Christine Peursum: “Het leven is één groot gevecht tegen de zwaartekracht”

Een verre horizon achter een weids landschap, stevige figuren zwemmen, roeien, fietsen of rennen vrolijk in het rond. Het leven van alle dag met humor, geschilderd in felle kleuren. Toch zijn het niet zomaar schilderijen van mensen. Christine Peursum verbeeldt het gevecht tegen de zwaartekracht. “Hoe kun je iets dat zwaar is licht maken? Je duwt, je trekt, maar alles begint steeds weer opnieuw in het leven. Er bestaat geen mislukking, het gaat om de handeling zelf.”

Proefrit

Christine Peursum groeide op in een klein dorp. Het enige culturele wat er te beleven viel, was de fanfare. Bij haar thuis was het geen vrolijke bedoening, haar moeder was depressief. Christine was een gevoelig kind. Ze creëerde haar eigen wereld, zat uren te tekenen en hoopte dat er meer was in het leven. Kunst was onbespreekbaar bij haar thuis. Een mens moet hard werken en kunstenaars doen dat niet volgens haar ouders. In haar familie werd iedereen dominee of verpleegster.

“Ik wilde vroeger bij het theater of danseres worden. Uiteindelijk ben ik op de kunstacademie beland, wat mijn ouders absoluut niet mochten weten. Op mijn twintigste ben ik snel getrouwd met Hannes (Hannes Kuiper, red.). Zo werd ik tenminste zelfstandig en kon zelf over mijn leven beslissen.”

In het begin van haar kunstenaarschap maakte Christine voornamelijk grote wandtapijten en zware beelden. Tegenwoordig schildert ze vooral.

Wat doe je het liefst, schilderen of beeldhouwen?

“Ik maak meer schilderijen, maar eigenlijk ben ik een echt beeldenmens. Mensen zeggen altijd tegen mij: ‘Je schildert als een beeldhouwer.’ Ik wil dat je mijn schilderijen kunt voelen en probeer emotie over te brengen. Dat je door middel van een medium een ander kan raken, vind ik mooi. Iedere kunstenaar wil iets zeggen. Er zijn altijd thema’s die je bezig houden. Die thema’s wisselen per periode in het leven. Ik kreeg al jong kinderen, ben gestopt met mijn studie en thuis kunst gaan maken. In die tijd had ik iets met het oergevoel, ruig en ruw. Het steeds terugkeren naar de oorsprong, waar gaat het allemaal om in het leven? Ik maakte in die tijd enorme wandtapijten van wol. Met plastic of beton sta je zo ver af van de essentie. Ik zag al fietsend in de duinen hoe het gras zich een weg door het beton heen wrong, dat vond ik zo goed. Wat er ook gebeurt, de natuur is veel sterker en komt altijd weer terug.”

“Het thema wat me nu bezig houdt, begon in de tijd dat ik veel last had van mijn rug. Ik was zelfs een halfjaar verlamd. Ik maakte hele zware beelden en dat kon ik fysiek niet meer. Ik ging tekenen en maakte allemaal springende en dansende mensen. Het leven is één groot gevecht tegen de zwaartekracht. Hoe kun je iets dat zwaar is toch licht maken, een metamorfose laten ondergaan? Ik lag de hele dag plat en kon niet meer tegen de zwaartekracht op. Net als mijn twee zonen die door een spierziekte niet meer overeind konden komen. Toen begon ik zware mensen te schilderen. Toeschouwers noemen ze vaak dik, maar dat is helemaal niet zo. Het is geen vet. Mijn figuren zijn stevig en sterk, grote handen en voeten, maar ze springen in het rond. Het gaat om het contrast.”

 

Man in een boot

 

Sisyphus

Peursum raakte geïnspireerd door de Griekse mythologie, het verhaal van Sisyphus. Hij moest van de goden voor straf een steen de berg op rollen. Iedere keer als hij dacht de top te bereiken, viel de steen weer naar beneden en moest hij opnieuw beginnen. “Zo is het leven. Je duwt, je trekt, maar alles begint steeds weer opnieuw. Het is ook de vraag of dat duwen en trekken zin heeft. Ik heb een serie schilderijen gemaakt met als onderwerp ‘Koeien duwen’. Die handeling is eigenlijk belachelijk, wie gaat er een koe duwen? Of is het doen nu juist het doel van het leven? Ik denk dat het gaat om de intentie, het resultaat doet er eigenlijk niet toe. Je moet toch steeds opnieuw beginnen. Daarom bestaat er geen mislukking in mijn ogen, het gaat om de handeling zelf.”

Het schilderij verbeeldt een onmogelijke situatie, een koe duwen, maar de sfeer is vrolijk.

“Dat contrast wil ik laten zien. Toen ik net van de academie kwam, schilderde ik heel zwaar in donkere kleuren. Als ik daarnaar keek werd ik alleen maar treurig. Ik heb in mijn leven veel nare dingen meegemaakt. Als ik zo heftig zou gaan schilderen, zou ik omkantelen. Het is voor mij die humor, zo’n idioot die een koe duwt. Wat is die man aan het doen? De mens is altijd bezig, je doet je best, maar dingen lopen toch anders dan je wilt.”

Ondanks je niet al te vrolijke jeugd en het overlijden van je twee zonen, straal en lach je.

Christine Peursum

“Ik heb de meest dramatische dingen meegemaakt, maar heb een enorme overlevingsdrang. Ik heb iets in me waardoor ik toch alles mooi vind en kan genieten van de natuur of kunst. Ook heb ik twee fantastische dochters natuurlijk. De intensiteit bij mij is groot, daardoor ga ik af en toe over de kop. Met angst of verdriet kan ik ook heel diep gaan. Niet dat ik manisch depressief ben, ik voel alleen alle emoties heel goed. De kunst helpt mij die gevoelens te kanaliseren. Als een kunstenaar niet dat diepe gevoel heeft, heeft hij weinig te zeggen.”

Wat is voor jou van wezenlijk belang in de kunst?

“Dat iemand wat te vertellen heeft. Als kind dacht ik al dat ik wat te zeggen heb, maar thuis werd er van me verwacht dat ik mijn mond hield. Ze vonden me eigenwijs. Maar wat er in zit, barst er op gegeven moment uit. Het is niet van belang of kunst mooi of lelijk is, het moet ergens over gaan. Kunst is voor mij geen kunst als het plat is. Kunstenaars zouden eigenlijk ook moeten worden bijgeschoold. Ik heb me een paar keer opgegeven bij de Rietveld, dan deed ik net of ik een beginner was. Daar heb ik zoveel aan gehad.”

Op je site staat: ‘Ik verbeeld de mens en zijn gedoe’, wat bedoel je daarmee?

“Dat is mijn grote thema samen met de zwaartekracht. De mens doet maar en trekt maar, inhalen en weer uitgeven. Het is altijd gedoe. De mens komt op aarde en het eerste wat hij voelt, is de zwaartekracht. De enige ontsnapping is in de geest, daar kun je vrij zijn. Ik heb wel eens gewenst dat ik in een ander gezin opgegroeid was. Het was bij ons een gevecht om overeind te blijven. Lichamelijk was ik ook nog eens klein, dat moest ik geestelijk compenseren. Waarschijnlijk heb ik door mijn jeugd de drang naar licht mee gekregen. Daarom schilder ik ook zware mensen, die toch licht zijn. Als mensen naar mijn schilderijen kijken, zeggen ze vaak: ‘Ik voel me alsof ik het leven weer aan kan’.”

In veel van je werk zit dynamiek, kracht en snelheid ondanks dat de figuren stevig zijn.

“Dat doe ik bewust hoe sneller, hoe mooier. Ik heb dat zelf ook nodig, veel drukte om me heen. Ik ben nu drie muziekinstrumenten tegelijk aan het leren bespelen. Die dynamiek en uitdaging, daar hou ik van. Ik ben ook zeer perfectionistisch als het om mijn schilderijen gaat. Ik wil dat de houdingen en de spierlijnen kloppen. Toen ik roeiende mensen ging schilderen, heb ik eerst een boot gekocht. Ik heb uren geroeid om mijn eigen spieren de observeren. Daarom zit de vaart er bij mijn werk ook zo goed in. De techniek beheersen vind ik erg leuk. Werken met structuur dat hoort bij mij.”

Ben je het zelf die je verbeeldt?

“Ik denk dat iedere kunstenaar zichzelf schildert, hoe abstract het werk ook is. Hij kan alleen zichzelf schilderen, zo niet dan imiteert hij anderen. Zelfs Mondriaan met zijn vierkanten, dat is hij zelf. Als een kunstenaar eerlijk is, durft hij zich bloot te geven. Doet hij dat niet, dan heeft hij niets te vertellen. Je kunt alleen maar jouw perceptie op je omgeving schilderen. Uiteindelijk zijn het allemaal zelfportretten.”

Wil je contact maken met anderen door jezelf bloot te geven?

“Ja, verbondenheid met elkaar. Je maakt contact en je bent niet meer afgesloten. Vaak vind ik dat dan toch weer benauwend en laat ik de figuren op mijn schilderijen alle kanten op rennen.”

 

Baadsters

Mooi of lelijk

Ook al zijn de werken van Peursum verre van abstract, toeschouwers hebben vaak totaal verschillende interpretaties bij haar schilderijen. Christine werkt niet met een duidelijk plan vooraf. Ze schildert blind wat in haar opkomt en ziet achteraf pas wat ze heeft gemaakt. “Ik krijg een beeld, zet dat op het doek en iedereen ziet daar wat anders in. Er hangt een schilderij van mij in de vergaderzaal van een bedrijf. Het is een afbeelding van een groep mensen in een cirkel die achter elkaar aan loopt. De ene toeschouwer zegt: ‘Ze komen er niet uit, ze draaien in een rondje’. De ander zegt: ‘Als je maar blijft rondlopen, kom je er vanzelf’. Als een kunstwerk je aanspreekt, is er iets op het doek dat je herkent. Jouw trilling wordt geraakt. Daarom kun je ook nooit zeggen dat een kunstwerk mooi of lelijk is. Iedereen ziet dat anders.”

Toch vinden de meeste mensen de werken van Rembrandt mooi.

“Rembrandt heeft een universeel gevoel voor wat menselijk is, wat heel diep gaat. Dat spreekt iedereen aan. De muziek van Mozart vindt ook bijna iedereen mooi, dat raakt je in de ziel. Het is zo indringend. Beethoven maakt echt troostmuziek, hij raakt ook iets wat ieder mens aan gaat.”

Wat voor kunst maak jij?

“Ik maak kunst waardoor mensen weer verder kunnen in hun leven. Het zou prachtig zijn als mijn werk ook troost biedt. Wat ik veel hoor is dat mijn schilderijen mensen opfleuren. Wat afgesloten is, wil ik opengooien. Opgesloten of vastzitten is voor mij het ergste dat er is. Ik wil mijn toeschouwers een gevoel van vrijheid geven.”

Hoop geven, doe je dat ook?

“Misschien vooral mezelf. Vroeger wilde ik dominee worden. Waar is religie anders voor dan te ervaren dat er meer is in deze wereld? Kunst moet uitzicht bieden. Daarom schilder ik vaak een verre horizon achter een weids landschap. Mijn schilderijen zijn meestal vrolijk en met veel kleur geschilderd. Hoe moeilijk het leven ook is, uiteindelijk komt het allemaal goed, dat wil ik laten zien.”

Zou je een leven zonder kunst kunnen voorstellen?

“Nee! Ik vind het niet erg om veel mee te maken in het leven zelfs de dramatische gebeurtenissen niet. Waarom mij dit allemaal overkomt, heb ik me nooit afgevraagd. Ik heb veel kunnen verwerken in mijn kunst gelukkig. Als je een volledig mens wilt worden, moet je veel mee maken. Een ‘echt’ mens is in staat van iedere situatie te leren en zich te ontwikkelen. We zijn op aarde om te doen en niet om te ondergaan. Wat je krijgt aangereikt, daar moet je mee aan de slag. Een mens kan alleen zichzelf worden. Als een mens niet zichzelf kan zijn, is dat het grootste drama in zijn leven.”