‘Kunst is voor mij een vlucht uit de werkelijkheid’

Figuratieve en abstracte vormen in opvallende kleuren kenmerken de fotoprints van Rosa Navarro. De kunstenaar experimenteert met fotografietechnieken. “Als ik werk voel ik me gelukkig en hoef ik even niet na te denken over de ellende in de wereld.”

Rosa heeft haar werkruimte in een grote schuur in de achtertuin van haar woning aan de Brouwersvaart. De wanden van het atelier hangen vol met ingelijste fotoprints. De meeste werken hebben felle kleuren, roze en blauw overheersen. Het zijn afdrukken van planten, objecten en vloeistoffen. Midden in het atelier staat een tafel met daarboven een grote UV-lamp. Op de grond en in kasten staan dozen met fotopapier en prints, potten verf, flessen vloeistof en stapels papier in verschillende kleuren.

De kunstenaar studeerde af aan de faculteit voor Schone Kunsten aan de Universiteit van Barcelona. Na jaren schilderen stapte ze over op fotografietechnieken als blauwdruk (cyanotypie), fotogram en lumen print. Er ging een wereld voor haar open. “Ik liep vast met schilderen. Ik miste de techniek om verder te komen, dat frustreerde me.” Via een bevriende fotograaf ontdekte ze cyanotypie, een fotografisch proces waarbij na ontwikkeling een cyaan-blauwe afdruk ontstaat. “Ik was gelijk geïntrigeerd. Terug in Nederland begon ik te experimenteren. Het bijzondere van deze methode is dat je op een betrekkelijk eenvoudige wijze een mooi resultaat krijgt. Het nadeel is dat de afdruk altijd blauw is, een beetje eentonig.”

Rosa Navarro

Fotopapier in de zon

Rosa werkt ook met fotografische procedures als fotogram en lumen print. Het afdrukken van een voorwerp dat direct op lichtgevoelig materiaal is gelegd en vervolgens belicht. “Ik zal laten zien hoe het werkt.” Ze loopt naar de werktafel met UV-lamp. “Dit bloemetje bijvoorbeeld leg ik op het fotopapier met daarop een glasplaat om het te fixeren.” Ze knipt de UV-lamp aan die luid begint te zoemen. Het felle licht schijnt op de bloem. “Waar het UV-licht het papier belicht verschijnt kleur, onder de bloem blijft het wit. Door het papier langer of korter aan licht bloot te stellen krijgt het meer of minder kleur.” Rosa zet de lamp weer uit. “Als ik het papier te lang belicht wordt de kleur te fel. Meestal is tien minuten genoeg. In de zomer maak ik gebruik van de zon, dat gaat veel sneller. In vijf minuten heb je een mooie kleur. Vervolgens maak ik een foto van de afdruk en die ontwikkel ik. Van het origineel vervagen de kleuren in de loop der tijd, het wordt uiteindelijk een zwart-wit print.” Inmiddels heeft de fotograaf dozen vol met verkleurde afdrukken. Ze weet niet of ze er wat mee kan, maar wil de fotoprints ook niet weggooien. “Misschien maak ik er wel één groot kunstwerk mee.”

Effecten van zeepbellen

De kleuren die tijdens de belichting ontstaan zijn afhankelijk van het soort fotopapier dat Rosa gebruikt. Volgens haar hangt de kleur af van de hoeveelheid zilver in het papier. Ze graaft in een grote doos en toont prints in roze- en paarstinten. “Ik werk afwisselend met papier van het merk Ilford en Foma.” Naast experimenteren met licht varieert ze ook in onderwerpen. De kunstenaar onderzocht onder meer de effecten van het belichten van zeepbellen en kartonnen verpakkingsmaterialen op fotopapier. “Soms pakt het goed uit en andere keren niet. Dat is onderdeel van het experiment. Ik heb wel het gevoel steeds beter te snappen hoe het werkt, maar je kan het effect niet helemaal beheersen. Het eindresultaat is iedere keer een verrassing.” Soms kleurt ze de prints later nog wat bij met verf of viltstiften. Momenteel is Rosa aan het onderzoeken wat er nog meer mogelijk is met blauwdruk. ”Ik druk nu af op glas in plaats van op fotopapier. Aan het mengsel van chemicaliën voeg ik verf toe en breng dat aan op het glas. Zo kan ik meer variëren in kleur en zijn niet alle afdrukken blauw.”

Rosa Navarro

Aangevreten blaadjes

De kunstenaar haalt haar inspiratie hoofdzakelijk uit de natuur. Ze raakt geïnspireerd door wat ze om zich heen ziet. “Planten, bomen, en het verstrijken van de seizoenen. Ik let op details in het landschap, zoals bloemetjes of speciale bladeren. Ik heb honderden aangevreten blaadjes gefotografeerd, bepaalde rupsjes eten hele patronen in het blad. Ik maak visueel werk, er zit niet per se een diepere boodschap achter. Ik ben wel zeer begaan met de klimaatproblematiek. De wereld is zo gek op het moment, we maken alles kapot.”

Ze maakte een serie fotoprints over de ‘plastic soep’, de opeenhoping van grote hoeveelheden plastic en ander afval in oceanen en zeeën. Het zijn afdrukken van afstervend koraal en ronddrijvende plastic zakken. “Waar zijn wij mee bezig? Ik maak me daar echt zorgen om. Het lastige is dat ik als individu niets kan veranderen aan oorlogen of hongersnood bijvoorbeeld. Ik voel me vaak machteloos. Uit protest zou ik politieke kunst kunnen maken, maar dan kom ik helemaal niet meer los van dat rotgevoel. Mijn omgeving snapt niet altijd waarom ik me zo druk maak om al het slechte in de wereld. Misschien ben ik hypergevoelig. Eigenlijk wil ik het er liever niet over hebben, het deprimeert mij. Ik laat liever het mooie van de natuur zien, even wegvluchten uit de ellende. Als ik werk hoef ik niet na te denken en ben ik puur bezig met de techniek voor een mooi resultaat. Daar word ik blij van. Geluksmomentjes creëren, dat is toch een mooie reden om kunst te maken.”

Rosa Navarro

Bubbeltjesplastic en origami

Kunst maken en kunst kijken geeft Rosa voldoening én betekenis aan haar leven. Ze vindt het fantastisch om kunst van anderen te zien en te bewonderen. “Voor mij is dat van levensbelang, een ontsnapping aan de problemen die er spelen in de wereld. In de coronatijd werden musea gesloten, dat vond ik zwaar. Ik heb kunst nodig. Ook alle culturele activiteiten vielen weg, zoals het theater of de film. Gelukkig is dat nu allemaal weer toegankelijk.”

Naast inspiratie uit de natuur haalt Rosa ook ideeën voor fotografie uit haar directe omgeving. Denk aan aparte objecten en grappige of interessante materialen als bubbeltjesplastic, tule of gaas. “Ik heb veel origami, Japanse vouwkunst, gefotografeerd. Echt prachtig. Ik hou van Japan, de tradities en de natuur. Mensen fotografeer ik bijna niet. Ik ben niet zo blij met de mensheid op het moment, het is moeilijk om nog het mooie in de mens te zien. Bomen en planten zijn voor mij veel interessanter.”

Rosa Navarro

Constante ontdekkingstocht

Rosa maakt wat ze mooi vindt én waar ze gelukkig van wordt. Het experimenteren met fotografische technieken vindt ze fascinerend. “Het is boeiend om steeds weer nieuwe methoden uit te proberen en te kijken wat allemaal mogelijk is. Op een zeker moment heb ik alles uitgetest en ga ik op zoek naar een andere techniek. Het is een constante ontdekkingstocht voor mij. Sommige kunstenaars gaan heel lang door op één thema, of werken binnen één bepaalde stijl en maken daar echt een studie van. Ik spring snel van het ene over op het andere, heel associatief. Dit is leuk denk ik dan, eens kijken wat ik daar allemaal mee kan. Steeds weer op zoek naar nieuwe uitdagingen, dat past bij mij. Als klein meisje was ik al zo, een beetje onrustig. Op school vonden ze dat ingewikkeld, de leraar wilde dat ik ging schaken om meer concentratievermogen te ontwikkelen. Ik zat graag in mijn eigen droomwereld. Misschien is dat nog steeds wel zo en dan vooral in een mooiere wereld”, zegt ze lachend.

Tekst: Meta van der Meijden/  Fotografie: Christhilde Klein

Dit is interview is ook gepubliceerd in HRLM nummer 89

Rosa Navarro

Met een drukbezochte receptie in sociëteit Vereeniging aan de Zijlweg nam ‘onze’ Joke Breemouer vrijdag 12 januari afscheid als directeur van de Kunstlijn Haarlem & Omstreken. Onder haar leiding groeide de Kunstlijn uit tot een gerenommeerd jaarlijks evenement.
‘Zorg ook dat je verkoopt’, is een van haar adviezen aan de deelnemende kunstenaars. Joke Breemouer staat bekend als verbinder en creatieve geest die oog heeft voor details, onverwachte expositielocaties en verrassende kunstenaarscombinaties. Hoewel ze er zelf niet van houdt om te veel op de voorgrond te treden, ontkwam Joke er dit keer niet aan om stevig in het zonnetje te worden gezet. Dat gebeurde met speeches en cadeau’s.

Van haar teamKunstlijn (‘zonder mijn team ben ik niets’) ontving zij een – door opvolgster Marie-Thérèse Meijs samengesteld – boek met in vogelvlucht hoogtepunten uit dertig jaar Kunstlijn, met bijdragen van vele betrokkenen. Uiteraard mocht een kunstwerk niet ontbreken, dus ontving Joke daarnaast een prachtig halssieraad van kunstenaar Jeanet Gem.

TeamKunstlijn doopt de jaarlijkse juryprijs (die wordt uitgereikt in Kunst Centrum Haarlem) om tot de ‘Joke Breemouer Kunstlijn Prijs‘. Als blijk van waardering voor haar drijvende kracht en tomeloze energie.

Daarnaast kreeg Joke een afbeelding van een fictief ontwerp voor een van de pictogrammen van het zogeheten Gravenzaal-tapijt van Joost Swarte. Op dit tapijt in het stadhuis zijn Haarlemse symbolen te zien. TeamKunstlijn is van mening dat Joke Breemouer daar gerust bij mag en ontwierp een speciaal Joke-pictogram met kenmerken als kapsel en bril.

Joke Breemouer gaat niet achter de geraniums zitten maar is inmiddels toegetreden tot het bestuur van Sociëteit Vereeniging, waar zij zich stort op de portefeuille ‘Leden’. Op de achtergrond zal zij het team van adviezen blijven voorzien. Na een zorgvuldige zoektocht van zo’n vijf jaar (uiteraard door Joke zelf) is Marie-Thérèse Meijs aangesteld als de nieuwe directeur Kunstlijn.

 

 

 

‘Het gaat mij om het ritme en de vormen’

Helmuth van Galen schildert landschappen. Althans zo lijkt het voor de beschouwer. Volgens de kunstenaar zijn het buitenruimten, horizontalen en verticalen. “Ik ben bovenal een ouderwetse schilder die genoeg heeft aan de verf en de materie los van een thema.”

Het atelier van Helmuth aan de Gedempte Voldersgracht in Haarlem is een mooie, hoge ruimte. Aan de wanden hangen grote en kleine werken. Op de tafel in het midden staan verfpotten en liggen spatels, kwasten, doeken en linialen in verschillende maten. De tegels achter de brede wasbak zitten vol met verfspetters. Daarboven hangt een rij platte kwasten te drogen.

Voor anno 2000 was binnenruimte het thema van de kunstenaar, abstracte interieurs. Daarna werd buitenruimte zijn onderwerp, referenties aan landschappen. Een thema waar hij inmiddels al lange tijd goed mee uit de voeten kan. Helmuth vindt zichzelf geen landschapsschilder. Hij schildert de buitenruimte, geen traditionele landschappen met koetjes en dorpjes. “Het woord landschap is zo bepalend, zo vul je alles gelijk in voor de beschouwer. Buitenruimte is voor mij veel meer omvattend. Ik probeer door banen verf en kleur ruimtelijkheid en een landschappelijke sfeer op te roepen. Daarbij vermijdend dat de lucht, de wolken of het water te realistisch worden. Als ik voor een thema kies onderzoek ik daarbinnen alle mogelijkheden. Wat vermeed ik eerst en durf ik nu wel toe te passen, en hoe doe ik dat dan? Het is een gevecht op de vierkante millimeter.”

Helmuth van Galen

Pot met herinneringen

Landschappen zijn wel een inspiratiebron voor de kunstenaar. Buiten in de natuur slurpt hij alle indrukken op. Die beelden worden ergens opgeslagen in zijn hoofd. “Ik begin zonder een vooropgezet plan met schilderen, het ontstaat vanzelf. Blijkbaar trek ik dan de pot met herinneringen open. Er verschijnt een soort landschap waarvan ik de sfeer of het beeld denk te herkennen. Ik zie mijn werk op een bepaalde manier, anderen beschouwen het soms anders. Als iemand mijn schilderij mooi vindt, vraag ik me af of ze ervaren wat ik zie. De associatie met het strand bij bepaalde werken snap ik goed, maar voor mij is het eerder een soort rivierlandschap.”

In het atelier hangen twee grote en een aantal kleinere werken met duin- en bosachtige voorstellingen. Normaal staan er ook diverse doeken op de grond, maar vandaag heeft Helmuth opgeruimd. De meeste schilderijen zijn opgeborgen achter een wit gordijn. Hij toont wat daar staat, de werken plakken aan elkaar als hij erdoorheen ‘bladert’. Naast de opslag staan op houten ezels kleine doeken met de achterkant naar voren. “Ik ben met verschillende schilderijen tegelijk bezig, soms wel zes. Ze staan met het gezicht van me afgewend zodat ik niet afgeleid raak tijdens het werken. Ik pak een doek, werk daar twee uurtjes aan, draai het om en kies een volgend werk. Soms zet ik er drie neer en kijk welke me prikkelt om verder te schilderen. Dit is er zo eentje.” Hij pakt een doek uit de rij schilderijen. “Ik weet nog niet wat hier mist. Een warme kleur misschien, zoals oranje, maar het moet niet ordinair oranje worden. Regelmatig ben ik een hele ochtend alleen maar met schilderijen aan het schuiven voordat ik echt aan de slag ga.”

Helmuth van Galen

Schilderij verpesten

Te lang aan eenzelfde doek werken kan het schilderij verpesten, meent Helmuth. Het werk even wegzetten en later met frisse moed er weer tegenaan, voorkomt dat de ‘schwung’ eruit gaat. “Ik vaar blind op een gegeven moment. Een schilderij verkloten is dan zo gebeurd. De kleuren passen niet bij elkaar, het is te plat geschilderd of er is geen contrast bijvoorbeeld. Ik kan niet op de automatische piloot schilderen. Het is altijd weer opnieuw uitdokteren hoe en wat. Ik werk uit mijn hoofd, er is geen voorbeeld waarop ik kan zien hoe het uiteindelijk moet worden.”

De schilder werkt staand aan de kleinere werken. De grote schilderijen legt hij op de grond. Meestal kiest Helmuth willekeurig voor een paar plakken verf op zijn palet. Soms neemt hij juist afwijkende kleuren om zichzelf te forceren. “Ik begin bijna altijd met felle kleuren, maar dat is nooit blijvend. Ik ga daar al snel overheen op zoek naar harmonie. Door het verfijnen van de kleur ontstaat een geheel. Een kleurstemming en atmosfeer die ik gezien kan hebben. Het beeld moet wel herkenbaar zijn voor mij. Er bestaat geen lelijke kleur, of het goed uitpakt hangt af van het mengen en combineren met andere kleuren. Ik probeer me niet te beperken, maar merk wel dat sommige kleuren lastig te verwerken zijn. Groen en rood bijvoorbeeld. Blauw werkt goed voor mij. Helder en fris in combinatie met andere kleuren.”

Helmuth van Galen

Knoeien met verf

De kunstenaar doet gemiddeld een aantal weken over een schilderij, maar het kan soms ook maanden of zelfs jaren duren voordat een werk af is. Hij wijst op een van de twee grote doeken van twee bij twee meter veertig. “Dit werk is van 2006, daar ben ik al zeventien jaar mee bezig. Het doek heeft al zoveel kleuren gehad, er zit een enorme laag verf op. Het schilderij is loodzwaar. Nu is het klaar, denk ik”, zegt hij lachend.

Na twintig jaar horizontalen schilderen besloot Helmuth in de coronatijd te switchen van thema. Hij stapte over op verticalen. ”Ik had langer door kunnen gaan met de horizontalen, ik schilder ze nog, maar ik wilde eens een ander gebaar maken. Meer knoeien met verf vooral op grote doeken. De verf erop gieten in plaats van smeren en er met mijn vingers in wroeten.” Hij staat op en loopt naar het grote schilderij met boomachtige vormen en voelt aan de verf. “Soms breng ik de verf dik aan en doe er water bij tot er plassen ontstaan. Bijna zoals een kind met verf speelt. Die neiging heb ik minder bij de horizontalen, dat is meer esthetisch schilderen. De verticalen zijn rauwer, de structuur van de werken past beter bij de woud- en bosachtige voorstellingen. Ik ben geen bomen in het bos aan het schilderen. Het gaat mij om het ritme en de vormen.”

Helmuth van Galen

Kleine wereldreisjes

Helmuth werkt niet vanuit een bepaald beeld in zijn hoofd, maar schildert ook niet in het luchtledige. Hij heeft een uitgangspunt, de associatie met boomstammen is overduidelijk. “Uiteindelijk is het voor mij hoofdzakelijk een schilderij. Het gaat me om het materiaal waar ik mee werk en de techniek. Hoe breng ik de verf aan? Wat is het ritme van de lijnen? Van dichtbij zie je allemaal kloddertjes verf en ongerijmdheden, prachtig. Ik bepaal de afstand tussen de lijnen, breder of juist smaller. Ik bekijk het abstract en technisch. Het moet in mijn ogen ook goed geschilderd zijn.”

Een nieuw thema wordt niet door iedereen gewaardeerd. De meeste mensen reageren enthousiast op de verticalen, volgens Helmuth. Een aantal geeft aan zijn ‘weidse landschappen’ mooier te vinden. “De horizontalen hebben een algemener thema wat de meesten aanspreekt. Niet iedereen heeft iets met bossen. Velen ervaren het bos als besloten of eng. Ik vind het heel bescheiden van mezelf, dat ik slechts met enkele thema’s werk. Uiteraard zullen er ook mensen zijn die zeggen: ‘nou weten we het wel de lijntjes van Helmuth’. Die kijken te oppervlakkig. Ik zie steeds weer veranderingen ontstaan, voor mij zijn het kleine wereldreisjes. Als je beter waarneemt zie je echt verschillen, dat kan niet iedereen.”

Ontevreden en chagrijnig

De schilder is in principe zeven dagen per week in zijn atelier te vinden. Hij vindt het een heerlijke plek. Ook al komt er de ene dag meer uit zijn handen dan de andere. “Het is niet alleen maar Hosanna en de hele dag vrolijk fluitend schilderen. Ik heb lang niet goed kunnen accepteren dat het soms niet lukt. Dan loop ik te klooien en te zoeken, zo’n dag eindig ik ontevreden en chagrijnig. Toch blijf ik elke dag schilderen, soms tegen beter weten in. Zo’n lastige schilderfase kan een dag duren, maar ook maanden. Aan de andere kant voel ik me na een dag in mijn atelier, hoe weinig ik ook gedaan heb, prettiger dan wanneer ik niet ga. Ik denk altijd: morgen er weer fris tegenaan. Niet elke dag kan een hoogtepunt zijn. Het blijft lastig om op zo’n manier te schilderen dat het niet lijkt op wat ik de dag ervoor heb gedaan. Ik probeer steeds weer iets nieuws te laten ontstaan door andere technieken of kleuren. Geen herhaling zodat het ook voor mezelf een verrassing blijft, dat is pas echt leuk. Na een dag worstelen blij naar huis, lekker.”

Tekst: Meta van der Meijden/ Fotografie: Christhilde Klein

Het interview is ook gepubliceerd in HRLM nummer 88

Helmuth van Galen

De eerste twee weekeinden in november staat Haarlem weer in het teken van beeldende kunst. Kunstlijn Haarlem biedt bezoekers maar liefst vier dagen de gelegenheid een kijkje te nemen in ateliers, galeries, musea en meer. We besteden aandacht aan drie deelnemende beeldend kunstenaars.

Cora Verhoog volgde de Modeacademie Charles Montaigne in Amsterdam en studeerde Textiel aan de lerarenopleiding in Haarlem. Daarna heeft ze Kunst, Cultuur en Educatie aan de Hogeschool Holland in Amsterdam gestudeerd. Tijdens Kunstlijn Haarlem is haar werk te zien in het atelier van Erna Adema op de Planetenlaan.

cora verhoog

‘Ik verbeeld wat de mens bezielt’       

“Mijn keramiek zit tussen toegepast en vrij werk in. Ik heb een voorliefde voor het maken van gebruiksgoed, zoals schalen, kannen en vazen. Ik ben geïnteresseerd in de oorsprong en de geschiedenis van dit soort voorwerpen. Door de eeuwen heen is het materiaal veranderd van aardewerk tot weggooiplastic. De vormen zijn ongeveer hetzelfde gebleven. Ik vind het heerlijk om met klei te werken, om met mijn handen het materiaal te voelen en te vormen. Het is bijna meditatief, maar ook een strijd. Er gaat veel kapot. Als je de oven opent, is het iedere keer een verrassing of het werk gelukt is. Met keramiek moet je geduld hebben en tegenslag aankunnen. Het is spannend te spelen met vorm, functie en techniek en de verschillende mogelijkheden te onderzoeken. Ik werk veel met zelf gemaakte gietmallen, je kunt daar eindeloos mee variëren. Vandaar dat er verwantschap zit in mijn werk. Gebruiksvoorwerpen veranderen in objecten die kunnen hangen, liggen of staan.”

Geïnspireerd door ex voto’s in Zuid-Europa

“Naast op gebruiksvoorwerpen geïnspireerd 3D werk maak ik silhouetten van stroken klei. Losse lichaamsdelen handen, voeten, hoofden en harten. Dat werk gaat over het mens zijn. Wat bezielt een mens? Wat betekent een gebaar? Ik voeg objecten en silhouetten samen en associeer verder. Ik denk na over de betekenis van een hoofd in combinatie met een hart en een vogel, dat is fascinerend. Mijn inspiratiebronnen zijn de ex voto’s (beloftegeschenken) die in Spanje en Italië in kerken te zien zijn. Gelovigen plaatsen kleine zilveren handen, voeten, harten en andere lichaamsdelen bij een altaar. Ze vragen de heiligen met de voorwerpen om hulp of tonen er dankbaarheid mee. Van die symbolen maak ik weer mijn eigen verhaal. Ik laat zien wat de mens meemaakt. Tijdens de hete zomerdagen zag ik mensen daar gek van worden. In mijn beeldtaal wordt het een heethoofd in terracotta klei met een zigzaglijn. Sommigen zien hier een schizofreen persoon in, dat mag ook natuurlijk. We maken ons zorgen over het klimaat, onze leefwijze en de invloed van de mens op aarde. Vanuit dit spanningsveld heb ik een heel mens gemaakt in negentien stukken en uitgestrekt getoond met als titel: de reikwijdte van de mens. Gaan we niet te ver met z’n allen? Aan dit soort thema ’s geef ik graag vorm, maar wel op een decoratieve manier. De toeschouwer kan er zijn eigen interpretatie aangeven. Je kunt een hart puur als object mooi vinden, maar het kan ook staan voor verliefdheid of juist voor liefdesverdriet. Voor mij is het belangrijk dat het werk ook esthetisch is en dat de vorm op de een of andere manier ‘fijn’ aanvoelt.” 

Cora Verhoog                                                                                                                                                                       

Chrystl Rijkeboer studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Tijdens Kunstlijn Haarlem is haar werk te zien in de Smedestraat.

Chrystl Rijkeboer

‘In klei kan ik me goed uitdrukken’                          

“Het afgelopen jaar heb ik gewerkt aan een ruimtevullende installatie van keramiek bestaande uit onder meer drie karren, een optocht. In de eerste wagen staat een beeld van man met een rattenkop. Het is een bankier, industrieel en dictator tegelijk. De kar wordt getrokken door zwarte wezens. Ze zijn onderweg naar een ‘andere wereld’, het einde der tijden door te veel CO2-uitstoot en opwarming van de aarde. Die figuur is de veroorzaker, hij staat voor de gigantische welvaart die we hebben. In de tweede wagen zit een struisvogel die zijn kop in het zand steekt. Dat zijn wij. We weten wat er aan de hand, maar grijpen niet in. In de derde wagen zitten meerdere wezentjes. Ze staan voor de mensen in de tweede- en derdewereldlanden die nu al de vreselijke gevolgen van de klimaatcrisis ondervinden. Ze kunnen er niets meer aan doen en moeten de ellende ondergaan. Voor aan de wanden heb ik van zwarte klei emoticons gemaakt. De symbolen en gezichtsuitdrukkingen die we op social media gebruiken en meesturen met onze appjes. Ik vind Facebook, Instagram en Twitter zeer ontwrichtend. Mensen schelden elkaar uit om niets, nepnieuws wordt voor waar aangenomen, heel kwalijk. Ook heb ik van klei ‘tien geboden’ gemaakt, maar dan met teksten over polarisatie en het uitsluiten van mensen. Medeveroorzakers van deze rare tijd waarin we leven.”

Kritische houding weer terug

“Deze nieuwe installatie ziet er heel anders uit dan mijn werk van de laatste jaren. Dat waren meer esthetische en kleurrijke beelden. In de coronaperiode plaatste ik op het gezicht van bestaande beeldjes een mondkapje, gaf ze een dierenkop of het stekelige bolletje dat symbool staat voor het coronavirus. Ik haalde zo’n kitsch beeldje naar de hedendaagse tijd. Het was leuk om daarmee te spelen. Mijn huis staat er nog vol mee, ik struinde alle kringloopwinkels af en kreeg beeldjes van vrienden. In die tijd zorgde ik voor mijn ouders, dat waren echt tropenjaren. Ik had weinig ruimte in mijn hoofd voor andere zaken. De ruimtevullende installatie vind veel inhoudelijker én mooier dan die beeldjes. Kwalitatief van een ander niveau. De kritische houding zoals in mijn vroegere werk is weer terug. Eigenlijk ben ik als oude schooljuf heel geëngageerd met een belerend vingertje. Ik laat me inspireren door wat ik om me heen zie, en vereenzelvig me dan eerder met zaken die fout gaan dan met wat goed gaat. In klei kan ik me uitdrukken, ik kan het vormen naar mijn gedachten. Het is fijn materiaal, makkelijk te kneden en ik kan ermee maken wat ik wil. Het is heerlijk om weer zelf beelden te maken, in plaats van alleen maar bestaande beeldjes aan te passen. Dat voelt toch meer eigen.”

chrystl rijkeboer

                                                                                                                                                                         

Maria Niessen studeerde Beeldende Vorming in Tilburg. In 2022 rondde ze de opleiding voor glaskunst af aan het Instituut voor Kunst en Ambacht in Mechelen. Tijdens Kunstlijn Haarlem is haar werk te zien in haar atelier aan huis in Heemstede.

maria niessen

‘De reflectie en transparantie van glas vind ik uitdagend’                                        

“Ik maak objecten van glas, steen, metaal en keramiek. Sinds 2016 werk ik vooral met glas. De laatste tijd combineer ik vaak verschillende materialen in één kunstwerk. Ik werk meestal vanuit thema’s als verbinding, contrast, blokken of natuur, en probeer de hoofdzaak van zo’n thema in glas weer te geven. Mijn werk oogt minimalistisch, het gaat terug tot de essentie van vorm of materiaal. Reflectie en transparantie spelen hierbij de belangrijkste rol. Ik grijp een beetje terug op het werk van beeldend kunstenaars in de jaren zeventig. Zij probeerden ook tot de kern te komen, tot wat werkelijk belangrijk is. Mijn werk gaat momenteel steeds weer richting beeldhouwen. Het object moet voor zichzelf spreken en hopelijk mensen boeien. Naast thema’s laat ik me ook inspireren door gevonden voorwerpen. Bijvoorbeeld een stuk verwrongen staal waar ik verder op borduur. In mijn atelier liggen nog drie stukken staal waar ik glas bij wil voegen. Ik ga uit van de vorm die ik aantref, het verwrongen staal probeer ik te accentueren. Die bepaalde vorm versterk ik met glas. Ik doe dat ook met stenen, door laagjes glas aan te brengen verleng ik de steen. Eerst een stuk steen dan een laagje transparant glas, een laagje zwart glas, nog een laagje transparant en zwart glas en dan weer een stuk steen. Het object behoudt daarbij zijn basisvorm. Door de combinatie met glas wordt de essentie van de vorm nog beter uitgelicht.”

Onverwachtse elementen in glasbewerking

“Glas vind ik fascinerend, het heeft verassende aspecten zoals reflectie en transparantie. Doordat glas transparant is, zie je soms meer dan van te voren gepland. Ook zijn er onverwachts reflecties door de vorm of verstoringen in het glas. Dat kan zowel positief als negatief uitpakken. Bij glasbewerking gebeuren er interessante zaken die je niet onder controle hebt. Daarom is glas zo boeiend voor mij om mee te werken. Ik schilder niet op glas, maar maak er vormen mee. Ik gebruik weinig kleur. Allemaal kleurtjes door elkaar, daar heb ik niks mee. Als ik al kleur gebruik, dan is het er maar één en geen felle kleur. De techniek van glasbewerking is interessant én spannend. Bij het blazen van een vorm weet je niet hoe het uitpakt. Het kleurverloop is eveneens niet geheel te beheersen. In het begin maakte ik bij het blazen gebruik van andere materialen. Bijvoorbeeld door het glas in netjes of gaas te blazen waardoor het glas textuur krijgt. Soms verbrandt het materiaal als de temperatuur van het glas te hoog is en verdwijnt het. Een volgende keer is het glas weliswaar minder heet, maar blijft het materiaal er in vastzitten wat ook niet de bedoeling is. Je kunt je het best overgeven aan het verloop van het proces van de glasbewerking en het voor een deel gewoon laten gebeuren. Vaak gaat het goed, maar je weet het nooit zeker met glas.”

Maria niessen

Tekst: Meta van der Meijden                                                                              Foto’s: Christhilde Klein en Edwin Roelofs

De interviews zijn tevens gepubliceerd in HRLM Haarlemse Stadsglossy nummer 87

 

 

Kunstlijn Haarlem organiseert tijdens het Kunstlijn-weekend van 4 t/m 5 november 2023 de vijfde KinderKunstlijn: een wandeling door de stad langs Kunstlijn-locaties en inloop workshops bij musea. Door middel van educatieve opdrachten leren kinderen van 4-12 jaar kijken naar kunst. Het opdrachtenboekje ligt vanaf 3 november bij alle deelnemende locaties.

Het biedt een ontdekkingstocht door Haarlem voor het hele gezin. Het opdrachtenboekje geeft richting aan de wandeling. De kinderen bezoeken instellingen en ateliers en komen zo op een speelse manier in aanraking met kunst. De locaties zijn gratis toegankelijk en bedoeld voor álle kinderen. Kunst kijken én maken. Door middel van educatieve opdrachten leren kinderen kijken naar kunst.

De KinderKunstlijn heeft als doel kinderen kennis te laten maken met kunst en in navolging van beeldend kunstenaars zelf aan het werk te gaan en zo hun talenten te ontdekken en ontwikkelen. Kunst is voor iedereen en wordt op deze wijze voor elk kind in Haarlem toegankelijk.

Tentoonstelling

De tentoonstelling Haarlemse Meesters in Wording, editie 5 is te zien van 30 oktober t/m 26 november in ABC Architectuurcentrum Haarlem. Het werk van de leerlingen (bovenbouw groep 6, 7 of 8) is daar in combinatie met één werk van ondergenoemde kunstenaars geëxposeerd. Ook is het proces van maken, de verschillende workshops, digitaal te zien op een scherm.

De KinderKunstlijn biedt de komende maanden op Haarlemse basisscholen een educatief programma aan, waarbij kunstenaars verbonden aan de Kunstlijn hun kennis overdragen aan jonge makers. ‘De Meester en zijn gezellen’, zoals gebruikelijk in de Gouden Eeuw. Kijken naar de leraar en zelf kunst maken. Het resultaat van de samenwerking is een vrolijke presentatie met kunst door kinderen, maar ook een volwaardige, inhoudelijk tentoonstelling met werk van gevestigde kunstenaars.

De nieuwe kinderburgemeester van Haarlem, Erina Murseli, opent woensdag 1 november om 16:00 uur de tentoonstelling in het ABC Architectuurcentrum. Zangdocent Machteld Adema zingt met de kinderen over ‘ Talent’. Ook is werk van de leerlingen te zien in de Kleine Zaal van De Vishal van 7-10 tot 15-11.

Deelnemende kunstenaars en basisscholen:
Peppelaer – Annemiek Steenhuis; Veronicaschool – Wendy Tjalma; ML Kingschool – Ap Esenbrink; Haarlemse Montessorischool – Vanessa Koster; Willem van Oranjeschool – Grafisch Atelier Paul van Marissing; Opvang locatie Laan van Decima 3 en RASOM – Tonneke Sengers.

 

Deelnemende locaties:
Frans Hals Museum | Noord-Hollands Archief | ABC Architectuurcentrum | Verwey MH | Stadhuis| De Vishal| Kunstcentrum Haarlem| Ateliers Frankestraat 47 | Veerkwartier

Opdrachtenboekje

Door middel van educatieve opdrachten leren kinderen van 4-12 jaar kijken naar kunst. Het opdrachtenboekje ligt vanaf 3 november bij alle deelnemende locaties.

Kinderkunstlijn 2023

Tekst: Meta van der Meijden/ Foto’s: Larissa Neslo / Projectbegeleiding: Marion Reulen i.s.m. Loes Bastiaansen