‘Verlicht verdwaald’ maar Kunstlijn komt weer veilig thuis
Terugblik op een mooi Kunstlijn weekend door Nuel Gieles …
Als in een lucide droom door je gedachten dwalen, dat maakt het eerste weekend van november in Haarlem en omgeving al decennia spannend. De Kunstlijn doet haar ronde door Heemstede, Santpoort, Bloemendaal en Haarlem voor de zesendertigste keer.
Het leukste van de Kunstlijn is dat je elkaar ontmoet, op straat tegenkomt met de Kunstlijner of een iphone in de hand én natuurlijk de ontmoeting met de kunstenaar. Voor veel van die kunstenaars geldt dat helaas niet. Ze zitten in hun eigen atelier of op een mooie gastlocatie – ‘chambre d’ami’ noemden we die vroeger op Kunstlijn-dagen – in de hoop dat het publiek hen weet te vinden.

Dat is 6 en 7 november gelukkig op grote schaal gebeurd. Vrolijke mensen en op heel veel plekken mooie kunst. Een mens wordt er blij van als-ie eens per jaar weer naar een atelier aan de Blekersvaartweg mag, waar deze keer Vera de Backker exposeert, of naar Max Koning in sociëteit Vereeniging, waar zijn Lam Gods in de vorm van een afgeschoten damhert onder vuur dreigt te liggen van dier liefhebbende actievoerders. Als gastcurator mag hij er de tentoonstelling ‘De jachtkamer’ organiseren.Uiteindelijk valt het al met al wel mee en blijft de confrontatie beperkt omdat Konings passie voor de natuur en de schepping onlosmakelijk aan de deeltentoonstellingen in de sociëteit verbonden zijn.
Club van vrienden
Kunst zet aan tot denken of een poging daartoe, ook dit Kunstlijn-weekeinde weer op tal van plaatsen. Kunst creëert, ageert of reageert, verwondert en verwart. Alleen al al die mensen die elkaar in stad en ommeland tegen het lijf lopen, en – al of niet met mondkapje – elkaar ontmoeten in de galeries, ateliers en kunstverzamelgebouwen. Ach, waarom is ooit dat mooie begrip ‘Chambre d’ami’ toch afgeschaft? Dat stond per slot voor een eenheid en een club van vrienden, die telkenjare elkaar dat eerste weekeinde van de slachtmaand ontmoetten.
Kunst als bindmiddel in de samenleving. Het maakt me niks uit of het bloem of maïzena is, crème frèche of zure room. Zelfs als dat bindmiddel per ongeluk schift, brengt het een interessante reactie teweeg. Scheiden hier onze wegen en ideeën, of valt er juist nog iets te verenigingen. Vaak kan de artificiële wereld van de Kunsten niet-gelijkgestemden met elkaar in contact brengen. Daar vertrouw ik op. Laat de Kunstlijn die uitdaging blijven aangaan.

Slachtmaand
De slachtmaand wordt tijdens de 36ste Kunstlijn bijna voelbaar in sociëteit Vereeniging waar Max Koning gastcurator is. Anderhalf jaar geleden werd hij door Kunstlijn-directeur Joke Breemouer benaderd voor dat ambt. Als hij de half onder water staande kelder in het gebouw aan de Zijlweg ziet, is hij in een keer overstag en weet hij als kenner van het Oude Testament direct dat hij het thema van zijn opdracht zal ontlenen aan psalm 42: ‘Gelijk een hinde die naar waterbeken smacht / zo smacht mijn ziel naar u, o God’. De sociëteit wordt voor een weekeinde ‘De Jachtkamer’: het hijgend hert der jacht ontsprongen. Kunst kent vele naamvallen. Die specifieke wildlucht zweemt door de kelderruimte en dringt door tot het bewustzijn van de bezoeker. Stemt tot nadenken over hoe we omgaan met natuur en milieu.

Vier collegae-kunstenaar nodigt Koning uit om hun passie voor het leven en de natuur tot uitdrukking te brengen. Floor de Bruyn Kops, Henriëtte Dingemans, Ap Esenbrink en Nicolette Swaak hebben elk hun eigen artistieke verhouding met de levende wereld die ons omringt. Ab Esenbrink kiest voor metalen en plastic materialen om er zijn dierfiguren mee vorm te geven. Taxidermiste Nicolette Swaak brengt dode dieren, vaak vogels opnieuw tot leven door ze op te zetten. Een vosje in een veren bal, een pulletje en een witte haan gunnen de kijker een liefdevolle andere invalshoek op de natuur om ons heen. Daar neem je als bezoeker gretig kennis van.

Marcel Duchamp
Dierenactivisten hebben daar klaarblijkelijk een andere kijk op. Ieder dood dier is aanleiding voor woede. Een dood hert tot kunst verheffen stuit dan ook op onbegrip. Max Koning: ,,De reacties stromen binnen, zonder dat mensen nog maar eerst zijn komen kijken. Een dood dier in een expositie. Woede. Vergelijk het maar met de wc-pot die Marcel Duchamp tentoonstelde. Dat kón niet. De schreeuw van het hert is voor mij een metafoor van hoe we met onze wereld omgaan, voor de tijd waar we in leven. Niet voor niets heet de installatie die ik heb gemaakt met het dode hert van de biologische slager Edwin van Leeuwen uit Overveen ‘Agnus Dei’. Na de expositie gaat het dier gewoon weer naar hem terug en wordt het gewoon smakelijk opgegeten als adellijk wild.’’
Tijdens een van de vroegste Kunstlijn-exposities stelde Koning midden jaren 80 in de Haarlemse Kerkstraat in een vervallen pandje al een dode vleermuis en een dood vogeltje tentoon, dat hij daar op de vliering had gevonden. Biologische ontroering en stadsleven met elkaar verweven. Dat zegt iets over zijn affiniteit met de natuur waar veel dierenactivisten nog een puntje aan kunnen zuigen.

Vrijbrief
,,We zijn blij dat we weer mogen, want we raakten allemaal verdwaald en verweesd in de afgelopen periode.’’ Het is een opvatting die je van veel kunstenaars hoort. Ze doen wel mee aan het Kunstlijnweekeinde, maar het gevoel dat alles binnenkort weer op slot gaat, deelt een aantal ook met elkaar. Een van de exposities die gewoon doorgang vindt, is ‘Carte Blanche’ van gastcurator Maria van Vlijmen. ,,Ik heb besloten om alles open te laten. We zijn de bak van de Kunstlijn ingedoken op zoek naar symbiose, in de wetenschap dat er vanzelf een verbinding ontstaat. De witte kaart, een tabula rasa met als uitgangspunt… doe waar je als kunstenaar op dit moment staat, wat je nú bezighoudt.’’
Dat blijkt goed te werken. Pieter Berkhout laat onder meer een digitale grafiek zien. ,,Van huis uit ben in klassiek graficus. Afgelopen zomer heb ik als peddelaar veel tijd op het Spaarne doorgebracht. Op waterniveau ben je deel van al die kleine golfjes. Je ziet de flatgebouwen in het water kronkelen. Er ontstaan een andere wereld met nieuwe keuzes, die doorwerken in deze digitale grafiek.’’
Zou verstilling een thema kunnen zijn dat je ook terugvindt bij Annemieke Couzy? ,,Ja, ook bij mij komen rust en energie samen. Ik baseer mijn werk op oude meesters, maar laat ook het nodige aan het toeval over. Wat ik maak, is een weerslag van de ziel. Dat proces ervaar ik als paradijselijke kracht, de natuur met daarin rivieren en een levensboom. Maar misschien is het paradijs ook wel toeval.’’
Cultuurwethouder Marie-Thérèse Meijs is blij met de expositie in de Kloostergangen van het stadhuis: ,,Het gaat vooral om de eigen kunst van de kunstenaar. Liefst vers van het mes. De thematische overeenkomsten zijn als zodanig niet van tevoren bedacht, maar het zegt wel iets over het brede aanbod van de Kunstlijn in zijn totaliteit.’’

Verlicht verdwalen
Burgemeester Jos Wienen vat het als historicus kernachtig samen als hij het Kunstlijnlint vrijdagmiddag spreekwoordelijk doorknipt: ,,We hadden de opening eigenlijk in de Gravenzaal willen doen, maar de refter en kloostergangen zijn een goed alternatief, omdat hier, door het jaar heen, ook al zo veel kunstwerken tentoongesteld worden. Een stad die al zolang bruist van kunst en cultuur verdient een evenement als dit, als kunst, kunstenaars en publiek elkaar tijdens onze Kunstlijn ook dit jaar weer ontmoeten. Een prachtig initiatief dat niet meer is weg te denken, ondanks de QR-codes. ‘Verlicht verdwalen’ is het thema dit jaar. Maar als je je verlicht voelt, kun je eigenlijk niet verdwalen. Ik wens jullie mooie kunstzinnige dagen.’’

Vervolgens zijn woord en stem in de refter aan theatermaker Steef de Jong. Toen zijn vader lang geleden aan hem vroeg: ‘Zoon wat wil je later worden?’, was zijn antwoord: kunstenaar. ,,Schoonheid is een deel van mij dat onder mijn huid zit’’, zegt hij er zelf over, voordat hij met een prachtige kopstem zijn operette-klanken ten beste geeft.
Een dag later is hij te gast bij Galerie Gemund in de Kleine Houtstraat om zingend in een zelfgebouwd Queen-choir de expositie van Piet Zwaanswijk te openen: is this the real life, is this the phantasy? Bij Zwaanswijk weet je het nooit helemaal zeker. Bij word je heen en weergegooid tussen Frank Sinatra, Lenny Kuhr en The sound of Music. Hoe het ook zij, waar je ook belandt, in de wereld van Piet gebeurt er altijd van alles of het nou het Koninklijk Paar, De Staalmeesters, Postuum naar Disneyland of de Anatomische Les betreft. ‘We all love Piet’, merkt een van de aanwezigen bij de opening welgemeend op.
KLM Urban Trail Series
Terwijl de meeste bezoekers van de Kunstlijn 2021 best moeite doen om in een weekeinde zo veel mogelijk locaties in Haarlem, Heemstede, Bloemendaal en Velsen aan te doen, kan niemand op tegen de lopers die zondag van elf uur het centrum van de Spaarnestad op gympen onveilig maken. Zonder enig ontzag voor de nieuwe grijze Kunstlijnbanieren draven ze langs galeries en ateliers zonder ook maar enige aandacht voor de artistieke waarde die Haarlem al zeven eeuwen hoog in zijn vaandel heeft staan.

En dan breekt het onverbiddelijke haast aan, waar je op zondagmiddag niet aan ontkomt. Er staat nog zo veel op het lijstje dat het op voorhand vast allemaal niet gaat lukken. Snel nog even langs bij Mino Wortel in de Duvenvoordestraat. ,,Ik ben een paar keer in Teyler geweest. De instrumenten die ik daar zag, hebben me wel geïnspireerd voor het werk dat ik nou laat zien’’, zegt ze wijzend op een werk dat wel iets wegheeft van een klokkentoren. ,,Er zitten herkenbare elementen in afkomstig van een horlogemaker, maar ook van een automonteur, kogellagers en dingen uit een broedmachine. Die breng ik dan samen in de werken die ik maak. Nieuwe objecten met authentieke herkenbare attributen.’’

Op de valreep beland ik bij het 200-jarige Kunst Zij Ons Doel in De Waag. Mooi zijn de nachtelijke tulpen en narcissen die Trude Hol uit het houtskool tovert. Een mooi ‘Naakt’ schetst Maria ten Hoorn als potlood-aquarel, maar ook de Ballerina van KZOD-voorzitter Ellen Wolff maakt indruk.
Hélène van Dongen
Als een van de laatste stops op de Kunstlijn-route van dit jaar beland ik in de Wijngaardtuin bij Hélène van Dongen die hier met echtgenoot Kees Okx jarenlang atelier hield. Na het overlijden van Kees vestigde Hélène zich in Frankrijk. Maar dit jaar is zij weer even terug voor de Kunstlijn. Een van haar werken heet Labyrinth. ,,Je kunt erin verdwalen, maar je kunt er evengoed in wonen en er je eigen centrum in vinden.’’ Beter kun je de Kunstlijn van 2021 denk ik niet samenvatten.
Nuel Gieles.








