Plastic bordjes als schubben en vleugels van schoenlepels. Ap Esenbrink maakt kunst uit afvalmaterialen. Het zijn voornamelijk vissen, vogels en maskers van plastic en metaal die hij construeert. Hij struint al jaren de kringloopwinkels af en is een bewuste consument. Volgens Ap is er een overvloed aan spullen in de westerse wereld en moeten we anders met de aarde omgaan. “In plaats van weggooien, kunnen we er ook mooie objecten mee maken.”
‘Ik maak kunst uit afval’
Ap staat vrolijk groetend bovenaan de trap van zijn bovenwoning in Haarlem-Noord. Hij is koffie aan het zetten. De wanden van de keuken zijn blauw geschilderd, de woonkamer is geel. Het kamertje naast de woonkamer staat vol elpees uit de tijd dat hij nog DJ was. Voor de gaskachel ligt zijn negentien jaar oude poes te slapen. Aan de muur hangt een zelfgemaakt masker van plastic kinderstrandspullen.

“Van waardeloos geachte materialen maak ik weer mooie dingen. In de kringloopwinkels kun je goed zien wat wij zoal weg doen in deze maatschappij van overvloed. Ik kom daar veel aantrekkelijke spullen tegen. Mijn oog valt vooral op gebruiksvoorwerpen van plastic en metaal. Gekleurd plastic schijnt mooi door als je daar een lichtje achter plaatst en de metalen voorwerpen hebben vaak fraaie vormen.”

Decorateur
In 1990 studeerde Ap af aan de Kunstacademie AKI in Enschede. Aansluitend werkte hij jarenlang als decorateur bij diverse film- en tv-producties van VPRO Villa Achterwerk. Ook heeft Ap verschillende horeca gelegenheden ingericht en is daarnaast altijd actief geweest als kunstenaar. De beeldend kunstenaar maakt vooral vissen, vogels en maskers. “In eerste instantie wil ik niet per se een vis of vogel maken, maar meestal begint het er toch vanzelf op te lijken”, zegt hij lachend. “Het plastic komt door de vormen en kleuren ook het dichtst bij de vis.”
“Toeval bestaat niet, het hangt in de lucht”
Ap laat zich leiden door de materialen en ziet er de huid van een dier in. “Ik weet inmiddels precies wat ik nodig heb voor mijn objecten en welke voorwerpen ik daarbij kan gebruiken. Als ik iets in mijn hoofd heb, dan kom ik het ook tegen. Toeval bestaat niet, het hangt in de lucht. Zo wilde ik een paard maken voor de tentoonstelling ‘Het Spookhuis’ op het slachthuisterrein in Haarlem en toen kwam ik twee ligbanken van touw tegen, precies wat ik zocht voor de zijkanten van het paard.”

Metalen eierdopjes
Sinds drie jaar heeft Ap zijn atelier in de voorkamer van zijn bovenwoning. Na een aantal verhuizingen van zijn atelier is hij voorlopig klaar met spullen slepen. De werkruimte is niet optimaal. “Ik sloop altijd alles eerst, daarna kan ik pas creëren. Voor ik begin leg ik alle materialen op de vloer, dan blijft er weinig plek over om nog te bewegen. In mijn vorige atelier had ik veel meer spullen, maar ik kon door gebrek aan ruimte hier alleen de mooiste zaken meenemen.”
Tegen de wanden staan planken tot aan het plafond met bakken vol spullen. Rechts het metaal: spiralen eierdopjes, vergieten, schaaltjes, ketels en bestek. Aan de linkerkant het plastic: speelgoed, bordjes, glazen, bekers in alle maten en kleuren en kralenkettingen. In het midden van de ruimte staat een hoge tafel met bankschroef. Daaronder gereedschap en verschillende boormachines. “Bijna alles wat ik maak, wordt verkocht. En dat is maar goed ook want ik ben al snel drie weken bezig met één object.”

Omslagpunt
Ap pakt een houten trap om een meervalachtige vis van een meter uit de bovenste bak te pakken. “Deze heb ik gemaakt van bakvormen en aluminium ketels, heel licht materiaal. Ik zag daar gelijk de huid van een vis in. De bakvormen lijken op schubben en de handvatten van de ketels zijn net rugvinnen.”
In de vensterbank staat een groot metalen insect en op de werkbank een fantasievogel. “Moet je deze eens optillen, zegt Ap. “Echt loodzwaar. De vleugels zijn van lepels, het lijf van glazen schaaltjes en de veertjes op zijn kop zijn gebogen vorken.” Niets is gelast, alles zit los in elkaar. Hij zet het bestek vast in spiralen eierdopjes, die in de vogel verwerkt zitten. “Het duurt lang voordat het iets is. Eerst lijkt het gewoon wat troep bij elkaar en dan opeens is er een omslagpunt en wordt het wat.”

Zadels en kunstgras
Mensen weten hem inmiddels te vinden als ze grote partijen in de aanbieding hebben. Twee jaar geleden kreeg hij 250 fietszadels aangeboden door een fietswinkel. “Ik wist dat er een expositie in Zeeland aankwam bij de Kunstschouw en die willen altijd grote objecten van mij. De zadels zouden zeker goed van pas komen. Ik heb ze naast elkaar op de grond gelegd en ben gaan puzzelen. Al vrij snel zag ik een huid en daar associeerde ik een dier mee. Het is uiteindelijk een panter geworden.”
Ap laat de panter zien op zijn telefoon, een enorm beest van vier meter lang. Dit soort kunstobjecten zijn niet in zijn atelier te bouwen. Hij maakt een begin en gaat verder bij een kennis in de tuin of op de locatie waar het dier komt te staan. Hij toont ook een foto van een imposante aap met een vacht van kunstgras. “Dat was ook een partij die ik aangeboden kreeg, het kunstgras leek me meteen geschikt voor de huid van een aap. Hij is vier meter hoog en al zestien jaar oud. Na jaren in het Westerpark in Amsterdam te hebben gestaan, slijt hij nu zijn oude dag bij het Slachthuis in Haarlem.”
Afrikaanse maskers
Naast dieren heeft Ap ook kroonluchters gemaakt voor een restaurant in Amsterdam, totempalen voor festivals en de laatste jaren ook veel maskers. Ze zijn gebaseerd op maskers uit Afrika. “Ik heb een fascinatie voor die landen, de muziek en het volk. De Afrikaanse maskers vind ik echt gaaf. Hopelijk kan ik mee doen aan een uitwisselingsproject via stichting Stedenband Haarlem- Mutare en daar een tijdje wonen en kunst maken.”

De kunstobjecten van Ap zijn over het algemeen kleurrijk, druk, primitief en vaak ook humoristisch. Toch is zijn werk zeker niet als grap bedoeld. “Humor is belangrijk maar mijn boodschap is serieus. Ik wil mensen bewust maken hoe we met de wereld omgaan. Mijn maskers lijken terug te kijken. Je wordt aangekeken door wat de Westerse wereld allemaal produceert. Ik maak vissen van plastic afval omdat het zo slecht met de zee en de vissen gaat, maar ze zien er wel prachtig uit. Het is de bedoeling dat je er een binding mee krijgt. Ik hoop dat men zich zo beseft hoe mooi en imposant de natuur is.”
Spiegel voorhouden
Hoeveel spullen hebben we en wat voor effect heeft dat op de aarde? Het zijn gedachtes die de kunstenaar bezig houden. Hij denkt dat het niet goed komt met ons, als we zo door gaan. “De aarde redt het wel, de natuur is sterker dan wij en vecht terug. Kijk maar naar de temperatuur op sommige plekken, zelfs tot boven de vijftig graden en ook het waterpeil stijgt wereldwijd. Het wordt voor ons steeds lastiger om te overleven. Ik probeer mensen een spiegel voor te houden en zelf zo bewust mogelijk te consumeren.”
Tekst: Meta van der Meijden/ Fotografie: Debbie Saul Dit artikel is eerder gepubliceerd in de 67e editie van de Haarlemse Stadsglossy.






 MENSELIJK LICHAAM
MENSELIJK LICHAAM







