueel geworden. Tekenen is voor de kunstenaar bijna net zo belangrijk als ademhalen.
Zelf noemt Polman zijn tekeningen ‘getekende archieven’. Zijn atelier is een soort bewaarplaats van belangrijke gegevens, gebeurtenissen of gevoelens in de vorm van werken op papier. Polman ordent ze in mappen, dozen en in kasten die door zijn hele werkplaats staan. Al is Polman vormgever van beroep, minstens één keer per jaar worden zijn tekeningen uit de lades gehaald en tentoongesteld. En gelukkig maar, want ze zijn stuk voor stuk prachtig.
Door zijn beroep als vormgever weet hij veel van verschillende technieken en materialen. Deze past hij ook toe in zijn eigen tekeningen.
Archieven van geschiedenis
Zijn inspiratie haalt hij uit de geschiedenis. Met name het interbellum spreekt hem erg aan. De periode van en tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog vormen dan ook een rode draad in zijn werk. Echter, niet het weergeven van een historische gebeurtenis staat centraal, maar juist Polmans gevoelens en gedachten bij bepaalde gebeurtenissen zetten hem ertoe zijn werken te maken. Dit geeft de tekeningen een erg persoonlijk, gevoelig en soms wat melancholisch karakter.
Een werk op de tentoonstelling toont bijvoorbeeld een zwart veld met dichte vogelkooien erop, omgeven door niets dan leegte. In het midden van het veld staat iets dat lijkt op een EHBO-tent. Met de fascinatie voor, en de interesse in, de Eerste en Tweede Wereldoorlog krijgt dergelijk werk een wat treurig gevoel.



![“Heehee hoojooojooo hee hee wooooooh heeej heej hee hee!!… Het gebeurt weer in m’n kop vandaag!”
Zo ongeveer begint de openingstrack van het album ‘Mompelingen’ van Elektrik Hannes, dat in 1995 werd uitgebracht ter ere van zijn vijftigste verjaardag. De kreten gaan over in een langzame blues – met improvisaties op de elektrische gitaar zoals enkel Hannes Kuiper dat kon. Hannes Kuiper – begenadigd Haarlems beeldend kunstenaar en muzikant – overleed zaterdag op 79-jarige leeftijd.
Wie een schilderij van Hannes Kuiper aanschouwt zal de stijl in een verder leven steevast blijven herkennen. Je zou hem kunnen indelen bij de naïeven of zijn stijl met enige fantasie post-CoBrA kunnen noemen. Eigenlijk valt Hannes Kuiper als kunstenaar niet in één vakje te plaatsen. Heldere kleuren, vrolijke taferelen vol zon en wolken, lieflijke dieren en zachtmoedige mensfiguren bevolken zijn vooral in olieverf uitgevoerde schilderijen. Daarnaast zijn er de ruimtelijke objecten, zoals de vogels bij het Wilsonsplein en het typische Hannes-object bij treinstation Haarlem-Spaarnwoude. Zijn manier van schilderen is tijdloos en niet per definitie gebonden aan de Spaarnestad. Het is vooral de vrije expressie die Hannes in alles wat hij deed tot op het laatst wist vol te houden, in zijn kunst, zijn gedichten en zijn muziek.…
[Lees verder op www.kunstlijnhaarlem.nl]
Door Paul Lips/Kunstlijn](https://kunstlijn.org/wp-content/plugins/instagram-feed/img/placeholder.png)

